Hoofdstuk 27

117 9 0
                                    

POV Tony
Toen ik wakker werd hoorde ik stemmen in de cel. Ik lag op de grond, maar het was minder hard dan ik had verwacht. Goldr zat rechtop in bed met Jenny naast hem. Ze hielden elkaars handen vast. Ik blijf roerloos liggen, met mijn ogen gesloten, allereerst omdat ik me te duizelig voelde om op te staan en ten tweede omdat ik eens wilde horen wat er gezegd werd. "Ik weet niet waarom jullie weigeren iets te zeggen, maar koning Joris, u moet beter weten." zegt een stem die ik niet ken. Het klonk mierzoet en dreigend tegelijk, met een stukje wreedheid erin. "Mijn titel betekent niks op het moment Kinrah, dat weet je best. We mogen zelf bepalen wanneer we zwijgen." hoor ik Joris zeggen. "Je kan toch wel antwoorden op de vraag wat jullie in de woestijn deden?" "Ik heb het vermoeden dat u dat zelf als weet." zegt de stem van Will. Kinrah snoof. "Tuurlijk, jullie wilden het noorden bevrijden, wat jammerlijk mislukt is. Goed. Dan vraag ik wel niks meer." Er gingen voetstappen de cel uit. De deur ging met een klap dicht en de voetstappen stierven weg. "Die is boos." zegt Goldur. "Tuurlijk." zegt Tigerai. "We hebben hem flink op zijn tenen getrapt toen we zijn gezag ondermijnden. Hij wilde zich even groot voelen, maar dat mislukte." "Hij verdient ook geen gezag. Iemand zoals hem verdient zoiets niet." zegt Joris boos. "Hij wilde gewoon even de baas spelen en probeerde ons bang te maken. Laten we het nu maar gewoon even rusten en ons concentreren op andere dingen. Goldur, hoe voel je je?" vraagt Will. "Slap, duizelig maar verder wel oké. Heb ik echt de hele reis bewusteloos gelegen?" "Ja, ook op het paard, tegen Tony aan, die zelf moeite had met overeind blijven zitten. Maar het geeft niet." zegt Jenny geruststellend. "Nou, ik voel me anders wel erg stom en slap hoor." mompelt Goldur. "Niet doen, zelfs de grootste krijgen gaat wel eens ten onder. Je kan niet altijd de sterkste zijn." zegt Tigerai. Ik draaide een beetje, omdat de vloer hard aan begon te voelen. Iemand heeft een kussen voor mijn hoofd gemaakt zag ik nu. Mijn hoofd begon weer te bonken, alsof het zich opeens weer herinnerde dat het bonken moest. Ik kreunde. "Tony?" vraagt de stem van Will. Ik kreun opnieuw. Voetstappen komen mijn kant op. Ik probeer mijn ogen open te doen, maar dat lukte niet. "Tony?" vraagt de stem van Will weer, dichterbij nu. Het lukte me een oog open te doen, die in het gezicht van Will keek. Gelukkig was het niet heel erg licht in de cel, anders had ik mijn ogen dicht moeten knijpen tegen het felle licht. Ik open mijn andere oog, doe ze meteen weer dicht omdat mijn hoofd weer zeer deed en kreun opnieuw. "Tony, kan je me horen?" Weer komen er voetstappen mijn kant op. "Tony, wakker blijven. Herinner je waar je vandaan komt?" vraagt de stem van Joris. Tuurlijk, Faralla, waar we nu zijn. Ik kreun, open mijn ogen en begin over mijn voorhoofd te wrijven. "Faralla." Joris zucht opgelucht. "Goed. Hoe voel je je?" "Beroerd, maar het gaat beter." "Probeer maar even overeind te komen." Ik probeer mezelf overeind te hijsen, maar viel bijna meteen om. Will ving me op en hielp me tegen de celmuur aan te gaan zitten. Jenny, Tigerai en Goldur keken me bezorgd aan. "Hoeveel vingers steek ik op?" Joris houdt drie vingers omhoog. "Drie." Joris laat zijn hand zakken en glimlacht opgelucht. "Dan denk ik dat je over het ergste heen bent. We schrokken ons allemaal dood toen jij opeens op de vloer viel. Will had meteen zijn mantel af gedaan en het als kussen onder je hoofd gelegd. Je hebt zeker drie uur bewusteloos gelegen, en misschien is het beter dat je weer even slapen gaat zo." "Bed delen?" zegt Goldur grijnsend. Ik rol met mijn ogen. "Tuurlijk. Met jou. En je stinkvoeten." "Die kunnen buiten het bed hoor!" protesteert Goldur. Jenny glimlacht naar hem. "Je bied hem je bed aan en niet mij? Het meisje van je dromen?" Goldur wilde reageren, maar Jenny drukte haar lippen al op de zijne. Glimlachend keken we naar de twee, die elkaar na een tijdje met een rood hoofd weer los lieten. Goldur glimlacht. "Dat was wel oké." zegt hij. Jenny bloost. Tigerai glimlachte, maar het leek ook een beetje bedrukt te zijn. Hij friemelde aan zijn ketting. Joris klapt in zijn handen. "Nou, nu het stelletje elkaar de liefde heeft gegeven lijkt het mij een strak plan dat we gewoon doorgaan met wat we deden. Zo kunnen we mooi onze dood afwachten." Ik leun tegen de muur aan en kijk naar het plafond. Het stelletje. Een stelletje is voor altijd uit elkaar.

POV Silferina
Tegen het vallen van de avond waren we al bij de hoofdstad, wat me verbaasde. "Wij deden sowieso drie dagen over deze tocht, hoe kunnen we nu zo snel zijn dan?" vraagt Auron, die dezelfde twijfels had als ik. Rhian glimlacht. Zijn humeur was verbeterd ma de komst van de Emaraanse soldaten. De tachtig gewonden werden bij een oase achter gelaten, met tien van zijn mannetjes. De andere honderdtwintig gingen met ons mee, in een stevige pas. "Wij kennen de woestijn beter, want jullie moesten de kaart en het kompas in de gaten houden. Bovendien hadden we nu een spoor." Hij wees naar de hoefafdrukken die de Isitopes achter hadden gelaten. Auron knikt. "Dat kan een logische verklaring zijn." Hij richt zich op de stad, die helemaal tot rust leek te zijn. "Wat nu? Hoe gaan we aanvallen en is onze tactiek?" Rhian geijnst. "Je neemt me de woorden uit de mond. Laten we het bespreken in de tent." Ik wilde achter ze aan, maar Dian hield me tegen. "Niet meegaan. Jij blijft ook tijdens de aanval hier." "Maar waarom?" vraag ik verontwaardigd. "Allereerst omdat ik he moet beschermen en dit de beste manier is om dat te doen, en ten tweede omdat je gewond bent, en niet een klein beetje ook." "Het gaat prima met mijn wond en ik kan prima voor mezelf zorgen." bits ik terug. Dian schudt zijn hoofd. "Ik kan me niet veroorloven u te verliezen, dus doet u wat ik zeg en blijft u hier." Hij draait zich om en loopt de tent uit. Ik snuif. "Ik mag het ook niet hoor. Zullen we samen wat bedenken?" Amira's ogen twinkelen. Ik glimlach. "Dat is het verstandigste besluit dat ik vandaag gehoord heb."

De grijze jaagster, boek 3, LegendesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu