7. Haat overwint alles

265 43 2
                                    

Ik had haat nooit genoeg gewaardeerd, zoals een draak zou moeten. Want haat had dan wel mijn thuis van me afgenomen, haat was ik daar echter dankbaar voor.

Was het niet voor haat, had ik Onia nooit ontmoet in mijn oord. Was het niet voor haat, had niemand Onia alleen in de bossen achter gelaten.

Haat had me Onia gegeven. Liefde had haar van me afgenomen. Haat zou haar weer terug brengen. Het was allemaal zo simpel, eindelijk begreep ik waarom de wereld bezeten was door haat, waarom niemand zo angstig was gevlucht als ik. Waarom geen enkel van mijn soortgenoten Onia had vertrouwd als ik. Waarom draken niet konden liefhebben zoals ik.

Liefde bracht je dat wat zou komen en zou gaan, maar niet alles waar ik naar verlangde was me naar mij toegekomen, noch was gebleven waar ik zo van hield.

Haat werkte anders, haat had geen lot of keuzes. Met haat kon ik grijpen naar wat ik wou, met haat kon ik me vastklampen aan dat wat me nooit mocht verlaten. Wat had ik graag gehaat, wat had ik graag gedood en gedwongen, om terug te krijgen wat mij toebehoorde.

Maar Onia was de mijne niet. Ik kon het niet, ik durfde niet, plunderend de dorpen over te vliegen, en alles te grijpen wat mijn hart begeerde.

Onia was de mijne niet. Ik kon het niet, ik durfde niet, haar te dwingen voor mij te kiezen, niet te geven om wat haar hart begeerde.

In een wereld vol haat, leek slechts ik het niet in me te hebben om te haten. Slechts ik en... Onia!

Wat als ik haar dat kon laten zien? Wat als ik haat in het dorp naar boven kon halen?

Zou ze dan vluchten, net als ik? Zou dan terug komen? Zou ze dan kiezen voor mij? Of zou ze dan kiezen voor de liefde?

Haat kon mij helpen. Haat kon Onia naar me terug brengen. Haat kon mij dienen, maar haten zou ik niet. Ik was een vriendelijke draak, een vredige draak.

Ik kon mezelf van alles wijsmaken, om te rechtvaardigen wat ik deed. Dat maakte het echter niet rechtvaardig. 

De Kleine DraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu