Hoofdstuk 17

39 4 1
                                    

Ik zet mijn kop koffie neer op de tafel en zucht. Ik weet niet wat ik moet doen. Waarom moest ik nou zo raar doen? Nola denkt vast gewoon dat ik een gek ben... 

Gisteravond had ik veel meer willen zeggen. Dat ik haar echte vader was, dat ik haar ben kwijtgeraakt.. Maar op de een of andere manier kon ik dat gewoon niet. Nu weet ze alleen mijn naam, ik weet niet of ze mij gaat zoeken. Maar wat zou ik dan nog moeten zeggen? Dat haar moeder is gestorven? Dat ik haar ben kwijtgeraakt? 

~15 jaar terug~

Die avond dat ik terugkwam uit het ziekenhuis, en in de kamer van Nola en Niek kwam, zag ik niets anders dan de lege bedden. Ik dacht eerst dat ze heel misschien ergens anders zouden zijn. In de badkamer, in onze, nu eigenlijk mijn, kamer, op zolder, ze konden overal zijn. Dus ik riep nog een keer; "Nola, Niek! Ik ben terug..." het was misschien niet erg hard, want mijn verdriet maakte mijn stem niets waard. 

Het bleef doodstil in heel het huis. Ik probeerde zo goed mogelijk te luisteren. Toen ging ik alle kamers langs, terwijl ik snikkend "Nola?" en "Niek?" zei telkens als ik een deur opendeed. Niet in de badkamer, niet in de andere slaapkamer, niet op zolder, niet beneden in de kelder of bij de wc, niet in de tuin, nergens. 

In de woonkamer ging ik beduusd zitten op de bank. De tv stond nog steeds aan. Een kinderprogramma stond op. Ik zette de tv uit. Ik leunde naar achteren en huilde tot ik in slaap viel.

De volgende dag werd ik wakker door de zon. Mijn ogen deden zeer van het huilen en mijn wangen zaten onder de gedroogde tranen. Ik stond moe op en pakte een tissue. Ik veegde mijn gezicht af en keek in de spiegel. Ik zag er vreselijk uit. Maar dat was niet waarom ik in de spiegel keek. Ik keek naar de enige die de horror-nacht had overleefd, die iedereen waarvan hij hield kwijt was geraakt. De tranen kwamen weer op.

De volgende dagen heb ik mijn dagen verspild aan treuren, zoeken naar Nola en Niek (ik wist helaas niet goed hoe die mensen die hun hadden meegenomen eruit zagen) en de begrafenis voorbereiden. Gelukkig had ze nog een broer, en een moeder, die wouden meehelpen. Alleen kon ik niet zo goed met die broer omgaan. Ik was opgelucht toen hij onze strijd (die we al sinds de middelbare school hebben, omdat ik verkering had met zijn zus dus, en later met haar trouwde) even opzij kon zetten en we een mooie dienst konden maken.

Helaas was de realiteit nog steeds verschrikkelijk. Alleen wonen is veel lastiger dan met een gezin. Ik ging in een ander huis wonen, aangezien ik nu de kosten alleen moest betalen en ik minder ruimte nodig had. Het was een zware tijd voor mij. Ik moest toekijken hoe alle spullen waar ik emotionele waarde aan gaf werden verkocht, net als het mooie huis in de mooie wijk, waar ik afscheid moest nemen van mijn vrienden. Ik ging naar de stad, daar in een appartement wonen. Ik besloot om ergens anders te gaan werken, en op zoek te gaan naar de mensen die mijn verdriet mede mogelijk hadden gemaakt.


Eenmaal in de school aangekomen moeten het drietal veel verbaasde blikken en wijzende vingers ondergaan. "Wat, hebben jullie ons nog nooit gezien ofzo?" zegt Tara boos. 'Ha, en nu vindt ze het wel erg?' denkt Nola, terwijl ze boos naar Tara kijkt. Ze lopen richting het administratie kantoor. De mensen die daar zitten kijken geschrokken en met open mond naar Jonas. Hij heeft een snee in zijn ene arm, zijn andere arm is gebroken en zijn kleren zijn een beetje gescheurd. Zijn linkerbeen in gekneusd, en hij hinkelt dan ook met Nola en Tara's hulp naar binnen. "Mag hij samen met ons naar het ziekenhuis, meneer?" vraagt Nola. 

Even later zitten ze met z'n drieën in een ambulance naar het ziekenhuis. Voor Nola is dit al de derde keer in een week dat ze daarnaartoe gaat. Ze is de hele weg stil en kijkt naar haar versleten schoenen. Ze wil graag nieuwe, want ze knellen omdat ze te klein zijn. Tara is ook stil geworden, ze probeerde eerst nog een gesprek aan te knopen, maar Jonas en Nola zeiden beide niks terug, dus stopte ze met proberen en staarde ze uit het raam.

Bij de EHBO moeten ze nog lang wachten. Na een uur komt er pas een dokter die Jonas' naam opnoemt. Tara en Nola willen ook meegaan, maar de dokter houdt Nola tegen. "Er mag maar een iemand mee, sorry." Nola kijkt verontwaardigd naar Tara. "Wat?" zegt ze verbaasd. "Oh, oké, dan wacht ik wel hier." zegt Nola dan, zo vrolijk mogelijk. Maar de dokter laat zelfs dit niet toe. "Ga maar in de hal wachten, of terug naar school." Nola zucht en loopt de wachtruimte uit.

In de hal gaat ze op een bankje zitten. Afwezig kijkt ze naar de overkant, waar een café zit. Ze heeft best wel honger, eigenlijk. Ze loopt naar de bar, en kijkt op het menu. Iets goedkoops, iets lekkers, iets gezonds, iets wat vult... Maar de perfecte snack vindt ze niet zo snel. Ze heeft nog maar €2,40 in haar broekzak. Een broodje kroket met water kan ze ervan kopen. Dat is genoeg.

Ze bestelt het broodje en gaat aan een tafeltje zitten in het café. Ze kijkt rond. Ze ziet ouderen, ouders met hun kinderen, volwassenen in rolstoelen en dat soort dingen... Dan ziet ze iemand, die haar bekend voorkomt. Ze kan de persoon niet goed zien, en kijkt nog wat beter. Haar ogen worden groot.



OMG! Cliffhanger! :D  Heel erg bedankt voor alle leuke berichtjes en stemmen! Daar ben ik echt heel blij mee! :) Dit stimuleert mij ook om snel verder te schrijven. Laat me ook weten wat jij vindt dat er moet gebeuren. Love you guys!

P.S. met wat er gaat gebeuren, bedoel ik, wie ziet Nola in het café van het ziekenhuis? Laat het me weten wat jij wilt!


Niets meer waardWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu