Hoofdstuk 25

105 8 0
                                    

POV Tony
Bij de volgende pauze was het middag, extreem heet en moesten we in de felle zon zitten, vastgebonden aan een paal die ze even in de grond hadden geslagen. Ik en Goldur zaten het minst goed vast, maar ik ben op dit moment zo duizelig dat ik het betwijfel of ik het lang overleven zal als ik ontsnapte. Will voelt aan mijn voorhoofd. "Gaat het?" Ik schud mijn hoofd. Will kijkt me bezorgd aan. "Je had die man ook niet moeten neersteken. Volgens mij zag een van zijn vrienden dat jij dat deed, en sloeg je keihard neer met het gevest van zijn zwaard. Daarna bond hij je vast en overmeesterde Jenny en Goldur. Maar op jou lette hij het meest." Will knikt naar een van de Isitopes. Hij heeft zwart haar, een zwarte baard en snor en twee felle, blauwe ogen. "Dat is hem, en hij houdt je nu ook in de gaten." Ik slik en knik een paar keer. Volgens mij is die uit op wraak. Maarja, niet iedereen kan je vriend zijn. Het hoort ook een beetje bij het vak. "Goldur?" vraagt Jenny bezorgd. Ik draaide me om en zag dat Jenny Goldurs wond probeerde te verzorgen, maar hij haar hand de hele tijd wegsloeg en ijlde. "Niet doen. Bloedspoor voor Sil. Kanzeonsvolgennn." zei hij als een of andere dronken,an. Bij de naam 'Sil' kreeg ik een steek in mijn hart. Jenny had tranen in haar ogen. "Maar Goldur, Silferina is dood." zegt ze met een onvaste stem. Goldur kijkt haar verbaasd aan en knippert een paar keer met zijn ogen. "Oh ja, hoe kan ik dat ook vergeten? Nouja, dan kunnen de Gerdinges ons nog wel volgen." "Wil niet pessimistisch zijn broertje, maar ik denk dat ze dat niet gaan doen. Het is hun probleem niet." zegt Tigerai barst. Hij tuurt de hele tijd in de verte, kwaad en verdrietig tegelijk. Jenny probeert Goldurs wond weer te verbinden, maar Goldur slaat haar hand weg. "Niet verbinden. Ik bloed liever dood dan dat ik sterf door een van die Isitopes." Joris glimlacht. "Ik wil niet veel zeggen Goldur, maar als je doodbloed ga je ook dood door een van de Isitopes, namelijk degene die jou verwondde." Goldur wilde reageren, maar zijn ogen rolden al in hun kassen. Bewusteloos viel hij op Jenny, die bijna omkukelde van schrik en het plotselinge gewicht. "Goldur!" roept ze. Tigerai hijst zijn broertje overeind en slaat hem een paar keer op zijn wang. Geen reactie. Ik wilde helpen, maar was iets te duizelig en misselijk. Ik denk niet dat mijn braaksel Goldur veel helpen kan. "Kom op broertje, vecht. Vecht als een man! Vecht! Jij mag niet ook al dood gaan..." smeekt Tigerai. De Isitopes keken even om, lachten en gingen gewoon weer door met hun ding doen. "Ze helpen niet eens, ze laten ons gewoon stikken." mompel ik verontwaardigd. Will knikt. "Was me ook al opgevallen. Ik denk dat ze het zelfs grappig vinden, en wedden of Goldur het haalt of niet." Ik grom. Ik begin de Isitopes steeds minder te mogen. Niet dat ik ze ooit aardig vond ofzo, maar nu haat ik ze echt. Heel erg.

POV Silferina
"En als jullie niet meewillen gaan we alleen. We moeten en zullen onze vrienden bevrijden." zeg ik boos. Ik, Rhian, Amira en Dian staan te overleggen wat we nu moeten gaan doen. Ik wilde graag dat de Grenam met ons meereisden, om ons te helpen, maar Rhian heeft het de hele tijd over zijn plicht tegenover de stam en wil niet betrokken raken bij een of andere simpele ontvoering. "Ik wil best helpen, maar niet nu. Mijn stam heeft een veilige plek nodig, en dat is mijn eerste prioriteit." zegt Rhian vastbesloten. "Maar het gaat om jullie vijand, de Isitopes!" zegt Dian. "Het is onze vijand misschien wel, maar dat betekent niet dat we elkaar elke keer in de haren vliegen. Als ze ons problemen bezorgen, dan vechten we. Doen ze dan niet, dan vechten we niet." Amira kijkt haar vader smekend aan. "Ik denk dat de stam het echt wel even zonder ons kan. Alsjeblieft pap, help." Rhian schudt nog eens zijn hoofd. "Nee, nee en nog eens nee. Ik ga niet helpen. En jij al helemaal niet meisje." Amira kijkt haar vader kwaad aan. "Ook niet omdat ze koning Joris hebben? Als ze hem doodden en het paleis innemen hebben ze heel Faralla, inclusief ons. Dan zijn wij slechts vlooien op de pels van een wolf, irritante in-de-weg-zitters. Ze zullen ons doden als we niet netjes naar ze luisteren, en zal jij ooit naar een Isitope luisteren? Ongeacht de situatie?" "Maar natuurlijk niet!" barst Rhian uit. "Ik zal nooit een bevel van een Isitope aannemen Amira, dat weet je best." Ik besloot het vanaf hier even van Amira over te nemen. "Maar wat Amira zegt is wel waar. Als de Isitopes Faralla in hun macht hebben zullen ook de Grenam eronder leiden, hoe je het ook wendt of keert. Als je ons helpt heb je op zijn minst geprobeerd ze te stoppen." Ik liet de woorden even tot Rhian doordringen. Hij slaakt een diepe zucht. "Goed dan. Maar meer als zeventig manschappen wil ik niet meenemen, want het kamp moet ook beschermd worden. Kom Amira, neem even afscheid en pas dan voor me op het kamp." Amira schudde boos haar hoofd. "Nee. Ik ga mee. Het maakt me niet uit wat je zegt pap, maar als ik de harde wereld nooit trotseer en enkel veilig in het kamp blijf zal ik ook nooit leren een goede leider te worden. Ik ga mee, en ik weet nog wel een paar anderen te noemen die graag mee willen, maar niet een van uw 'mannetjes' zijn." zegt ze boos. Ik glimlach naar haar. Rhian kijkt zijn dochter kwaad aan. "Daar komt-" "Niets van in? Tuurlijk wel! Hoe wil je me tegenhouden. Ik ga mee, punt." onderbreekt Amira haar vader. "Pittige tante hoor. Ze doet me een beetje aan jou denken." Ik had de neiging Dian te slaan, maar toen ik zijn grijns zag deed ik het. Lachend wreef hij over zijn arm. Rhian laat zijn schouders zakken. "Goed. Je mag mee. Maar niet meer dan dat!" Hij beent naar het kamp, om ze over de laatste ontwikkelingen in te lichten. Amira kijkt me vrolijk aan. "Ik mag mee!" roept ze. Ik grijns. "Dat vermoeden had ik al."

De grijze jaagster, boek 3, LegendesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu