Hoofdstuk 33

132 9 1
                                    

POV Silferina
Toen ik weer kon ademhalen moest ik hoesten, toen Tony me in zijn armen had herkende hij me niet - logisch, ik had een kap op - en nu ik herkend ben en terug geknuffeld wordt zit ik te snikken, en doet mijn keel zeer. Ik had liever gehad dat dit anders liep, dat ik niet lag te snikken, Tony me meteen in zijn armen nam en ik herkend zou worden. Maar blijkbaar werd er geloofd dat ik dood was, lekker dan. Nou, het is tot nu toe al twee keer op het randje geweest, en ik heb het gevoel dat dit niet de laatste keer is dat mijn leven in gevaar is. Joepie. Tony laat me los en helpt me overeind. Toen werd ik overspoeld door knuffels van Goldur en Tigerai helemaal kapot knuffelden. Toen zij klaar waren nam Jenny me in haar armen, en toen was Will aan de beurt. Als ik los ben gelaten door iedereen zie ik Auron naast me staan, schuddend met zijn hoofd. "Ik had het kunnen weten." mompelt hij. Ik glimlach naar hem. "Ik moest wel." zeg ik. Auron zucht. "Net je vader, die is ook altijd zo geweest." Hij neemt me in een stevige omhelzing. "Ik ben blij dat het goed is afgelopen. Ik moet er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als je dood ging door die wurging." "Hé ja, nu je het zegt... We wisten niet eens dat jij het was. Als we dat wel wisten was het waarschijnlijk zelfs erger geweest." merkt Jenny bleek op. Amira glimlacht zwakjes. "Jij wist het." zegt Tony zacht. "Wij hadden een vermoeden. Er waren geen andere vrouwen in het kamp, maar we wisten het niet zeker." zegt Rhian. Hij slaat me een paar keer op mijn schouder. "Het was een goede zet, Rode Vrouwe." Ik kijk hem verbaasd aan. Amira knikt. "Silferina, als iemand je een Rode Vrouwe noemt betekent dat dat je dapper, sterk, slim en goed bent geweest. Het is een eretitel van de nomadenstammen, en je hebt hem dubbel en dwars verdiend." legt ze uit. "Maar jíj hielp me! Als jij er niet was geweest had ik geen stem en meedenken gehad, en was ik sowieso niet op het idee gekomen." Amira glimlacht naar me. "Maar jij was degene die gewurgd werd Sillie, en dat was met een reden." Tsja, als je het zo bekijkt... Toch voelde ik me er niet prettig bij. "Jij verdient hem ook Amira." zeg ik zacht. Tony schudt zijn hoofd en slaat zijn arm om me heen. "Amira heeft gelijk. Omdat jij de rode mantel droeg wisten ze zeker dat jij degene was die de boel probeerde te bedotten. Amira kon veilig wegkomen, maar jij zette serieus je leven op het spel. Ik vind dat je hem verdient hebt." Ik glimlach een beetje ongemakkelijk. "Niet tegensputteren." zegt Goldur, terwijl hij me in mijn goede schouder knijpt. Ik zucht. "Ik ben er heus wel dankbaar voor..." "Niet tegensputteren dan." zegt Jenny glimlachend. Ik geef mijn protesten op en glimlach naar Rhian en Amira. "Bedankt dan." Ik wilde er nog wat achter zeggen, maar Will hield me tegen door een nieuw onderwerp aan te snijden. "Is Faralla nu vrij? Ik bedoel, Kinrah is dood..." "Ik verklaar Faralla vrij van Kinrah, maar de Isitopes in het noorden moeten nog even verdreven worden." zegt Joris. "Ach joh. Dat is zo opgelost met deze hier." Tigerai knikt naar de man naast de dode man, die blijkbaar Kinrah heet. Hij leefde nog, maar hoestte bloed en zijn zij ziet ook rood van het bloed. Joris glimlacht. "En of we hem daarvoor kunnen gebruiken..." zegt hij geheimzinnig.

POV Tony
Kellah werd verzorgd, zodat hij ons helpen kan met het verdrijven van de Isitopes in het noorden. Silferina legt haar hoofd op mijn schouder terwijl haar wonden ook verzorgd werden. Haar wond op haar schouder was open gegaan terwijl ze lag te spartelen omdat ze gewurgd werd. Ik ben zo blij dat ze wel leeft, hoewel dat op het randje was geweest deze keer. Maar hoe ze aan haar wond op haar schouder komt weet ik niet. Misschien moet ik het zo even vragen. "Toto?" Silferina kijkt me vragend aan. "Wat bedoelde Kinrah met 'mijn baas'?" Ik haal mijn schouders op. "Denk je dan dat Kinrah hier niet eens zelf achter zat maar dit een veel grotere operatie is?" "Misschien." antwoordt Sil. Het blijft even stil. Nu ik erover nadenk, het klinkt best logisch. Het verklaart Kinrah's woorden in ieder geval wel. Maar hoe groot is deze operatie dan wel niet? "Zullen we er maar even niet over nadenken?" vraag ik. "Straks als we thuis zijn kunnen we hier uitgebreid over piekeren. Nu kunnen we ons beter concentreren op dat jouw schouder geneest en dat we thuis komen. Over jouw schouder gesproken, hoe kom je aan die wond?" Silferina blijft even stil. "Ik weet dat je van onderwerp veranderen wil, maar het is te serieus om te laten liggen." zegt ze na een tijdje. "Dus gaan we er thuis uitgebreid mee bezig, met Will, Goldur en alle mensen daar. Misschien wil koning Arnaut ook even helpen, of Jenny van de herberg. Laten we er thuis mee bezig gaan. Hoe kom je aan die wond?" reageer ik vrolijk. Silferina blijft weer even stil. "Ik en Danser waren alleen in de woestijn." zegt ze na een tijdje. Ik wacht tot ze doorgaat. Als ik het hele verhaal wil horen moet ik haar niet onderbreken. "Het was verschrikkelijk. We waren jullie kwijt, hadden amper water en de zon brandde echt enorm. Elke heuvel bood ons hoop op een waterbron, jullie of iemand anders die ons opvangen kon. De dag ervoor hadden we al met een slang te maken gehad, wat we net op het nippertje overleefden. Voor de leeuw kwam kwamen we een groepje roodgedoekte mannen tegen, die in een vreemde taal tegen ons praatten en lachten. Opeens riep een van hen 'karalini' ofzo en werd ik besprongen door de woestijnleeuw. Zijn klauwen boorden zich in mijn schouder, waar ze deze wond achterlieten. Als Danser er niet geweest was had ik het niet overleefd, allereerst niet omdat zij de leeuw van me af hielp en ten tweede niet omdat ik bewusteloos raakte door het erge bloedverlies, en zij me naar de Grenam bracht. Het was echt op het nippertje weet je." Ik blijf even stil. Wow, dat had ik niet verwacht. Ik neem Silferina stevig in mijn armen. "Ik wens nog elke dag dat ik bij je was." fluister ik in haar oor. Ze lacht. "Nee, dat wil je echt niet. Ik vind het heel lief hoor." Ze geeft me een kus. "Maar dan was jij ook in gevaar geweest." Ik glimlach. "Maar dan hadden we het tenminste samen gedaan, en was je niet alleen." "Ik had Danser hoor!" "Je snap heus wel wat ik bedoel." Silferina blijft even stil. "Dan is het waar. Maar alsnog, gebeurd is gebeurd. We hebben het ook op deze manier overleefd, beter dan dat kunnen we niet willen." Ik glimlach opnieuw. "Dat is waar." antwoord ik, en ik geef Sil een dikke knuffel.

De grijze jaagster, boek 3, LegendesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu