Hoofdstuk 5

139 10 5
                                    

POV Tony
We besloten in de schemering aan te vallen. Meestal wordt de wacht dan bijna gewisseld en is hij een beetje ingedommeld. Zo hebben wij meer van het verrassingseffect. Ik, Sil, Will en een paar Emaraanse boogschutters die voor een tijdje naar Sils aanwijzingen luisteren staan op de bergpunt waar ik gisteren Silferina en Will vond, om vanaf daar de aanval te starten. Op Silferina's teken begint de aanval, en zullen de Isitopes verrast worden. Silferina leek er eerst geen moeite mee te hebben, maar nu was ze zenuwachtiger dan eerst. Misschien ook omdat ze nog nooit een echte oorlog heeft meegemaakt. Will staat haar bij, en ik kan ook een handje helpen. Silferina kijkt me even aan. Ik glimlach bemoedigend naar haar. Ze glimlacht terug. Dan checkt ze het landschap, ziet dat iedereen op zijn positie staat en wenkt de boogschutters tevoorschijn te komen. Will komt naast me en bestudeert Silferina. "Ik denk dat ze meer weet dan ze denkt te weten hiervan." fluistert hij. Ik knik. Ik heb enorm veel vertrouwen in haar, en weet dat ze het kan. Anders kan ze vanuit twee punten steun verwachten, van mij en Will. De Isitopes zien de boogschutters en slaan alarm. Alarmbellen rinkelen door het hele kamp, terwijl de Isitopes zich onze kant op haasten. Silferina steekt haar hand op. De boogschutters stoppen. Heel even wachtte Silferina, om de Isitopes goed te observeren denk ik. Dan zegt ze iets in het Emaraans en leggen de boogschutters aan. De voorste rij Isitopes snapte dat er iets mis was, maar werd door de bloeddorstige achterhoede vooruit geduwd. Silferina riep iets in het Emaraans en de boogschutters schieten hun pijlen af. Dat was het teken voor de rest om in actie te komen. Vanuit alle kanten kwamen Emaraanse soldaten, onder leding van Goldur, Tigerai en Auron. Silferina legde nu zelf ook aan en riep weer een bevel naar de voogschutters. Ik en Will proberen de Isitopes die het dichtst bij komen uit te schakelen. Onder ons woedt het gevecht. De laatste paar Isitopes die hierheen kwamen vallen dood op de aarde en Silferina roept een nieuw bevel. Het valt me op dat de boogschutters als een geoliede machine naar haar bevelen luisteren. Ze trekken het niet in twijfel, ze bewegen als een man en schieten ontzettend goed. Silferina roept opnieuw iets en de boogschutters schieten, maar dit keer schiet ieder voor zich op een zelf uitgekozen soldaat. Geen enkele pijl raakte een van de andere Emaraanse soldaten, wat best moeilijk is als je vanaf deze hoogte moet schieten. Silferina kijkt naar de slachtoffers die vallen en gebaart dat de boogschutters hun bogen even naar beneden kunnen doen. "Meer hoeven we niet te doen denk ik." Ze kijkt naar Will, die knikt. "Meer dan wachten kunnen we niet. Misschien kunnen we beter nu zelf gewoon schieten gaan." Silferina knikt, vertaalt wat er net besproken werd aan de boogschutters en geeft ze een nieuw bevel. Dit keer verspreidden alle boogschutters zich en begonnen vanaf hun plek pijlen te schieten. Ze zijn goed, niet zo goed als grijze jagers, maar wel beter dan gemiddeld. Ik, Silferina en Will schoten ook, en dit keer gaf Will ons opdrachten mannetjes uit te schakelen. Dat had hij geleerd van een fout die hij een keer met Halt maakte, toen hij achter een groep mensen aan ging die anderen probeerden te bekeren en ze dan aftroggelden. Toen schoten ze beide op dezelfde Genovees die een hinderlaag voor hen had gelegd. Dat liep bijna verkeerd af voor Halt. "Links Tony!" Ik schiet op de linkerflank. Daar had iemand bijna een doorbraak weten te forceren, maar dat was nu verhinderd. De Isitopes zijn aan het verliezen.

POV Silferina
Na een tijdje was het over. Het kamp van de Isitopes was bedekt met bloed en lijken van vriend en vijand. Een misselijk gevoel bekroop me. Een echte oorlog heb ik nog nooit gezien en of gevoerd. Ik dacht dat oorlogen niet zo misselijkmakend maken, maar juist de momenten dat helden naar voren stapten. Ik haal onregelmatig adem. "Gaat het Sil?" vraagt Tony bezorgd. Ik schud mijn hoofd. Tony hoefde me alleen even aan te kijken om te snappen wat ik doormaakte. Al dat bloed, de verwoesting... Het deed me denken aan de dag dat ik van Goldur, Tigerai en mijn ouders gescheiden raakte. Tony slaat zijn armen om me heen en ik huil even, niet lang. "Het is oké. Het is oké." fluistert Tony in mijn oor. Will kwam bij ons staan. Tony hoefde niet veel te zeggen. Vier woorden maar. "Ze heeft nare herinneringen." Will snapte het meteen. Ik bleef staan in Tony's armen. Hij was warm, voelde veilig aan en liet me beter voelen. "Gaat jet hoogheid?" vraagt een van de boogschutters. Ik laat Tony los, veeg mijn tranen weg en knik. Ik haal diep adem en herpak mezelf. "Het gaat. Slechte herinneringen kwamen naar boven toen ik dit zag." stel ik hem gerust. Aangezien de Emaranen geen tot weinig van de internationale taal kunnen - alleen handelaren en hoge officieren hebben er wat aan, dus doet de rest niet eens de moeite om het te leren - praat ik Emaraans tegen de soldaten. De boogschutter knikt een paar keer. "Ik denk dat u ze vaak hebben gaat, met de naderende oorlog in zicht." Emaraanse soldaten hebben respect voor hun officieren en koning, maar ze vertellen altijd wat ze denken, want wie weet, misschien is het handig. Als de officier beledigt is zal hij dat ook netjes zeggen, waarop de soldaat zegt dat het hem spijt en ze weer door gaan. Zo werkt het voor de Emaraanse soldaten, en het werkt nog steeds. Ik glimlach naar hem. "Je hebt gelijk..." Ik weet zijn naam niet, en dat liet ik hem ook met een verontschuldigend glimlachje merken. "San. Het is miet erg dat je dat niet weet hoor." Ik knik een paar keer. "Je hebt gelijk San. Mooie naam trouwens." San nam het compliment aan met een knikje. Houd je manschappen te vriend, je hebt ze nodig, net zoals ze jou nodig hebben. "Gaan we weer? Goldur zwaait." zegt Tony. Will schudt zijn hoofd. "Ik denk eerder dat hij wat gevonden heeft."

De grijze jaagster, boek 3, LegendesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu