17. Klaar

201 34 11
                                    

Ik kon het nu, ik was er klaar voor.  Klaar om zijn kop van zijn lijf te rukken en zijn bloed te laten vloeien als een waterval. Ik had hem graag in de brand gestoken, en die valse glimlach van zijn gezicht afgeschroeid.

Maar ik kon het niet, ik was er klaar voor. Klaar om me over te geven aan mijn vijand, om Onia en Geluk te kunnen beschermen.

Ik was er helemaal klaar voor, maar Onia stapte voor mij uit, met vuur in haar ogen. 'Nooit Barteon! Je kunt dreigen en moorden wat je wilt, maar de draak zal het kwaad niet voor je dienen.'

Barteon lachte ongelovig terwijl hij met een pruillipje naar de kleine jongen in zijn armen keek. 'Hoor je dat mijn kind? Mama wil je niet meer hebben.' Zijn gelach ging door merg en been. Zijn gelach van controlen en overwinning was pijnlijker dan de steken van een zwaard.

Hij wierp me een laatste blik toe, overtuigd dat het de laatste niet zou zijn. Hij floot tussen zijn vingers en een heel leger, zwaarbewapent kwam tussen de bomen en struiken uit gedraaft.

Hij had zoveel meer in zijn mars gehad, en hij had het niet eens hoeven gebruiken. Beschermend duwde ik Onia tegen me aan. Hij zou niet nog meer van mij af kunnen nemen.

Maar Barteon was niet in voor een strijd, hij had toch al gewonnen. Tevreden besteeg hij zijn paard. 'Tot ziens, mijn vriendinnetje.' Knipoogde hij haar plagend toe, en draafde weg met Geluk, met ons geluk.

Hoe kon Onia zo sterk zijn, zo onzelfzuchtig? Hoe kon ze accepteren dat hij er vandoor ging met haar zoon? Het kon zo gemakkelijk toch niet klaar zijn?

Ik krijste en maakte me klaar voor aanval. Ik wist dat ik er Geluk niet mee terug zou krijgen, maar ik zou zijn hele leger kunnen doden.

'Kleine draak, nee!' Schreeuwde Onia mij tot halt. 'We spelen niet mee met zijn spel. Het is klaar zo.' En een traan rolde van haar wang.

De Kleine DraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu