Hoofdstuk 19

237 16 2
                                    

'Vergeet het maar.' Bromt de stem van de bewaker zodra ik weer bij zinnen ben. Die klootzak heeft me op mijn hoofd geslagen met een stuk hout. Ik mijn ooghoek zie ik die vieze leider met zijn volgelingen aan komen lopen. Ruw wordt de tralies open gegooid en ik wordt meegetrokken. 'Ach, val dood!' Schreeuw ik in het gezicht van de enge leider die me vermakelijk zit aan te kijken. 'Zo zo, ook nog een grote mond. Dat gaat de heer niet leuk vinden. Maar ik heb een idee. Jij slaapt een nachtje bij mij in de kamer, dan zorg ik wel dat je geen problemen met de heer zal krijgen. Wat een geluk heb je toch. Je mag gewoon zomaar een nacht doorbrengen op een prachtige kamer en je voorkomt nog zweepslagen ook.' Grijnzend kijkt hij me aan. 'Nooit!' Mompel ik zo zacht mogelijk. 'Wat is er, schoonheid?' 'Niks.' Zeg ik boos. ' Breng haar naar mijn kamer en bindt haar goed vast want ze is slim.'

'S nachts doe ik geen oog dicht. Ik zit vastgebonden aan een paal in het midden van de kamer. In het bed in de hoek ligt hij te snurken als een gek. Alle voorwerpen waar ik ook maar iets mee uit zou kunnen halen zijn aan de kant gezet zodat ik er niet bij kan.

Na heel veel lange uren wordt het eindelijk dag en begint er weer leven te ontstaan buiten. Niet lang erna wordt de engerd wakker. 'Goedenmorgen schoonheid.' 'Ga weg viezerik!' Zeg ik bot. Tot mijn grote afschuw stapt hij uit zijn bed recht op mij af en neemt mijn hoofd tussen zijn handen. Hij geeft me een vieze kleffe kus op mijn mond. Als antwoord geef ik hem meteen een flinke trap tegen zijn scheenbeen aan. Dit laat ik me niet gebeuren. Hij verkrampt van de pijn maar weet zich weer redelijk snel te herstellen. 'Als je dat nog een keer doet geef ik je een trap in je heilige delen!' Mompel ik boos. Onverwacht snel houdt hij ineens een mes tegen mijn keel. 'Probeer maar niks. Je komt hier toch nooit vechtend weg.' Zegt hij bot.

Hij roept de bewakers en ik wordt grof meegetrokken met de bevelen mij in een extra stevige cel te stoppen aangezien ik een "taaie" ben. Ik wordt nog dieper onder de grond de cellen in geleid. Ondanks mijn goede richtinggevoel ben ik na een paar gangen de weg al weer vergeten. Ik wordt ik een cel gegooit met dikkere tralies en stevigere sloten. Er is geen raam, bed of stoel. De cel is eigenlijk compleet leeg op wat stro na om te liggen merk ik als ik goed heb rondgekeken. Met een klap gaat de de deur dicht. En vervolgens nog een deur. Ik laat me vallen in het stro en begin te huilen. Al huilend val ik in slaap.

Ik wordt wakker van een schuivende deur. Ik zie door mijn tralies dat de bewaker mijn kant op komt. Hij geeft me zonder iets te zeggen een glas water en een bord met vieze prak. Vervolgens loopt hij op dezelfde manier als hij gekomen is weer weg. Vergeet het maar dat ik dat ga eten.

Terwijl ik met mijn eten zit te spelen hoor ik ineens geschuifel in de cel naast me. Ik schrik en vlieg tegen de muur aan. Zolang het maar geen ratten zijn. Ik ben als de doods voor die beesten. 'Hallo?' Hoor ik iemand fluisteren. 'Godzijdank Chase jij bent het.' Zeg ik opgelucht bij het horen van zijn stem.

'Ik heb een idee,' fluistert Chase. 'Zodra de bewaker komt en mijn deur open doet om eten te brengen geef ik hem een trap, gooi de sleutels naar jou toe en ren ik weg. Dan gaan alle bewakers achter mij aan en kun jij veilig wegrennen.' 'Maar dan loop jij enorm veel gevaar, dat kan ik niet laten gebeuren!' Protesteer ik. 'Sst, het komt goed. En tenslotte jij bent het belangrijkste, jij moet hier veilig uit komen Kim!' Uiteindelijk stem ik toch maar in omdat ik niks anders kan bedenken.

Na heel lang wachten komt inderdaad de bewaker met eten. Hij zet het bord met smurrie in mijn cel en doet mijn deur weer op slot. Ik schuif het aan de kant en wacht. Ik hoor een schreeuw en weet dat Chase hem een flinke trap heeft verkocht. Ik zie de sleutels door mijn tralies vliegen en vang ze behendig op. Chase rent weg en ik maak mijn deur open, klaar om ook te rennen. Zodra ik wil gaan rennen hoor ik boze bewakers mijn kant op komen. Ik doe snel mijn celdeur weer dicht om niet door de mand te vallen. Shit! Plan mislukt. Ik hoop dat Chase weg weet te komen. De twee bewakers praten. 'We moeten die meid in de gaten houden. Stel dat zij ook ontsnapt. Dan hebben we een probleem, volgens mij zag de baas haar wel zitten.' Ze gaan recht voor mijn celdeur op een kruk zitten. Kijkend naar hoe ik boos tegen de muur aan zit.

Hoe langer het stil blijft, hoe blijer ik wordt. Chase heeft misschien weten weg te komen. Maar nee, een kwartier later komen wachters aan met een bewusteloze Chase tussen zich in. Op zijn hoofd zit een erg grote wond. Het bloed heel erg. Ze willen hem in zijn cel gooien maar ik schreeuw 'NEE! Als hij daar alleen ligt gaat hij dood, laat hem bij mij in, dan kan ik hem ten minste verzorgen! Alstjeblieft! Hij kan nu toch niks aanrichten!' De bewakers twijfelen maar geven mij toch mijn zin. Ze zetten hem in mijn cel neer en ik leg hem voorzichtig op de grond. Hij wordt wakker uit zijn bewusteloosheid maar is er slecht aan toe. Ik gebied hem te gaan slapen en binnen een korte tijd slaapt hij als een blok. Ik scheur de mouw van mijn shirt af en maak deze nat met het water dat eigenlijk voor drinken was bedoeld. Voorzichtig maak ik zijn gezicht en zijn wond schoon. Het bloeden is gestopt en ik leg de vieze doek weg. Ondertussen ben ik toch wel heel moe en wil ook gaan slapen. Hoe Chase daar ligt is hij echt heel lief en knap. Ik merk dat ik hem toch wel leuk vind. Zachtjes geef ik Chase een kus op zijn lippen en ik val dicht tegen hem aan in slaap.

--------------------------------------

Hee lieve mensen, na heeeeeel lang wachten eindelijk een hoofdstuk online. Helaas ik zit in mijn examenjaar dus zal ik weinig updaten dit jaar. :( wel heel veel thanks to my baee die me heeft geholpen met het laatste stukje :) ♡♡ thankyouu lieff

The other sideWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu