Hoofdstuk 13

21 2 0
                                    

Inge en Noortje liepen met volle tassen naar Noortje's huis. Ze had wel een mooi huis, vergeleken met het Hutje. Dit was een verzorgd huis, ze had dan ook gewoon niet zo veel geld, maar dat kwam ook omdat ze geen diploma had en dus van die baantjes had waarmee je niet echt rond kan komen. Ze werd ook vaak ontslagen, Noortje, ze had namelijk ADHD en kon niet goed plannen en op tijd komen.

In de woonkamer zette Inge haar tas neer. Noortje nam de hare nog mee naar de keuken, waar ze gelijk alles op z'n plek ging zetten. "Vertel, hoe begon het?" Noortje wou het echt heel erg graag weten.

Inge zuchtte. "Er werd aangebeld. Ik deed open. Nola zat boven, huiswerk te maken denk ik. Er was een meneer, die ik niet kende. Hij liep met een betreurd gezicht het huis binnen, maar ik zag dat hij zich ook afvroeg wie daar nou zou willen wonen...." Noortje kwam de woonkamer binnen met twee glaasjes thee. "Tja, ik hem toch gezegd dat je net als ik een huis moet hebben?" Inge pakte het glas vast. "Dankjewel, en dat klopt wel, alleen wouden Fatima en Hans dat risico niet lopen, dat we uit huis worden gezet omdat we met z'n achten erin wonen." Inge probeerde een slok te nemen, maar het was nog te warm, dus zette ze het glas neer.

Even later heeft ze alles verteld, en is de thee op. Een paar tissues liggen in de prullenbak. Noortje kijkt naar haar glas. Ze wist niet dat het zo was, zo erg, zo verschrikkelijk. Zelf had Noortje geen man of kinderen. Maar ze kon nog wel altijd meeleven met anderen. Zo gemeen was ze niet. Dus troostte ze Inge en gaf haar nog een plakje cake wat ze net bij de voedselbank had gekregen. "Ik denk dat ik weer moet gaan, anders wordt Hans nog ongerust." zegt ze terwijl ze opstaat en haar spullen pakt. "Je kan altijd weer bij me langskomen, het spijt me." zegt Noortje. "Mij ook." zegt Inge terwijl er nog een laatste traan langs haar wang naar beneden loopt. 


"Hé,  ben jij niet die ene Jonas? Hebben jullie nou iets?" Jonas schrikt op en staat als bevroren aan de grond genageld. Zijn wangen worden rood van het blozen. Tara en Nola kijken om, nadat hun vriendin Elly hun erop had gewezen dat Jonas achter hun stond. 

"Hoi." zegt Jonas voorzichtig. Blijkbaar hadden wat andere kinderen in de kantine het ook gehoord, en er kwamen wat nieuwsgierige blikken hun kant op. "Hoi." zegt Nola terug. Ze draait haar hoofd weer richting Elly. "Er is niks tussen ons. Gewoon vrienden." zegt ze snel, nu ook haar wangen beginnen te blozen. Elly lacht. "Oke oke, dus jullie zijn gewoon vrienden. Nou, Joon, kom er dan maar bij zitten. Wie een vriend is van Nola, is een vriend van mij." Ze wenkt hem naar de sta tafel, en hij gaat naast Elly staan. "Uh, oke dan..." mompelt hij verlegen.

Nola en Jonas hebben de rest van de pauze niks meer tegen elkaar gezegd, niet omdat ze niet wouden, maar omdat ze bang waren voor elkaar. "Weet jij wat hij nou wou? Wat denk je dat hij vind?" vraagt Nola aan Tara, terwijl ze naar de volgende les lopen. "Geen idee, maar hij haat je zeker niet. Probeer hem te benaderen als een vriend, oké? Je ziet dan vanzelf wel wat hij van je vindt."

"Joon, waar was je nou?" vraagt Don. Hij vindt dat Jonas zich erg raar gedraagt de laatste tijd. "Je zat toch niet bij die Nola, of wel soms?" Joon zwijgt, en loopt snel naar de klas. "Uh, ik ga nu naar geschiedenis, dus sorry, misschien een keer na school bijpraten?" Don kijkt hem raar aan. Dat meisje doet wel degelijk iets met hem, maar hoe kan dat nou weer? Hij had verkering met het coolste meisje op school, en dan gaat hij naar haar toe?

Na school loopt Jonas met gebogen hoofd door de gangen op weg naar zijn kluisje. Hij weet niet wat er met hem aan de hand is, maar wel dat hij het niet goed heeft. Hij gaat waarschijnlijk verhuizen naar Duitsland, en weet niet eens wat hij van Nola vind, en wat zij van haar vind. Omdat hij niet echt oplet, ziet hij niet dat er iemand achter hem aan komt rennen.

"Joon, wat is er?" vraagt een bezorgd stemmetje achter hem. Jonas schrikt op, en kijkt achterom. Tara staat daar tegen de muur aan te leunen met haar arm. "Wat wil jij van mij, kan ik beter vragen." Tara kijkt raar, dus legt Jonas toch maar iets uit. "Met mij gaat het best, ik wou in de pauze gewoon even praten, maar ik ben blij dat ze jullie nu ook heeft." Zei hij nou echt 'ook'? Dat klonk net alsof hij ervan uitging dat Nola hem als vriend beschouwde! Jonas schud zijn hoofd. "Ik bedoel dus dat ze nu jullie heeft, dan is ze niet zo alleen... Ik, ik moet maar eens gaan..." zegt Jonas om het te verklaren. Pfoew, dat was op het nippertje.

Tara vindt het maar raar. "Maar jij bent er toch ook nog?" zegt ze zo lief mogelijk. "Ja? Ik bedoel, ja, maar ik ben maar iemand... Niet echt speciaal hoor, niet dat ik dat denk..." Argh! Denkt Jonas is zichzelf. Waarom ben ik toch zo aan het ratelen? Ik kon me gewoon beheersen vrijdag! Waarom nu dan niet? Tara is eigenlijk ook wel een aardig meisje, ik heb gehoord dat ze veel geld hebben thuis, en dan toch helpt ze Nola... Huh? Waarom moest hij nou aan Tara denken? Hij vond Nola toch leuk? WAT? Shit! Jonas' hoofd zat helemaal vol en hij moest nu echt gaan, zijn wangen bloosde zo erg dat hij wel een tomaat moest lijken.

"Gaat het wel?" vraagt Tara dan nog bezorgder. Jonas stapt achteruit en gaat met zijn hand over zijn hoofd. "Ik denk dat ik koorts heb, ik ga maar snel naar huis." Tara knikt. "Ik zie het, nou, beterschap dan maar hé? Ik zal het tegen Nola zeggen." Jonas knikt ook maar, omdat hij niks meer wil zeggen. Hij rent de school uit, en vliegt bijna op z'n fiets naar huis. Morgen kwam zijn moeder, en dan kon hij net doen of hij ziek was. En wat zou Tara tegen Nola zeggen? Jonas kwam hijgend bij de flat aan en zette zijn fiets snel op slot. 


Niets meer waardWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu