29. Onbegonnen strijd

191 34 3
                                    

Het kleine monstertje was krachtig, de soldaten waren geen partij voor haar. Blauwe vlagen vlogen in het rond. Dit had ik nog nooit gezien, niemand had dit ooit gezien. 

Angstig werd ik aangespoord om op te stijgen, de ketens om mijn bek en poten klikte los, en er werd hevig aan de kabels van mijn vleugels gerukt. Ik was hun laatste hoop hen te beschermen tegen dit buitenaardse  kwaad.

Het meisje greep het monstertje beet en keerde zich naar mij. Ze hield het tussen haar armen geknepen zoals Onia stenen had gekoesterd, alsof het haar eigen kinderen waren. Haar ogen vol angst en moed, zo herkenbaar.

De onschuldige aanblik, van deze wezens kleiner dan mijn teen joeg me de stuipen op het lijf, deed me vrezen voor mijn leven. Ze hief haar armen, maakte zich klaar voor de aanval, en ik wist niet hoe ik me verweren kon.

Haar blauwe vlagen grepen me, alles in mij tintelde, en plotseling knapte alle ketens en kabels om mij los. De vlammen in mij wakker de aan vol trots, ik was onverwoestbaar, en dit was mijn kans me eindelijk te kunnen wreken.

Ik klapperde wild met mijn vleugels, die eindelijk weer vrij waren. Ik schudde met lijf, en de soldaten vlogen van mij af als losse takjes die zich nog vast probeerde te klampen tussen mijn schubben, maar hopeloos ter aarde neervielen.

Ik liet mijn vlammen voor de laatste keer los, het borrelde gevoel in mijn buik, de branden golf van vuur in mijn keel. Alles dat me dwars had gezeten vond zijn weg naar buiten en stortte zich als een golf over de afvlakking van de berg, en vernietigde alles dat zijn pad kruiste.

Mijn kans was gekomen en ik had hem gegrepen. Ik had de soldaten overwonnen, ik had het buitenaardse  kwaad overwonnen, maar bovenal was mijn vrijheid teruggekeerd.

Mijn strijd was echter nog niet gestreden, mijn oorlogspad begon hier pas. Want ik zou niet rusten tot Barteon zijn dood gevonden had, en ik zal het voor hem zoeken.

De Kleine DraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu