Hoofdstuk 20

23 2 1
                                    

De volgende schooldag word Jonas gebracht. Hij wou wel wat verder van school afgezet worden, zodat niemand de oude auto van zijn ouders kon zien. Diep in gedachten liep hij naar school.

De bel gaat en Jonas en Tara zitten in dezelfde klas van economie. Er is een plek leeg. De juffrouw vraagt om stilte, een lange jongen laat nog een laatste papieren vliegtuigje door de klas vliegen die op de lege plek neerdaalt. Ieders hoofd wordt naar achteren geworpen om het vliegtuigje te volgen. Tara en Jonas zitten beide aan de zijkanten van het tafeltje. In een hoekje staat een bloemetje getekend.

"Weet jij waar Nola is?" vraagt Jonas na de les aan Tara. Het heeft hem al de hele les beziggehouden, hij kon niet echt concentreren op wat de lerares allemaal heeft gezegd. "Nee, ik dacht dat jij dat misschien wist. Misschien is ze ziek." antwoordt Tara ook bezorgd. "Laten we het bij de administratie vragen." Samen lopen ze naar de administratie. 

Mevrouw Lox zit in haar stoel een boek te lezen, als er twee bezorgde kinderen op de glazen raampje kloppen. Ze doet het raampje open en kijkt begrijpend naar de arm van de jongen, die gebroken is en in een mitella ligt. "Kan ik je ergens mee helpen?" vraagt ze beleefd. "Weet u of Nola Groenlandt  ziek is gemeld?" vraagt het meisje beleeft. Mevrouw Lox moet even schakelen, maar gaat dan over haar toetsenbord om de naam in te vullen. Er komt een dossier tevoorschijn, waarin geen ziekmeldingen bekend staan. "Nee, ik heb hier niks. Is er nog iets?" vraagt ze. "Nee, heel erg bedankt." zegt de jongen, en ze lopen weg.

"Waar is ze dàn!?" Tara is erg bezorgd. Jonas legt zijn goede arm over haar schouder. "Het komt wel goed, misschien zijn ze vergeten te bellen?" Tara kijkt Jonas boos aan. "Denk je dat ze bij haar ouders woont? Volgens mij heeft ze iets te verbergen. Ik ben bang. Ze is een lieve meid." Tara begint te huilen. Jonas geeft haar een knuffel, hij moest wel iets doen. Tara is verbaasd, maar zegt dan toch; "D-dankje..." Jonas klopt haar op haar rug en neemt weer afstand. "Ik maak me ook zorgen. Weet je waar ze woont?" "Nee, ik weet alleen dat ze in de stad woont." "Ja, dat weet ik ook. Ik heb haar ergens bij het Hans Kreiger plein afgezet." zegt Jonas, terwijl hij denkt aan vrijdag. Waar zou ze zijn?

"Wist je dat ze een broer had?" vraagt Tara aan Jonas, terwijl ze naar het Hans Kreiger plein lopen. Jonas kijkt Tara verbaasd aan en schud zijn hoofd. "Ik weet het toevallig. Ze was niet van plan het me te vertellen. Dat is toch gewoon basisinformatie? Waarom zou ze dat niet aan ons willen vertellen?" Tara zit er duidelijk mee. Jonas kijkt afwezig naar de stoep. Waarom had ze het inderdaad nog niet gezegd? 

Ze komen op het plein en Jonas wijst naar de richting waar Nola inliep. Er staat daar vooral appartementencomplexen en flats, ze zou overal kunnen zijn. Tara zucht. "Dan moeten we maar iedere flat langs, en de namen bekijken. Jonas stemt in. Ze gaan naar de eerste flat, met 6 verdiepingen.

Geen van de namen komt overeen met 'Groenlandt'. Dan gaan ze naar de volgende. Jonas gaat met zijn hand langs alle namen, tot hij op nummer 16 ; 'Nick Groenlandt' ziet staan. "TARA!!" juicht hij. Tara komt ook kijken en geeft Jonas een high five. "Goed gedaan! Nu moeten we alleen erachter zien te komen of het wel de goede is..." "Hoezo dat? Zouden er meer Groenlandts hier wonen?" vraagt Jonas, maar nadat hij dit heeft gezegd knikt hij. "Oh ja, dáárom." Ze bellen bij iemand aan, om te vragen of ze naar binnen mogen. De eerste wil dit alleen niet, maar bij de tweede hebben ze meer geluk. De deur wordt open gedaan en Jonas en Tara gaan naar binnen.


De man voor mij stopt plotseling, en ik bots op hem. Waarom zou hij nou stoppen? Maar dan zie ik zijn gezicht, de rotzak! Ik voel de lang kokende woede in mij opborrelen, en weet niet wat ik allemaal doe, maar dan ligt hij op de grond. De ontvoerder van mijn kinderen. De mensen achter mij kijken geschrokken toe maar durven niks te zeggen. Nu ben ik weer de schuldige. Ik ontwijk hun vragen door over de man heen te stappen en dan eindelijk het hoekje om te gaan. Nola is net verdwenen.

Ik hoorde haar huilen toen ik op weg was naar beneden, en toen ik in de hal was zag ik al die mensen erachteraan gaan. Vraag me niet waarom, als iemand huilt laat je die alleen, dat willen de meeste dan, en dat kan ik weten. Ik loop toch met ze mee, en ben nu blij dat ik dat gedaan heb. Tussen de bomen zie ik een arm weggaan, en ik ren er zo snel mogelijk achteraan. Ze heeft me door en gaat nog sneller. Een tak zwiept in mijn gezicht, maar ik ga door. Op een gegeven moment struikelt ze, ik ben dichtbij en ze probeert weer op te staan. Als ze staat pak ik haar middel. Ze is mijn kind! Ze probeert zich uit mijn greep te wringen maar ik houd haar tegen en ze valt weer op de grond. 

Ze is bewusteloos, en ik kijk vloekend toe. Ik weet niet wat mij bezielde, om dit te doen. En ik heb geen idee, wat ik nu moet doen. Ik besluit om haar ergens anders naartoe te dragen. Ik til haar op en heb er gelijk spijt van. Ze is misschien niet zo zwaar als ik had verwacht, maar ik ben niet zo sterk als ik dacht. Ik leg haar tegen een boom aan en ga voor haar zitten. Ik streel met mijn hand over haar wang. Nola, mijn Nola, mooie Nola... wat lijkt ze op haar moeder. Ik pak haar hand en voel dat hij nog warm is. Gelukkig, ik heb haar niet vermoord. Dat zou ik mezelf nóóit kunnen vergeven.


OMG HOE GAAT DIT VERDER?

Sorry trouwens voor de late update, maar ik heb heel veel te doen en dit weekend is RSW!!! :)

Dankjewel voor het lezen!

Niets meer waardWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu