Hans loopt naar de bushalte. Hopelijk kan hij nog met contant geld betalen, want nu hebben ze allemaal OV-chipkaarten enzo... Hij zou dat nooit kunnen betalen.
Ook al wou hij Niek eigenlijk niet opvoedden, hij vind het toch belangrijk dat het goed met hem en met Nola gaat. De bus komt er bijna aan, hij ziet hem al de hoek om gaan. De wielen gaan door een gigantische plas en maakt de vrouw die op de stoep liep nat. Hans glimlacht. Het is best grappig, maar ook zielig. De bus stopt vlak voor zijn voeten en de deuren gaan sissend open. Hij stapt in en vraagt aan de buschauffeur of hij contant kan betalen. De man achter het stuur knikt. Hans haalt wat geld uit zijn broekzak, waarom zou hij een portemonnee betalen? Hans krijgt een kaartje en gaat achterin zitten.
Bij de halte van het ziekenhuis stapt hij uit en kijkt hij zijn ogen uit naar het o zo grote gebouw. Hij loopt naar binnen en gaat gelijk naar de receptie. Daar wordt hij naar de tweede verdieping gestuurd.
Met de lift komt hij bij de tweede verdieping. Een paar gangen door en dan is hij bij de kamer waar Niek zou moeten zijn. Voorzichtig doet hij de deur open. De deur piept een beetje, wat hem opschrikt. Een dokter staat in de kamer en schrijft wat op een notitieblad. Hans loopt voorzichtig naar binnen en doet de piepende deur achter zich dicht. De dokter kijkt op. "En u bent?" vraagt hij. "Ik ben Hans, Niek's opvoeder..." Hans zijn ogen gaan naar het bed waar Niek vredig op ligt te slapen. "Oh, oke, maar het bezoek uur is wat later, om 16.00 uur. U kan beneden in het café misschien wachten." Hans kijkt de dokter argwanend aan. 'Wat een eikel.' denkt hij. 'Mag ik hem niet even gewoon spreken, nadat ik zoveel moeite heb gedaan om hier te komen.' Hans zegt echter niets, zucht even en loopt dan de kamer weer uit.
Beneden gaat hij toch maar richting het café. Ook al wil hij natuurlijk niks kopen, dat kost al meer dan dat een broodje in de supermarkt zou kosten! Hij gaat aan een tafeltje in de hoek zitten en kijkt rond. Allemaal mensen van verschillende leeftijden en achtergronden. Een jonge moeder geeft haar kind wat te eten door te doen alsof haar lepel een vliegtuigje is. Het kind lacht en doet zijn mond open. Bij Hans ontstaat een glimlach op zijn gezicht. Wat een vrolijk stel. 'Ik wou dat we die kinderen nooit hadden meegenomen.' denkt Hans zuchtend.
Nola schrikt en wil zich verstoppen voor de persoon die ze ziet zitten in het hoekje van het café. Het zal toch niet waar zijn? Nola pakt het broodje van haar bord en staat op. Ze verstopt zich achter de muur, er zit geen deur, de ingang van het café is open. Haar ademhaling gaat veel sneller dan zou moeten en ze gaat bijna hyperventileren. Ze wil niet terug. Ze wil naar Jonas, hij kan haar misschien helpen... Ze loopt voorzichtig en op haar hoede richting de EHBO. Daar aangekomen vraagt de mevrouw aan de balie haar wat ze komt doen. "Uh, ik zoek Jonas, hij heeft zijn arm gebroken en..." maar ze kan haar zin niet afmaken. "Achternaam graag." zegt de mevrouw nors. "Uhm, die, weet ik niet..." zegt Nola verdrietig. Waarom weet ze zijn naam nou niet? Serieus? Dat is toch echt van den zotte? De mevrouw zucht en schud haar hoofd. "Dan kan ik je niet helpen. Ga maar weer, er zijn hier ook mensen die echt snel behandeld moeten worden." Nola kijkt haar boos aan. Dus als zij Jonas wil zien omdat ze gewoon bang is, mag dat niet? Ze stampt de EHBO uit en gaat dan naar buiten. Ze loopt dan zo onopvallend mogelijk naar de zijkant van het gebouw en schreeuwt het uit.
"AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAH!" iedereen schrikt op in het café. Wie was dat? Diegene heeft echt hulp nodig! Roept een bezorgde man. Hans blijft verstomd zitten en denkt na. Die stem komt hem bekend voor... Maar hij kan het maar niet plaatsen. Het is een meisjesstem, van een tiener. Het klinkt gefrustreerd, bang, en verdrietig. Hans kijkt naar het zout vaatje dat op de tafel staat en zucht. 'Nola kan het niet zijn, die is ergens, geen idee waar...' Maar dan komt de beangstigende maar ook blije gedachte bij hem op. 'Wat nou als het wél Nola is?'
Hans staat op en begint naar de uitgang te lopen. Een paar andere mensen gaan ook kijken, waarschijnlijk. Eenmaal buiten is het lastig om het gesnik te horen, maar het is er wel, heel zacht en kwetsbaar. Hans loopt naar de richting waar het geluid vandaan komt. Ergens aan de zijkant van het gebouw. 'Wat nou als het iemand anders is?' denkt Hans dan. Dan zit hij mooi in de puree en is dat meisje nog verdrietiger. Misschien moet ik maar niet gaan kijken...
Als Hans stopt botst er een andere man tegen hem op. "Waarom stop je?" vraagt hij verbaasd. "Oh eh, ik weet niet zeker of we de goede kant in lopen..." zegt hij betrapt. De man kijkt op. "Ik hoor haar wegrennen. Nu zijn we te laat!" zegt hij boos en begint Hans te duwen. Hij valt op de grond en houd zijn handen voor zijn lijf om zichzelf te verdedigen.
"Waarom stop je?" opeens hoort Nola een zware mannenstem iets zeggen, dicht bij haar 'huilplek'. Ze stopt abrupt en staat vlug op. "Oh eh, ik weet niet zeker of we de goede kant in lopen." SHIT! Denkt Nola. Dat is Hans! Vlug rent ze weg door de bomen die naast het gebouw zijn geplant. Ze moet hier weg, nu! Voordat iemand haar ziet. Ze krijgt een tak in haar gezicht die een diepe snee achterlaat in haar wang. "Au!" gilt ze zacht. Even stopt ze, en kijkt ze om. Gelukkig, nog niemand te bekennen. Maar dan ziet ze iemand tevoorschijn komen achter haar. "Oh shit!" Ze rent verder en probeert om de man of vrouw die achter haar aanzit kwijt te raken.
Er komen meer snees in haar armen en benen, maar nu stopt ze niet. Ze moet door, mag niet opgepakt worden. Stel nou dat het Hans is! Ze moet er niet aan denken. Ze hijgt haar longen eruit, en wanneer ze helemaal uitgeput is, stopt ze. Een hand op haar schouder laat haar weer opschrikken en ze wil wegrennen, maar een andere hand houdt haar tegen en ze komt pijnlijk op de grond terecht.
Sorry van de late update, ik ben bezig met nieuwe verhalen dus had niet zo veel tijd. Ik hoop dat jullie het spannend vinden!
JE LEEST
Niets meer waard
AdventureEen gewoon leven heeft Nola nooit gehad. Haar ouders waren erg arm en hadden geen werk. Altijd liep ze achter, en ze durfde niemand te vertellen hoe ze zich voelde. Totdat haar broer Niek iets overkomt, en heel haar wereld ondersteboven wordt gehaal...