15. De grote draak

233 37 10
                                    

Het was de mooiste tijd van mijn leven, zo volmaakt en compleet. Ik was geen derde wiel aan de wagen, ik was Onia's steun en toeverlaat. Hoewel ik me altijd ouderlijk tegenover Onia had gedragen, was ik niet haar vader, laat staan die van haar kind. Maar mijn rol in het gezin had ik gevonden, ik was Geluk's grote draak. Het kleine wormpje nog kleiner dan mijn vingerkootje, was mijn kleine man, en ik wist hem altijd op te vrolijke, alle dagen lang. 

Hij kon uren stuiteren van geluk op het vlies tussen mijn vleugels, en heel af en toe als Onia niet keek, gaf ik hem een zetje mee. Dan vloog hij meters hoog boven de bomen uit, gierend van plezier.

Voor alles dat Onia hem niet kon leren, nam ik die taak graag over. Zo stampten we krijsend en brullend door de bossen heen, terwijl de bosbewoners zich haastig uit de voeten maakten.

Voor alles dat Onia hem wel kon leren, werkte ik niet altijd mee. Dan hoorde ik haar mopperen dat we ons moesten gedragen, terwijl Geluk weer eens bessen uit zijn neusgaten schoot, en ik grote keien in de mijne propte. Ik was nou eenmaal zijn moeder niet, ik was zijn grote draak. We hadden de grootste lol, en ik nog Onia, waren ooit zo gelukkig geweest. 

Geluk leek ook niets te missen, die net zoals Onia, als kind nooit had geweten wie haar ouders waren, nog dat er andere van haar soort bestonden. En terwijl Onia nooit naar een antwoord had gezocht, kwam het antwoord Geluk juist zoeken.

Een antwoord op een vraag die onbeantwoord had moeten blijven. Omdat de waarheid soms pijnlijk is, letterlijk. Omdat de waarheid Geluk kapot maakte, letterlijk. 

De Kleine DraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu