Hoofdstuk 23

250 17 2
                                    

27,..28,..29,..30! Phoe. Klaar. Ik ga op de grond liggen en ben niet van plan daar de komende tien minuten van af te komen. Ik heb mijn standaard trainingsschema iets verzwaard en dat vergt wat meer kracht. Chase traint mee. Op een open plek, in het bos, buiten de stad oefenen we met onze zwaarden.

'Nog één dag en dan is het zo ver. Kun je het geloven Kim?' 'Bijna niet nee. Ga je mee oefenen in het bos?' 'Ja. En dit keer versla ik je wel!' 'Haha nooit.' En ik ren weg. Eenmaal bij het bos moet ik eerst flink uithijgen want ik heb het hele stuk gerend. Chase komt na een paar minuutjes rustig aanlopen. Hij legt onze zwaarden neer en we beginnen met een warming up. Eenmaal opgewarmd pakt Chase de zwaarden en gooit mij er een toe. Ik ga in startpositie staan en we beginnen rondjes te lopen. Chase valt aan maar ik blok zijn slag en steek een voet uit. Bam! Daar ligt hij. Ik lach en help hem overeind. We doen dit zo nog een aantal keer en lopen daarna terug naar de herberg.

Als ik in bed lig kan ik niet slapen. Ik ben zenuwachtig voor morgen en daardoor ook misselijk. Na heel lang liggen val ik uiteindelijk toch nog in slaap.

Ik wrijf in mijn ogen en doe ze open. Ja hoor heb ik wel weer. Het is nog donker dus ik ben veel te vroeg wakker. Ik ga voor het raam staan en kijk naar de maan om de tijd te bepalen. Gelukkig, het wordt al bijna licht.

'Oke, wat het plan is. We gaan naar de kruipruimte. Dan gaan we naar het kasteel toe, Jayden weet de weg. Daar zorgen we dat we de wachters wegwerken en dan gaan we Maraon verrassen.' Jayden en Chase knikken instemmend. 'Ik moet nog iets opbiechten.' Zegt Jayden met een grijs op zijn gezicht. 'Wat dan?' 'Nou, ik ben afgelopen week naar Maraons kasteel gegaan.' 'Wat? Dat is levens gevaarlijk!' 'Rustig Kim, het is goedgegaan. Maar wat ik wilde zeggen is dat ik een aantal harnas delen heb meegenomen.' Hij haalt een grote zak tevoorschijn waar hij gevormde metalen platen uit haalt. We hebben alle drie een borst- en rugplaat en schouder- en bovenarmbeschermers. Jayden heeft zelfs een beetje gekeken naar de grootte. Zo heeft hij voor Chase en hemzelf wat grotere delen meegenomen dan voor mij. Het zit als gegoten. Ik hang mijn zwaard op mijn rug, zodra ik in het kasteel ben hang ik hem pas aan mijn heup. Anders zit hij te veel in de weg. 'Ik wil eerst nog bij Aeron langs. Hem gedag zeggen. Stel je voor het gaat mis dan wil ik hem iniedergeval nog een keer hebben gezien.' Samen lopen we de grot in waar Aeron ons al op staat te wachten. 'Aeron, je weet wat we gaan doen. Ik ga knokken voor jou, voor mij, voor Alandor. Ik wil je gedag zeggen. Ik hoop je snel weer te zien.' Zeg ik in mijn gedachten. 'Jade, je ziet er uit als een echte strijder. Je hebt veel geoefend en ik heb vertrouwen in je. Concentreer je, heb vertrouwen in jezelf en het komt goed, ik weet het zeker. Jij bent degene die op die troon hoort te zitten en niet Maraon. Geef het volk de leider die het hoort te hebben. Succes! Oh en trouwens als je die Maraon verslagen hebt moet je van die relatie tussen jou en Chase echt iets meer maken.' Ik weet zeker dat Aeron die laatste zin niet hard op zei. Hij buigt zijn kop naar mij toe en ik knuffel hem. 'Dat zien we nog wel.' 'En ik moet je na de tijd ook maar eens een keertje leren vliegen.' 'Maar eerst dit.' Ik laat hem los en loop naar achter. Voordat ik de grot uit loop kijk ik nog een keer om en dan is het tijd om te gaan.

Met onze mantels over het harnas heen lopen we naar de muur toe waar we naar beneden de kruipruimte induiken. In plaats van rechtdoor gaan we nu direct rechtsaf. Ik schat dat we onder de stadsmuur door lopen en zo mij het kasteel uitkomen aangezien deze aan de rand van de stad ligt. 'Hier is het.' Fluistert Jayden. Hij trekt een aantal stukken tralie weg en wurmt zich door het ontstane gat. Als we alledrie boven zijn zie ik meteen waar we zijn. De kerkers. Het lijkt erg op de kerker waar Chase en ik in hebben gezeten. Ik kijk Chase bang aan maar hij steekt vol vertrouwen zijn duim naar me op wat me weer vertrouwen geeft. Ik haal mijn zwaard van mijn rug en bind deze om mijn middel. Jayden loopt voorop en wij volgen. We gaan links, rechts, links, trappetje op, rechts. Ik ben de weg al totaal kwijt maar Jayden lijkt het op zijn duimpje te kennen. We zijn bijna bij het eind van de kerker als Jayden stil staat. Hij wijst naar een wachter die met de rug naar ons toe zit. Jayden grijnst en gebaart dat wij ons moeten verstoppen. We doen wat hij zegt en gaan achter het muurtje zitten. Jayden doet zijn mantel extra goed over zijn harnas en zet de deur van een lege cel een stukje open. Hij loopt een stukje richting de bewaker en vraagt: 'weet u misschien waar de uitgang is?' De bewaker schrikt op en wordt boos. 'Hoe ben je ontsnapt? Ik heb zeker weten de deur op slot gedaan. Ik wist niet eens dat hier zo'n jonge vent opgesloten zat. Ach doet er niet toe, je gaat weer terug.' Hij sleurt Jayden mee naar de cel en wil hem er in smijten maar in plaats daarvan rukt Jayden zich los en geeft de bewaker een duw. Hij valt midden in de cel en in een handomdraai sluit Jayden de celdeur en doet hem dicht met de sleutels die hij blijkbaar van de bewaker heeft afgepakt. 'Kom, we gaan.' Chase en ik komen achter het muurtje vandaan en samen rennen we naar de uitgang. We lopen een trap op en komen in een hal uit. 'Ik ben nooit verder geweest dan de keuken maar ik denk dat we de andere kant op moeten. En daar weet ik de weg niet.' Fluistert Jayden. Ik denk even na en kom dan op het beste idee dat ik ooit heb gehad. Zachtjes leg ik het aan Jayden en Chase uit. Ze verstoppen zich en ik loop naar voren, op zoek naar een wachter. Al snel zie ik er twee. 'Eh heren, kunnen jullie mij helpen?' Zeg ik op mijn meest vriendelijke toon. Ze draaien zich om en kijken elkaar met een alarmerende blik aan. 'Een indringer, dat kan niet. Dame, we nemen u mee.' En ze pakken me beide bij een pols vast. 'Ik ben Jade en ik kom de troon opeisen. Ik wil graag met Maraon spreken.' 'Wat! Het is de prinses! We moeten haar doden!' Zegt de man links van me en hij grijpt naar zijn wapen. 'Nee! Ik denk dat de Heer haar eerst wel zou willen ontmoeten.' Zegt de man aan mijn rechter kant. Ze sleuren me mee een trap op en vervolgens gaan we rechts. We staan stil voor een grote houten deur. Een van de mannen klopt op de deur en doet deze vervolgens open. 'Heer, de prinses.' 'Bedankt heren voor de hulp.' Zeg ik. Ik trek mijn handen los en voordat de twee mannen ze weer vast kunnen pakken worden ze op de grond gegooit door Chase en Jayden die ons zijn gevolgd. Ik richt mijn blik op de zwarte gedaante voor me. Hij draait zich om en ik zie een man met zwart haar, veel littekens, een plek waar ooit een brandwond zal hebben gezeten, vieze geel met zwarte tanden en pikzwarte, doffe ogen die duidelijk geen liefde kennen.

'Zo. Laat me raden: de prinses kwam haar plaats opeisen?' 'Inderdaad Maraon.' Ik trek het touwtje van mijn mantel los en gooi deze op de grond. Vervolgens trek ik mijn zwaard en ga in startpositie staan. 'Oh je wil ook werkelijk gaan vechten? Een klein meisje tegen een machtige heer?' 'Ja. En ik ben er klaar voor!' De adrenaline giert door mijn lijf. In Maraons hand verschijnt er een zwaard van rode vlammen. Dat is voor mij een teken dat dit gevecht niet zo makkelijk gaat worden als ik had gehoopt. Maraon begint met een steek maar mist. Ik duw met mijn lemmet zijn zwaard opzij om hem uit evenwicht te brengen. Werkt niet. Hij steekt weer. Ik ontwijk en trap hem naar achter. Hij valt met een smak op de grond maar staat direct zonder schrammetje weer op. 'Ah een taaie meid, daar hou ik wel van. Je kan er altijd nog voor kiezen om mijn vrouw worden.' Hij grijnst. 'Dat nooit, ik sterf nog liever! Maar aangezien ik niet van plan ben om nu al dood te gaan kun je maar beter alvast je koffers pakken. Ouwe zak!' Nu ben ik degene die grijnst, dat voelt goed. We lopen rondjes. Ik steek en raak. Vol in zijn been. Tot mijn verbazing bloed het niet. 'Dacht je dat dat pijn zou doen? Dat dacht je vader ook toen ik met hem vocht. Helaas heeft hij het niet overleeft.' 'Klootzak!' Schreeuw ik. Hij grijnst als ik zie dat zijn benen zijn veranderd in rookwolken. Ik zet mijn verstand weer op nul en weet zijn eerste slag te ontwijken met een duik. De tweede slag zag ik niet aankomen en hij maakt een snee in mijn arm. Ik wil schreeuwen maar verman me, schreeuwen is nutteloos. Ik haal uit en snij zijn hand open. Maar tot mijn verbazing groeit de snee direct weer dicht. 'Het heeft geen nut Jade, geef het op. Ik ben onverslaanbaar.' Hij laat zijn zwaard verdwijnen en laat boven zijn hand een rode energiebal verschijnen. Dit heb ik nog nooit gezien. Ik ben de klos. Hij vuurt de bal op mij af maar ik weet nog net weg te duiken. 'Shit.' mompel ik. Ik heb mijn zwaard laten vallen, nu kan ik me al helemaal niet meer verdedigen Maraon komt steeds dichter bij en ik ga steeds verder achteruit maar ik zit vast in de hoek. 'Ach meisje, in de hoek gedreven? Ik voel al bijna medelijden.' Maraon heeft een vieze spottende lach op zijn gezicht. Hij heft zijn twee handen met daartussen een enorme energiebal. Ik hou mijn armen beschermend boven mijn hoofd en heb mijn ogen stevig dichtgeknepen. Dan hoor ik het geluid van een elektrische schok. Ik kijk op en zie een energieveld om mij heen.  Dan besef ik me iets. Ik heb magische krachten! Met mijn zekerheid weer helemaal teruggevonden sta ik op en zie Maraon op de grond liggen kreunen. Zijn energiebal moet zijn afgeketst op mijn schild en hem hebben geraakt. Ik denk met heel mijn hart aan een krachtige energiebal en er verschijnt een felgroene bal tussen mijn twee handen. Ik doe mijn handen naar voren en de bal vliegt tegen Maraons arm. Hij schreeuwt het uit van de pijn. Ik stuur weer mijn energie vanuit mijn hart naar mijn handen. Zijn hart, natuurlijk! Ik moet hem raken op zijn hart om hem te verslaan. Hij is een geest en het enige wat van hem nog echt is is zijn hart. 'Dag Maraon.' Mompel ik en ik stuur mijn energiebal met alle kracht naar zijn hart. Zijn lichaam stopt met bewegen en verdwijnt als stof. Ik heb gewonnen besef ik me. Iedereen is vrij. 'Chase! Jayden! We hebben gewonnen!' 'Ja, soort van.' Mompelt Jayden somber. Ik draai me om en zie daar Chase bewusteloos op de grond liggen. Zijn arm en borst vol met bloed. Jayden zit naast hem en legt Chase zijn harnas aan de kant. 'Oh nee, Chase! Hou vol!' Ik begin te huilen. Zo kan het niet eindigen, zo mag het niet eindigen! Ik denk en denk aan elke mogelijke oplossing maar dan weet ik het. 'Ik heb magie! Jayden, ik kan Chase misschien helen.' Ik leg mijn handen op de diepe snee in Chase zijn arm. Met mijn ogen dicht stuur ik weer alle energie van mijn hart naar mijn handen maar dit keer met liefde in plaats van haat. Een tintelend gevoel ontstaat tussen mijn handen en de wond. Als het gevoel weg is doe ik mijn ogen open en kijk naar de wond. Er zit nogsteeds allemaal bloed maar als ik dat weg strijk is er geen wond meer te bekennen. Langzaam beweegt Chase iets en opent hij zijn ogen. 'Kim? Leeft Kim nog?' 'Ja Chase, het is oke.' Fluister ik. Als Chase weer helemaal bij zinnen is helpen wij hem omhoog. 'Zal ik alle wachters het nieuws dan maar vertellen?' Vraagt Jayden. 'Is goed. Wij zien je zo.' Jayden loopt weg en ik kijk Chase aan. 'Je leeft, je hebt hem verslagen.' Zegt Chase zacht. En dan doet hij iets wat ik nooit had verwacht. Hij drukt zijn lippen op de mijne en mijn buik vult zich met het beste gevoel dat ik ooit heb gevoelt.

----------------------------------------------
Whoaaa een enorm lang hoofdstuk maar het was het waard! Nog één hoofdstuk te gaan, wat jammer maar geen zorgen. Ik heb al plannen voor een ander boek dus hou mijn profiel in de gaten. En laat ook even een reactie achter wat je van dit hoofdstuk vond.
Xx

The other sideWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu