~ Battle Seventeen ~

40 0 0
                                    

"Gaat het meisje?" Een zachte stem drong mijn gehoorgang binnen, wat mijn hoofd angstig op liet schrikken. Ik zat met mijn handen om mijn blauwe, ijskoude voeten op een bankje in een park. Het opwarmen lukte gewoon niet omdat mijn handen ook koud waren. Ik had het gevoel dat ik uren gelopen had, wat in werkelijkheid nog maar een half uur was. 

"Ja, het gaat" Ik trok mijn gezicht zo goed mogelijk in de plooi en glimlachte naar de oude vrouw die me aan had gesproken. Haar ogen lagen diep in haar gezicht en haar huid was rimpelig. Ze glimlachte me vriendelijk toe, maar met gefronste wenkbrauwen.

"Ben je weggelopen van huis?" Haar ogen doelde op mijn voeten, waar ik ook mijn blik op richtte. Ze hadden onderhand een vuurrode kleur gekregen. 

"Soort van" Ik kon moeilijk vertellen in welke situatie ik zat. Harry zou me vinden, nog voor de politie gebeld werd. Ik was er zeker van. Harry wist alles van mij. Ik drukte mijn voeten weer in de koude sneeuw en kreunend op. Mijn ribben kraakten pijnlijk en een paar pijnscheuten schoten weer door mijn lichaam. Ik had mijn lip tussen mijn tanden genomen om pijnlijke kreunen tegen te houden.

"Wil je niet even met mij mee, meisje? We kunnen erover praten met een kop thee?" De vrouw haar ogen leken nog dieper in haar oogkassen te liggen door haar bezorgde blik. Toch bleef ze vriendelijk glimlachen. Ik schudde mijn hoofd gelijk, waarna ik even om me heen keek. Harry kon achter een boom staan, mij achtervolgend en nu ook afluisterend. Dit was redelijk paranoia, maar ik nam geen risico's. 

"N-Nee danku" Ik gaf haar een zo goed mogelijk gemeende glimlach, waarna ik me omdraaide en verder liep, het park uit. Ik gromde even toen ik opmerkte dat dit niet de plek was waar ik erin was gegaan en ik keek gedesoriënteerd om me heen. De straat aan mijn linkerkant liep dood en mijn rechterkant was alleen een steegje, waar geen sneeuw lag. Ik waagde een poging op het steegje, deels omdat de huizen daar weer kleurig werden en dat in mijn buurt hetzelfde was. En deels omdat mijn voeten een zwartige tint kregen en totaal gevoelloos waren. Ik zuchtte opgelucht toen ik eenmaal weer op normale grond stond en masseerde mijn voeten kort. Een krakende tak liet mijn hoofd angstig omhoog schieten. Mijn ogen vonden een paar gele ogen van een kat en opgelucht haalde ik adem. Ik begon echt paranoia te worden. Ik schudde even mijn hoofd -die nog steeds hevig bonkte- en dwong mezelf om verder naar huis te lopen. Als ik thuis was, was ik veilig. Een grimas verscheen op mijn gezicht bij de gedachte dat dat een leugen was. Harry wist waar ik woonde en kon zonder moeite binnenkomen. Ik was ondertussen aangekomen bij de huizen die al wat meer kleuren bevatte dan de buurt een paar minuten geleden. De grijze huis daar gaven me kippenvel. Toch waren deze huizen veel te hoog om het de huizen bij mij uit de buurt zijn. Ik zuchtte geïrriteerd en plofte uitgeput op de straat. Mensen waren er niet in dit koude weer, op een paar auto's die reden na. Mijn broek was al doorweekt en mijn voeten waren gevoelloos. Ik werd bedreigd en gebruikt door een verschrikkelijke jongen en mijn ouders waren nooit thuis. Het zou eigenlijk niks meer uitmaken of ik nog bestond. Misschien zouden mijn ouders eventjes rouwen en Harry zou een woedeaanval krijgen omdat hij zijn boksbal kwijt was, maar meer ook niet. Ik schrok op uit mijn gedachten door een toeterende auto, die een paar centimeter van me afstond en aan de ronkende motor te horen, een paar seconden geleden nog reed. Ik vervloekte de bestuurder dat hij niet doorgereden was. Toen de bestuurder nogmaals toeterde, besloot ik toch maar op te staan, voor hij me persoonlijk weg zou halen. Ik had kunnen weten dat er een vrouw achter het stuur zat. Mannen zouden niet stoppen. Nee, die zouden met hun blinde koppen denken dat ik een hond was, net als Harry. De vrouw keek me even boos aan, waarna ze vol gas verder reed. Ik beet weer op mijn lip om de tranen tegen te houden. Waarom was ze nou niet doorgereden?! De straten bleven aanhouden en eindigde maar niet bij mijn straat, wat me aangaf dat ik serieus verdwaald was. De reusachtige, rode, ijzeren brug gaf het eindteken. Ik was totaal van de route afgedwaald. Ik wilde me omkeren om het hele eind terug te lopen, al wetend dat mijn voeten het niet zouden halen, toen de brug mijn aandacht nogmaals trok. in langzame stappen begon ik erheen te lopen, tot in het midden. Eén blik naar beneden liet mijn benen over de rode richel slaan. De brug bevond zich ongeveer vijf meter boven het water, dat waarschijnlijk ijskoud moest zijn. Tegen het randje van bevroren aan. Als ik geluk zou hebben, zou ik kramp krijgen en verstijven en dan verdrinken. Niemand bevond zich op de brug, wat mijn een stapje verder liet schuifelen. Als ik nu los zou laten, zou ik vallen. Weg van alles, ik zou toch niemand pijn toen. Een teug koude lucht gleed voor de laatste keer mijn neusholtes binnen, voor ik losliet.

___________________

Cliffhanger ;D

Hoe is het met jullie?

~ Battle. (Dutch 1D fanfiction.)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu