Nola werd door een aardig uitziende mevrouw uit het depressieve kamertje gehaald.
"Hallo, Nola. Ik snap dat je nu door een heel irritante tijd gaat." zei de vrouw medelevend. Ze had lang bruin haar dat golvend over haar schouders hing en lichtbruine ogen.
"Ik heet trouwens Sarah, en zal jou naar een plek begeleiden waar je mag verblijven tijdens het proces, als je wilt. Tenzij je nog andere familieleden hebt." Nola's ogen vergrootte van blijdschap.
"Ja! Mijn broer, Niek, woont al op zichzelf!" gilde ze blij. "En ik weet héél zeker dat hij mijn broer is." voegde ze snel nog toe.
"Oké, heb je zijn mobiele nummer en adres?" vroeg Sarah rustig. Ze had vast al heel wat ervaring met tieners, ze was niet te formeel maar ook niet kinderachtig.
"Uh, ik weet zijn nummer niet, maar wel het adres." zei Nola.
"En dat is?" vroeg Sarah, terwijl ze papier en pen tevoorschijn haalde.
"Randoeverplein, Van den Brandt-huis nummer 16, tweede verdieping." somde Nola simpel op. Sarah krabbelde het op, en deed de deur open.
"Dan gaan we er nu heen." zei ze, en wenkte Nola, die gehoorzaam volgde.
"Senna?" riep een voorzichtig stemmetje van onderaan de trap. Senna zuchtte. Haar vreselijk irritante 'vriendin' Anna had zeker weer haar advies nodig. Anna kan gewoon niks zelf. Al sinds de basisschool zit ze aan Senna aangeplakt als een vieze, allang-over-de-datum- kaasplakje. Alles wat Anna zegt wordt gecontroleerd door Senna, en alles wat Senna vindt, vindt Anna ook zo. Zelfs dat Anna dom is, accepteert ze zelf. "Beter dom dan stom." zegt ze dan. Senna rolde haar ogen toen Anna weer begon te roepen.
"SENNA?! Hoe zit dat nou, met jouw feest? Hoezo nodig je Nola uit? Dat... Dat snap ik niet."
Senna verstijfde. "Wat?" riep ze naar Anna, terwijl ze van de trap af rende. "Wat zeg je nou? Ik? Nola? Op mijn feest? Ben je nou helemaal doorgedraaid?" Anna keek verward naar Senna, die haar weer verward aankeek.
"Ik zou haar toch nóóit uitnodigen? En al helemaal niet voor mijn zestiende verjaardag! Dat weet je toch wel? Hoe kom je er eigenlijk bij!"
Anna keek verslagen naar de grond. "Ik hoorde het van Ruud, die het had gehoord van Eline, die het had gehoord van Don, die het had gehoord van Elly."
"WAT?!" schreeuwde Senna in Anna's gezicht. "Dus al die mensen denken nu dat IK een totale, uh, Onnozel Kind ben? Waarom heb je niet gezegd dat het niet waar is?"
Anna zuchtte. "Misschien omdat ik ook nog helemaal niks van dat feest wist? En weet je wat?" zei ze uitdagend.
"Nou?" Senna verwachtte dat Anna met een raar idee op zou komen dat 'ons zal helpen de populairtjes te blijven', maar niets was minder waar.
"Ik denk niet dat je een onnozel kind bent. Je bent gewoon een groot, gemeen pissebed. Je bent niet mijn vriendin omdat ik zo aardig of leuk ben, maar gewoon omdat je mijn ouders' geld nodig hebt voor je plannen. En nu meerdere mensen tegen je keren, heb ik eindelijk kans om me los te schudden van jouw vieze spel. Doei."
En met dat rende Anna de trap af, naar buiten, de vrijheid tegemoet.
Marc zat nog steeds op het politiebureau. Ze hadden een kamer voor mensen die er moesten blijven, maar niet gevaarlijk werden gezien en dus niet in een cel hoefden. Gelukkig viel Marc in die categorie.
Hij zat er echt mee, zijn vrouw, had zich tegen hem gekeerd. Tegen hém. Maar waarom? Wat gaf haar een reden om zomaar te vertrekken, en de kinderen niet eens zelf mee te nemen? Dat was iets wat hij ook totaal niet begreep. Waarom laat je je kinderen achter bij criminelen? Daklozen? Dat is toch gekkenwerk?
Hij wist dat zijn vrouw, of nu, ex, niet gek was. Ze had een goed stel hersens, en gebruikte die ook. Dus wat was de echte reden? Had ze zich in iets verdiept waar ze niet uit kon komen? Hij hoopte zo erg van niet, maar wist dat hij de waarheid onder ogen moest komen. Lora was Lora niet meer, niet meer het onschuldige meisje dat hij kende van zijn studententijd. Ze was niet meer zijn vrouw. Voor zijn part was Lora echt gestorven die nacht, zo vele jaren geleden.
Maar Lora was niet dood, ze zat levensecht op een tafeltje te tikken terwijl ze doelloos voor zich uit staarde. Al lang geleden had ze geaccepteerd dat het haar fout was geweest, dat ze niet zo wantrouwig gedrag had moeten tonen en zeker nooit de kinderen achter had moeten laten. Ze had met zo veel schuld moeten leven, dat het haar nu niets deed. Oké, weinig dan. Nog steeds was er verdriet, schuld, boosheid tegen haarzelf, want hoe kon ze zichzelf vergeven? Hoe zouden haar kinderen moeten hebben geleefd, in pure armoede? En wat denkt haar ex nu van haar?
Een stille traan rolde van haar wang, en druppelde verder op het papier dat in Lora's hand lag. Het veroorzaakte een donkere vlek op het witte vel. Lora sloot haar ogen. Waarom was ze zo dom om in de buurt te gaan wonen van hun vorige woonplaats? Ze had dat gedaan, alleen omdat ze wist dat haar kinderen ook ergens in diezelfde stad zou wonen, en dat, als er iets mee zou gebeuren, ze alles zelf kon regelen. Zo zou er nooit argwaan ontstaan.
Wat een slechte moeder was ze geweest, was ze nog steeds. Hoe kon het toch dat ze er ooit heilig in vertrouwde dat ze gelukkig was, en gelukkig zou blijven? Het enige dat over was van haar vroegere geluk, was een pijnlijke steek. Een litteken dat voor altijd op haar zou staan, brandend duidelijk voor iedereen die haar ooit zou willen vertrouwen. Maar dat konden ze niet, volgens Lora. Nee, ze was een monster, onbetrouwbaar als een gluiperige rat. Ze was slecht, zelfzuchtig. Nee, niemand zou haar ooit iets waard meer vinden. En het was allemaal haar eigen schuld.
"Charlotte?"
Lora keek op. Nicolle was tegen het raam aan het tikken, duidelijk wilde ze met haar praten. Maar daar had Lora helemaal geen zin in. De bloemkool lag op tafel, de melk had ze opgewarmd in de magnetron en was ze nu aan het drinken om een beetje slaap te krijgen. Nee, Nicolle kon het beter niet weten.
"Char, wat is er nou?"
Lora kreunde. 'Alsjeblieft, ga gewoon weg!' was wat ze wou schreeuwen. Maar dat zou geen zin hebben.
Ze kende Nicolle al héél lang. Sinds ze op de politie academy zat, eigenlijk. Ze had de studie in een recordtijd afgemaakt, en was toen gelijk begonnen met recherche werk. Ze had geluk gehad dat dat gelijk kon. Nicolle had er langer over gedaan, maar kwam uiteindelijk ook bij het team. Sindsdien waren Lucas, Nicolle en Charlotte erg goede vrienden. Omdat ze zo lang met elkaar optrokken, wist Lora dat Nicolle er niet achter zou komen, tenzij iemand het tegen haar zou zeggen. En dan nog, zou ze het waarschijnlijk niet eens geloven.
"Char?"
Nicolle was gestopt met tegen het raam bonken. Haar gezicht stond zorgelijk, ongelovig. Charlotte had nog haar nog nooit genegeerd. En nu deed ze opeens erg raar, en kende ze verdachten. Verdacht.
Nicolle draaide om en liep weer de regen in. Haar auto stond een stukje verderop, er was geen andere plek dichterbij. Dan maar naar huis, morgen zou ze vast wel openen.
JE LEEST
Niets meer waard
AdventureEen gewoon leven heeft Nola nooit gehad. Haar ouders waren erg arm en hadden geen werk. Altijd liep ze achter, en ze durfde niemand te vertellen hoe ze zich voelde. Totdat haar broer Niek iets overkomt, en heel haar wereld ondersteboven wordt gehaal...