hoofdstuk 5

170 10 2
                                    

Edward pov:

Ze knikte vriendelijk naar me. Ik schoof de stoel waar zojuist nog een ander meisje had gezeten, naar achteren en nam er plaats. Isabella had een mooie diepblauwe jurk aan, die prachtig stond bij haar lange bruine haren. Ik beet op mijn lip. 'Wat vreemd, het is me nog nooit eerder opgevallen hoe mooi dat meisje wel niet was', dacht ik bij mij zelf. Het bleef een tijdje stil en uiteindelijk nam ik maar vlug het woord, want ik zag dat ze wat ongemakkelijk was.

'Ik heb gezien dat je zus er met een van mijn beste vrienden vandoor is', zei ik zo luchtig mogelijk. 'Je bedoeld dat Arthur er met haar vandoor is', werkte ze me tegen. Ik grijnsde. 'Als jij het zegt.' Ik zag hoe haar wangen een rode kleur hadden gekregen, alsof ze erg bloosde.

'Heeft nog niemand je te dans gevraagd?' vroeg ze ineens onverwachts. 'Euh...', aarzelde ik, en voor ik het goed beseft vertelde ik haar de waarheid.

'Jawel maar ik ben niet echt geïnteresseerd in de meisjes.' Ze keek me verbaasd aan. Haar chocolade bruine ogen leken met wel te hypnotiseren.

'Waarom zo verbaast?' vroeg ik ademloos. 'O', zei ze zei ze zacht en verlegen, haar wangen hadden terug een rode kleur gekregen. 'Euh... ik hoor wel vaker van andere meisjes dat...euh... je best knap bent.' Ik moest lachen, ik kon er echt niets aan doen.

'En als ik het niet mis raad is een van die meisjes je zus, is het niet', zei ik met een brede glimlach.

'Misschien', zei ze vlug. 'Maak je maar geen zorgen over je zus, zij vind iedere jongen mooi', liet ik haar weten. Ze knikte.

'Daar heb ik wel ervaring mee ja', zei ze gespeeld serieus, waardoor ik opnieuw moest lachen. 'Vertel me, wat zegt ze zoal thuis eigenlijk over mij?' Ik kon het niet laten te vragen, ik was veel te nieuwsgierig. 'Dat is privé, als je het echt wilt weten zal je het haar zelf moeten vragen', zei ze, haar zus beschermend.

'O, toen nou', smeekte ik, op een zo verleidelijk mogelijke manier. Ze leek even overdonderd te zijn want ze keek me een tijdje alleen maar aan.

'Ze had het vroeger heel vaak over je hoe mooi je was en hoe leuk en zo van die dingen', ze leek beschaamd, dat ze het me vertelde.

'Wat bedoel je met vroeger?' drong ik aan. 'Nou, sinds een tijdje kan ze het alleen maar nog over je vriend Arthur praten', zei ze.

'Ik denk dat ze het dit keer wel erg  zwaar te pakken heeft', biechtte ze op. 'Dat kan ik goed geloven, hoe ze hier zo met elkaar staan te dansen', ik meende het echt, ze konden hun ogen niet van elkaar afhouden.

Een tijdje keken we naar hoe haar zus en mijn beste vriend dansten, nou ja, ik toch. Even bleef ik wat twijfelen maar uiteindelijk gaf ik aan mijn nieuwsgierigheid toe. ‘Euh, mag ik vragen naar je ogen of…euh..’, aarzelde ik. Waar was ik mee bezig, ik vroeg vast naar dingen die heel gevoelig waren.

‘O, dat ik blind ben?’ vroeg ze vriendelijk aan me. Er was geen boosheid, verdriet, angst of wat dan ook te horen in haar stem. Wat ik in eerste instantie wel had verwacht, maar ze sprak gewoon, alsof het, het gewoonste van de wereld was.

‘Ik vroeg me af of je altijd al blind was geweest of…’, ging ik verder.

‘Ja, ik ben zo geboren, mijn moeder was slechtziend dus heb ik het vast van haar geërfd’, legde ze me uit. ‘Je moeder verstaat je dan vast goed’, gokte ik.

‘Verstond bedoel je’, haar stem klonk ineens niet meer vrolijk. Ze staarde naar de grond.

‘Hoe bedoel je?’ vroeg ik voorzichtig, maar ik had een akelig voorgevoel.

‘Ze is 2 jaar geleden overleden, aan een griep epidemie’, vertelde ze, haar stem klonk erg verdrietig.

‘O, sorry. Ik had hier niet naar mogen vragen, met mijn nieuwsgierigheid ook altijd!’ ik was boos op mij zelf, nu had ik haar aan erge dingen laten denken en haar verdrietig gemaakt.

Stille winterrozen (Twilight)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu