Hoofdstuk 18

99 9 0
                                    

POV Silferina
Overdag is het ontzettend warm, en 's nachts is het ontzettend koud. Ik snap het niet. Hoe kan het in een snikhete woestijn koud zijn? Ik ben al een dag in mijn eentje door de woestijn aan het wandelen. Danser stoot met haar neus tegen mijn rug, omdat ze struikelde. Oké, met Danser dan. Danser briest. Ik lette er niet op, omdat ik nog steeds bezig was met hoe ik dit in hemelsnaam moest overleven, de vraag die al de hele ochtend door me heen schiet. Hoe? Ik weet niet eens hoe ik dit overleven kan. Danser briest opnieuw. Dit keer lette ik wel op. Ik ging stil staan en keek even om me heen. Will zou dit afgekeurd hebben. Eerst doen alsof je niks door hebt en via je ooghoeken kijken, die laten meestal meer zien dan het gewone oog- zei hij altijd. Ik deed dat niet, gelukkig maar. Net toen ik me omdraaide zag ik wat me wilde aanvallen. Een slang, nauwelijks zichtbaar voor het blote oog, als je tenminste niet goed kijkt. Ik deed dat wel, gelukkig maar. De slang hapte naar mijn enkels, en ik ging net op tijd aan de kant. Sissend kwam de slang op me af, terwijl ik achteruit deinsde en mijn mes zocht. Ik en Danser hebben al een hele dag amper gedronken, waardoor ik me heel droog en langzaam voel. Eten hebben we niet, dus hebben we het tot nu toe met een klein struikje bessen - bessen voor mij, blaadjes van het struikje voor Danser - en water moeten doen. Ik kreeg mijn messen maar niet te pakken, dus werd het een soort duik-weg-spel voor de slang, die elke keer nieuwe dingen probeerde om me te imponeren of bijten. Ik bleef strak naar hem kijken, terwijl een ander deel van mijn brein zich op het pakken van een dolk richtte. De slang deed weer een uitval, en ik dook weer aan de kant. Een deel van mijn broek scheurde door de tanden van de slang. Ik wed dat hij giftig is, wat mijn taak om hem te doden nog belangrijker maakt. Hij dood of ik dood, en ik ben nog niet klaar met dit leven. Maar die slang ook niet- zegt een zeurderig stemmetje in mijn hoofd. Ik sluit me ervoor af. Dat is het leven, doden of gedood worden. Ik moet de slang die mij probeert te vermoorden doden zodat ik zelf niet dood ga. Punt. Ik duik weer weg. De slang kwam kronkelend naar me toe. Ik wilde weer wegspringen, maar de slang was net iets smeller dan ik had verwacht. Er klonk luid gehinnik en opeens stapte Danser op de slang, met beide hoeven op het slangenlijf. De slang werd kwaad en ging Danser bijten. Althans, dat probeerde hij. Net op het moment dat Dansers hoeven de slang raakten had ik mijn werpmes te pakken gekregen. Dus toen de slang Danser aanviel gooide ik, geheel instinctief, de dolk naar de slang. Net toen hij opsprong raakte het lemmet hem en was de slang dood. Danser briest. Ik had hem heus wel gedood hoor. Ik blaas een pluk haar voor mijn ogen weg en haal de vlecht uit mijn haar. Terwijl ik hem opnieuw vlocht antwoordde ik. "Juist ja. Je had hem."

POV Tony
Die avond was het stiller dan normaal. Gisteravond was het nog druk geweest omdat de soldaten bezig waren met spullen pakken of met vrienden die in een van de groepjes zaten die Sil gingen zoeken dag te zeggen. Nu ze weg zijn en alles weer zijn 'normale' gangetje gaat was het stiller dan normaal. "Missen jullie haar?" vraagt Jenny. Ik kijk op en zie haar ogen weer tranen. Goldur, Tigerai en Will antwoordden niet. Ze keken allemaal naar het vuur, allemaal in gedachten verzonken. Joris schraapt zijn keel. "Ja. Ik mis haar wel." Hij wachtte even voor hij verder sprak. "Ze deed me aan de Rode Vrouwe denken, en aan alle andere verhalen die de Isitopes over vrouwen hadden. Ze aanbidden vrouwen zo'n beetje." Joris glimlachte even. "Ze hadden Silferina vast wel gemogen." Het bleef weer even stil. Dan neemt Will het woord. "Wat voor een verhalen zijn er dan over vrouwen? En waarom over vrouwen, en niet over mannen?" vraagt hij Joris. Die glimlacht zwakjes. "De Rode Vrouwe is hun beschermheilige, en ze geloven dat vrouwen dapperder zijn dan ze laten merken. Vrouwen worden geëerd, een soort van dan. Ze doen nog steeds vrouwentaken, zoals koken en voor het gezin zorgen, maar ze worden vaak ook getraind tot soldaten die geen genade kennen, de dapperen onder de vrouwen. Die vrouwen worden geëerd, vanwege het verhaal van de Rode Vrouwe, Isi." Het blijft weer even stil. "Ik denk dat Silferina nog best wel een goede 'Rode Vrouwe' kon zijn." zegt Will opeens. We kijken hem verbaasd aan. Goldur en Tigerai snapten hem als eersten. "Tuurlijk." gniffelt Tigerai. "Ik zie het haar zo doen." grijnst Goldur. Dan snap ik het ook. "Je bedoelt dat we haar als Rode Vrouwe konden kleden en zo de Isitopes konden bedwingen?" Will haalt zijn schouders op. "Jenny is daar te zacht en diplomatiek voor, dus is Silferina de perfecte keuze, sowieso al. Ze is koppig, vastberaden, kan goed vechten en weet goed wat ze wil en wat moet gebeuren." Ik glimlach bij de gedachte van Silferina, die zichzelf in een rode cape hijst en de woorden die ze moet roepen nog eens opzegt, zonder dat iemand het kan horen, helemaal klaar om de Rode Vrouwe te spelen. Ik zie het haar zo doen. "Als ze terug is zullen we het haar voortellen, deal?" zegt Jenny. Goldur, Tigerai en Will knikken. Joris glimlacht enkel. De stilte daalt weer op ons neer. Dat Silferina weg is doet nog steeds zeer, maar het is makkelijker te bepraten omdat we allemaal dezelfde pijn delen - bij mij, Goldur en Tigerai misschien iets erger en bij Joris iets minder - en we allemaal de hoop hebben dat ze veilig terug komt. En dat komt ze. Ik weet het zeker. Althans, ik hoop het meer dan alles op deze wereld. Als zij dood is zal ik niet meer willen leven.

De grijze jaagster, boek 3, LegendesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu