Hoofdstuk 16

26 2 1
                                    

Jonas kijkt via het raam naar buiten. Hij weet niet wat hij moet zeggen. Alles in hem zegt dat hij niet weg wil, maar toch, als hij nog terug kan komen is het toch niet zo erg? Misschien moet hij niet zo vervelend doen, z'n ouders hebben toch altijd het beste met hem voor?

"Oké, ik ga denk ik alvast bedenken wat ik mee wil nemen." zegt hij en loopt naar zijn kamer. Hij laat zichzelf vallen op zijn bed. Dag flat, dag vernedering, dag het geluid van zijn ouders iedere nacht. Dag Nola...


Nola komt best laat thuis en schrikt van de tijd op de klok. Half 8 al? Gelukkig had Nola onderweg nog een magnetron maaltijd kunnen scoren bij de supermarkt. Ze doet het op een bord en plaatst deze in de magnetron. Na een paar minuten kan ze al gaan eten. Gelukkig maar, want ze heeft echt veel honger. 

Terwijl ze haar lasagne opeet, kijkt ze naar het nieuws. Niet veel nieuws eigenlijk, het gaat allemaal over vluchtelingen en zo. Terwijl ze naar die beelden kijkt denkt ze terug aan Inge en Hans. Zouden ze haar zoeken? En was die Marc haar vader? Hoe kon hij dat dan nooit gezegd hebben? Een traan glijd over haar wang. Waarom zou ze er zich druk om maken? Hij heeft hun gewoon weggegeven! Laten adopteren! Geen wonder dat hij zo afstandig deed. Waarschijnlijk houdt hij niet van kinderen en kregen ze hun per ongeluk.


De volgende dag wordt Nola verschrikt wakker. "CHIPS!!" roept ze. Ze is helemaal vergeten dat ze vandaag die toets had voor economie! Ze kleed zich vlug aan en kijkt hoe laat het is. 6 uur. Snel pakt ze haar boek en begint het nog door te nemen. Het is erg irritant om dit te moeten leren, net nu ze het allemaal wou vergeten. 

Om half 8 is ze klaar, vind ze. Ondertussen heeft ze wat gegeten, gelukkig hoeft ze dat niet meer te doen. Douchen! Dat moet nu wel echt. Ze stinkt verschrikkelijk. Ze rent naar de badkamer en kijkt even naar de deur die vol zit met tekeningen van haar. Dat was toen ze zich nog geen zorgen maakte...

Om 8 uur staat ze fris en fruitig weer op straat. Ze had niks meer te doen, dus besloot ze om maar alvast te gaan lopen. Om tien voor half negen komt ze in de straat van de school. 


De wind waait in Tara's gezicht. Haar ogen beginnen hierdoor te tranen. Ze kijkt even naar de grond zodat de wind minder vervelend is. Ze trapt hard om zo snel mogelijk op school te zijn.

Tara is al in de straat van de school. Een straat terug had ze Nola gezien, naar wie ze zwaaiend lachte. Ze is er bijna, nog even doortrappen. Terwijl ze naar het schoolgebouw kijkt, rijdt ze langs een zijstraat. 

Jonas fietst, nog altijd in de war van zijn gevoelens, langzaam naar school. Hij let totaal niet op, en auto's hebben al een paar keer getoeterd dat het groen was en hij dat niet had gezien. Als hij deze laatste zijstraat uit is, is hij al bijna bij school. Hij trapt even iets harder en kijkt dan naar links. Tara komt keihard aanfietsen. Jonas bevriest en trapt langzaam door.

Het duurde maar 3 seconden, toen lagen ze allebei op de grond met fietsen die zo de schroothoop op konden. Een paar kinderen kijken om. Lachend wijzen ze naar de twee die op de grond liggen te stuntelen. Tara ligt een soort van op Jonas, en ook haar fiets ligt op hem. Hij kan bijna geen lucht meer krijgen. 

Met zijn arm probeert hij Tara van zich af te krijgen, maar als hij zijn rechterarm beweegt, gaat er een grote pijnscheut doorheen. Hij kreunt en probeert zijn andere arm te gebruiken. Hier zit een grote snee en blauwe plek in. Ouch! Tara glimlacht schaapachtig en zegt op een zo luchtig mogelijke manier; "Tja, we zitten als magneten aan elkaar vast. Ik kom je steeds tegen. Jij was toch ziek?"

Door alle spanningen lacht Jonas. Hij weet niet waarom, maar Tara kan alles doen. Het maakt niet uit wat, hij moet erom lachen. Het lijkt alsof niets haar leven kapot kan maken. Ook niet dat haar super dure fiets niets meer waard is. Tara rolt zichzelf uit de fietsenramp en tilt haar eigen fiets eraf. 

Nola hapt naar adem. "Jonas!" roept ze, terwijl ze zo snel mogelijk naar de rampplek spurt. Ze kijkt naar Tara die boven op hem ligt. Ze zegt iets en hij lacht. Tara lacht terug en rolt uit de hoop. Ze tilt haar eigen fiets eraf. Waarom moest Jonas nou zo lachen om Tara, als ze hem net aangereden heeft?  Als ze is aangekomen bij de fietsen haalt ze Jonas' fiets van hem af. 

"G-gaat het? Ik schrok me dood!" zegt ze oprecht bezorgd. Ze pakt Joon's rechterhand en probeert hem overeind te trekken. "AAUUW!!" gilt hij uit. Nola schrikt en laat zijn hand gelijk los. Ze gaat achter hem zitten om hem bij zijn rug op te tillen. Ondertussen kijkt ze met een boze blik naar Tara, die nog steeds een stomme glimlach op haar gezicht heeft staan. Ze staat dan ook echt te kijken naar hoe Nola Jonas probeert te helpen. "Kan je even helpen misschien?" zegt ze, net iets te boos dan ze bedoelde. Tara knikt en haar glimlach verdwijnt. Ze helpt Nola met het optillen en ondersteunen van Jonas en samen lopen ze zwijgend naar school.

Niets meer waardWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu