Hoofdstuk 28

43 4 3
                                    

Ik ben ontzettend blij dat er nog steeds mensen zijn die mijn verhaal lezen zeker nadat ik zo'n lange tijd niets heb gepost : ) Dit hoofdstuk draag ik met veel plezier op aan Draggie1998 bedankt voor alle votes!

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

pov Isabella

'Ons ontvoeren, waarom?' het leek wel of mijn wereld op zijn kop stond. Ik begreep er niets meer van. Die droom was dus gewoon een herinnering geweest die ik vergeten was. 

'Waarom heb ik nooit geweten, maar je moeder wist het wel. Ze werd al een tijdje lastig gevallen door berichten van een bepaald iemand die bedreigen naar haar stuurden. Als ze jullie niet aan haar overhandigden dan zou hij  iedereen die ze lief had vermoorden', Rosalinde klonk plots niet meer zo kalm, haar stem leek te trillen terwijl ze aan het spreken was.  

'Maar waarom wist mijn vader hier dan niets van?' vroeg ik verward.

'Ze wilde er niemand bij betrekken en ze wilde hem ook niet in gevaar brengen even min als jullie', legde ze me uit.

'Hoe komt het dan dat jij dit nu wel weet?' vroeg ik wantrouwig.

'Wel nadat dit gebeurt was met jou, zoals je me verteld hebt met die droom, heeft ze me alles opgebiecht. Ik had toen al moeten beseffen dat dit was omdat ze wist dat ze zelf niet lang meer te leven had. Ze wist dat die persoon die vermoedelijk een man was, het op haar gemunt had.'

'Maar waarom wilde die man zo graag mijn zus en ik?' de angst bekroop me als een roofdier zijn prooi. 

'Dat heeft ze me nooit verteld, ik vermoed zelf dat ze het zelf nooit heeft geweten', na die woorden zweeg ze. Het was een moment erg stil, we waren elk in onze eigen gedachten verzonken. Toen plots bekroop me de akelige waarheid. 

'Mijn moeder is niet gestorven aan de griep, hé?' ik slikte moeizaam, hoewel ik wist wat het antwoord zou zijn hoopte ik, dat ik toch niet gelijk had. 

'Dat is ze inderdaad niet', ze sprak zo stil dat ik het met moeite kon verstaan. 'Ze is vermoord door die vreemdeling waarvan ze die dreigbrieven had gekregen. Maar het vreemde was, toen de dokter haar lichaam onderzocht was er niets, dat erop kon wijzen dat het moord was. Een paar dagen voordat ze dood was heb ik nog een laatste keer met haar gesproken, ze zei dat ze zich niet goed voelde en dat ze koorts had. Ik denk dat ze wel degelijk ziek was geweest, zo zag ze er toch in ieder geval uit. Ze had me toen gevraagd of ik op jullie zou passen als ze er niet meer was. Ik heb het haar gezworen. En enkele dagen later kreeg ik het bericht dat ze er niet meer was', haar stem brak en ik hoorde haar zachtjes snikken. 

Ik voelde me net zo ellendig als zij. Al die tijd had zij geweten wat er echt met mijn moeder was gebeurt en nooit had ze er iets over verteld tegen een ander. Misschien zou ik daarom kwaad op haar moeten zijn. Maar dat kon ik niet over mijn hart krijgen, niet nu ik zag dat zij net zoveel leed onder het verlies van mijn moeder, zoals ik. 

'Het ergste is dat ik haar belofte nog wel gebroken heb ook', zei ze nog steeds snikkend. 'Ik heb niet voor jullie gezorgd zoals ik had moeten doen. Ik was er niet toen jullie iemand nodig hadden om tegen te kunnen praten.'

'Maar we hadden onze vader nog steeds, je hoeft dit jezelf niet kwalijk te nemen', probeerde ik haar te troosten. 

'Maar hij wist niets van het dreigend gevaar die er nog steeds was. Gelukkig is er die enkele jaren daarna niets meer vernomen van die man.' Het leek alsof ze dit haarzelf probeerde wijs te maken. 

Binnen in mij begon er iets te groeien. Een gevoel die ik nog nooit eerder zo sterk had ervaren. Het leek wel of er een vuur in mijn binnenste ontstond een vuur dat gevoed werd door haat. Dat allemaal ontstond door de persoon die mijn moeder had vermoord. Ik had hem nog nooit ontmoet, ik wist zelf niet wie het was en toch kon ik hem zo haten dat ik er zelf misselijk van werd. 

Stille winterrozen (Twilight)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu