14.1

1.2K 96 10
                                    

"Alsjeblieft?" Ik doe een poging nog smekender te kijken dan dat ik al deed. Het afgelopen kwartier heb ik al zo'n beetje elke tactiek geprobeerd die in me opkwam: boos worden, zielig doen, slijmen, dreigen, alles. Maar niets werkt. De soldaten van Latronis hebben mijn vader de gevangenis in gegooid en ze zijn niet van plan me bij hem te laten.

Er wordt aan mijn arm getrokken. Zonder om te kijken, weet ik dat het Marlon is. "Laten we gaan."

Woest draai ik me naar hem om. "Mooi niet. Ik ga nu helemaal nergens heen. Niet zonder dat ik deze idioten duidelijk heb gemaakt dat ze mij moeten opsluiten in plaats van hem."

"Wil je dood of zo?"

Mijn mond valt open van verbazing. "Wil je daarmee zeggen dat je hem dood wilt hebben?" Het is de enige conclusie die ik kan trekken. Gevangenen hebben geen leven meer. Er is er nooit eentje die niet tot de doodstraf veroordeeld wordt.

"Kom, Deia." Marlon pakt me bij mijn arm en trekt me bij de bewakers weg. "Je vader is een volwassen man. Hij redt zich wel. In ieder geval tot de rechtszaak."

Daar wil ik nu nog niet aan denken. Als de rechter ook vindt dat mijn vader schuldig is, wacht hem het afschuwelijkste van het afschuwelijkste lot. Dan moet hij nog een keer meedoen aan de Eliminatie. En dit keer zal er geen spat van hem heel blijven. Ik heb zelf gezien hoe de dochter van Jancho wanhopig de zee in rende omdat ze stukjes van haar vader wilde gaan zoeken op het eiland. Ze is overleden aan een vissenbeet.

"Als je nu iets wilt doen om je vader te helpen dan moet je er zijn voor je zusje."

Ik werp Marlon nog een vernietigende blik toe. Hij moet me niet vertellen wat ik wel en niet moet doen. Zonder aarzelen zet ik mijn hakken af tegen de grond en trek een sprintje, rechtstreeks naar het paleis. Al na een paar meter schuurt mijn adem door mijn keel. Mijn longen branden als een houtblok op een vuur, maar ik ren zo hard als mijn voeten me willen dragen. Het effect van de verrassing die ik Marlon bezorgde door er zomaar vandoor te gaan, geeft me een voorsprong die net groot genoeg is om eerder bij de deur naar Nestors werkkamer te arriveren dan hij. Buiten adem beuk ik met mijn vuist op het hout.

"Binnen."

Ik duw de klink omlaag en strompel hijgend naar binnen. "Ik kom mezelf aangeven. Mijn vader is zojuist opgepakt, maar ze hadden mij moeten hebben. Ik heb eten uit de keuken hier meegenomen om het aan mijn familie te geven."

"Maar nee, Deianeira, wat zeg je me nu?" Nestor probeert streng te klinken, maar ik zie dat hij vanbinnen zeer geamuseerd is. Eindelijk wordt zijn beeld van mij bevestigd. Ik ben een criminele boerentrien die het land te gronde wil richten.

"Ik weet dat het verkeerd was, maar het is ook niet goed om de verkeerde persoon daarvoor te straffen. Sluit mij alsjeblieft op in plaats van hem."

"Zou je dat echt willen? En Arthur dan? Als je eenmaal in de gevangenis zit, zul je hem nooit meer zien. Laat staan met hem trouwen."

Alsof Nestor dat erg vindt. Volgens mij hoopt hij nog steeds dat Arthur uiteindelijk met Arachne zal trouwen. "Als dat zo is dan moet het maar. Natuurlijk zou ik het verschrikkelijk vinden om Arthur op deze manier te moeten verliezen, maar het zou oneerlijk zijn om iemand anders op te laten draaien voor iets wat ik gedaan heb."

"Maar jij hebt nog een heel leven voor je. Ga naar buiten, domme snol, en val me niet meer lastig met dit soort onbenullige zaken. Ben blij dat je niet in de gevangenis zit. Jouw vader heeft toch niets meer om voor te leven. En ik zou maar uitkijken als ik jou was, voordat ik jullie allebei weer de arena in gooi. Eens kijken wie er dan nog is om dat lieve zusje van je te beschermen."

Ik ben zo in shock dat ik niet weet wat ik moet zeggen. In mijn hoofd buitelen talloze gedachten over elkaar heen, vechtend om de aandacht terwijl ik Nestor verbluft aan blijf staren. Uiteindelijk nemen mijn voeten de leiding over en voeren me de werkkamer uit.

(Uitverkoren 2) - De chaosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu