12. Ritme van leven

216 34 4
                                    

Ik legde Onia op de grond, haar armen en benen volgde losjes haar romp. Ik zag de wonden, veroorzaakt door mijn scherpen tanden. Waren mijn tanden de doodslag geweest?

Dit was allemaal mijn schuld geweest.

Berouwvol kroop ik tegen haar aan, drukte haar tegen mijn warme buik. Het voelde zo gewoontjes, haar huidje, zo zacht en koel. Haar ademhaling vlot, maar rustgevend.

Haar ademhaling, een ritmisch teken van leven, ondersteund door het kloppen van haar hart. Samen vormde zij de compositie van het bestaan.

De zon ging onder, maar het kille licht van de nacht kon mijn warmte niet verjagen. Met haar ademhaling als muziek in mijn oren viel ik slaap.

De volgende morgen klonk het muzikale meesterwerk, de prachtige klanken van Onia's stem, die mijn zachtjes wekte. Haar tedere handjes prikten speels in mijn buik. Was Onia weer de oude?

Slaperig tilde ik mijn hoofd van de grond, maar opwinding raasde door mijn lijf. Ik draaide mijn hoofd om en zag haar, met een brede glimlach op haar gezicht. Alsof de horror van gisteren zich nooit had vertoond.

Ze kroop dicht tegen me en sprak met een zacht stemmetje. 'Ik heb een fout begaan, Kleine draak.' Haar stem klonk nog verdrietig, nog blij.

Ik slaakte een zucht door mijn neusgaten en aaide haar met de flank van mijn kop. Begrijpend, vergevend, en schuldig. Ik had de grootste fout begaan.


De Kleine DraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu