Hoofdstuk 26

13 3 0
                                    

Nola zit in een te smaakloze kamer. Er is een klein stapeltje met tijdschriften, maar dat is dan ook alles. De muren zijn saai grijs en er is een grote witte klok naast de deur. Zo moet de gevangenis eruitzien, denkt Nola met volle walging. Hoe konden ze haar hier neerzetten? 

En wat was er toch aan de hand? Konden ze niet gewoon de papieren bemachtigen en constateren dat zij gelijk hadden? Dat Marc haar echte vader is? Maar wat zou ze tegen Tara en Jonas gaan zeggen? Dat ze haar hele leven was ontvoerd? Ze laat een diepe zucht ontsnappen. Hoe zou haar leven zijn geweest als haar moeder niet dood was gegaan? 


"Ik weet niet wat ik moet zeggen." Charlotte bekijkt Marc met een erg kritische blik. "Dat je hier zelfs maar durft te komen." Marc's blik word harder. "Moet jij zo nodig zeggen." is zijn antwoord. "Hoelang zit jij al hier?" Charlotte kijkt een beetje verrast door deze vraag, maar ze antwoord toch. "Zo'n 14/15 jaar." "Erg toevallig...." Marc kijkt naar de klok. "Wanneer denk je dat ze je hebben?" vraagt hij zo nonchalant mogelijk. Charlotte tikt met haar vingers op de tafel. Er heerst een gespannen sfeer. Niet-uitgesproken woorden hangen tussen de twee eerst o zo bekende mensen. Het tikken van Charlotte's vingers wordt langzamer. Ze zucht. Ze kijkt Marc recht in zijn ogen.

Ik weet niet of ik ooit zo geschokt ben geweest. In ieder geval is vandaag een toppunt. Of die ene avond zo'n bijna 16 jaar geleden. Hoe kan ik zeggen dat ik haar ooit heb gekend? Charlotte's ogen tranen. Ze zoekt adem en opeens huilt ze tranen met tuiten voor mijn ogen. Vroeger vond ik dat altijd zo schattig. Zo gebroken zacht, zo breekbaar. Maar nu vind ik het misselijkmakend. Stiekem hoop ik nu dat wat ik toen dacht, inderdaad zo is. Dat Nola en Niek verdwenen zijn en dat mijn vrouw dood is, maar het levende bewijs zit nu voor me.

16 jaar geleden voelde ik mezelf de gelukkigste man op aarde. Ik was tevreden met mijn leven, niets kon beter! Ik had vrienden, ik had een familie, ik had werk en een huis. We waren misschien niet rijk, maar we hadden genoeg. En nu, nu ben ik een hoopje wanhoop. Een wanhopig hoopje. Een Hopende Hoop van Wanhoop. Ik kan het niet beter zeggen. De emoties van de afgelopen anderhalf decennium razen door mijn hoofd. Nog even en dan ben ik net zo aan het huilen als Charlotte voor me.


"Wat kan ik voor u doen?" vraagt de aardig-lijkende assistente aan de balie. "We zoeken Nola Groenlandt." zegt Jonas snel. Tara hijgt nog een beetje na van de sprint. Jonas had duidelijk gewonnen. De assistente kijkt van de een naar de ander en glimlacht in zichzelf. Nooit had ze zoveel mensen gezien voor één klein meisje van 15. En al helemaal niet al die verschillende types. Helaas kan ze niks voor de (vrienden?) van Nola doen. Het is blijkbaar een erg ingewikkelde zaak. 

"Het spijt me. Er zijn mensen mee bezig. Ik denk dat je haar misschien over twee uur kan zien." Tara kijkt de assistente boos aan. "Hoe bedoel je? Er zijn mensen mee bezig?" de assistente lijkt daardoor totaal niet geïntimideerd. "Ik bedoel dat het geregeld wordt. Over twee uurtjes weten we misschien wie de biologische ouders zijn." Tara en Jonas kijken elkaar geschokt aan. Het onuitgesproken zinnetje blijft in de lucht hangen. Jonas geeft met een klein knikje aan dat ze maar beter kunnen gaan zitten. Langzaam lopen ze naar de zachte bank. Allebei staren ze naar de overkant met nietsziende ogen. "Dus daarom." zegt Tara na een lange tijd. "Daarom." antwoordt Jonas.


"Wat een ingewikkeld zaakje zeg." zegt Lukas hardop tegen zijn computer. Eigenlijk mogen ze helemaal geen gegevens krijgen van ziekenhuizen, beroepsgeheimen en dat soort idiote uitvindingen. Maar nu is het wel echt nodig. Ze hebben namelijk geen DNA tester. Hij scrollt door het document en dan vindt hij eindelijk de informatie die hij nodig heeft. 'Naam moeder; Lora Anderman.' Lora Anderman? Nog nooit van gehoord. Maar die ene Marc heet wel Anderman.... Lukas denkt diep na, of er nog andere mogelijkheden zouden kunnen zijn. Zoals dat hij eigenlijk een jaloerse oom is of zoiets. Maar de huidige 'ouders' heten geen Lora óf Anderman. Dus dan zal de man wel de echte vader zijn, zo is het. Lukas gaat wat verder naar beneden in het document en ziet de Identiteitsbewijzen. Daar, op het plaatje van de moeder, nee, Lukas hapt naar adem. Dat kan toch niet waar zijn?


Jonas zijn mobieltje gaat. Hij kijkt er vol ontzag naar. Nola heeft nooit een telefoon gehad, bedenkt hij opeens. Het melodietje waar hij vroeger altijd zo blij van werd heeft nu alleen maar een irritante bijdrage. "Neem maar op." zegt Tara zachtjes. Jonas twijfelt even, maar drukt dan toch op het groene rondje. 

"Hallo? Met Jonas?"

"Jonas, waar ben je nou? Don zei dat jullie hadden afgesproken. En we moeten ook alvast gaan inpakken."

Shit. Dacht Jonas. Verhuizen. Dat ook nog.

"Uhm, hoi mam. Ik ben even bij Tara, sorry Don. Ik ben waarschijnlijk pas over een paar uur thuis, is dat goed?" 

"Bij Tara? Nou, mag je daar eten dan? Je bent anders nooit te laat thuis. Je moet hier wel echt voor 8 uur zijn, want dan kunnen we alvast wat boeken in dozen doen. Ik zie je dan, oké? Kus!"

"Kus...." 

Tara kijkt gespannen naar Jonas. "Ik denk dat ik over een paar uur naar huis moet. Hoe laat is het nu eigenlijk al?" zegt Jonas.  Tara kijkt op de klok boven de balie. "half 6. Dat is inderdaad best laat. Ik zou nu ook naar huis moeten." "Nou, ik blijf hier tot ik Nola weer zie. Punt uit." zegt Jonas.

Ondertussen was de deur opengegaan en ging er een rijkelijk beklede vrouw naar de balie toe. Jonas en Tara kijken nu pas op. Ze komt hun bekend voor. Even kijkt ze richting de plek waar Jonas en Tara zitten, maar ze merkt hun niet op. Jonas slikt. "Dat is..." 

Senna's moeder.

Niets meer waardWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu