14.2

1.2K 90 24
                                    

Tegen de tijd dat het avondeten opgediend wordt, ben ik nog steeds niet bijgekomen van het feit dat mijn vader onschuldig in de gevangenis zit. Ik staar dan ook gewoon maar wat naar mijn soep in plaats van die op te eten.

Onder de tafel pakt Arthur mijn hand vast. "Geen honger?"

Ik schud mijn hoofd. Alleen al de gedachte aan mijn moeder en zusje die nu met z'n tweeën thuis aan tafel zitten zorgt ervoor dat mijn maag wel een baksteen lijkt. Moeizaam hef ik mijn hoofd een stukje op. "Ik denk dat ik zo maar even naar mijn moeder en Vinny toe ga om te kijken hoe het met ze is."

"Geen sprake van," buldert Nestor aan de andere kant van de tafel. "Het is nu veel te gevaarlijk voor jou buiten."

"Ik heb toch beveiliging?"

De consul houdt voet bij stuk. "Dat risico kunnen we nu niet lopen."

Ik werp Marlon een wanhopige blik toe, in een laatste poging van hem iets gedaan te krijgen. Kan hij niet zeggen dat hij me extra goed zal beschermen? Ik heb mijn familie nodig nu.

"Ik kan ze wel vragen hierheen te komen," stelt hij voor. Niet helemaal wat ik gehoopt had, maar het is tenminste iets.

Hoopvol verplaats ik mijn blik weer naar Nestor. Hij heeft een bloedhekel aan mij. Zou hij het me echt toestaan om mijn familie hier te ontvangen?

Tot mijn grote verbazing knikt hij goedkeurend. "Dat zou je kunnen doen, ja. Als je maar onthoudt dat jij vandaag nergens meer heen gaat, Deianeira. De komende paar weken trouwens niet. Je kunt alleen nog naar school en dat is het."

Natuurlijk. Hij kan niet zomaar even aardig tegen me doen. Er moet uiteraard weer iets achter zitten. Mij opsluiten in het paleis is zonder twijfel één van zijn plannetjes om mij van mijn familie af te zonderen. Dat ze vanavond langs mogen komen is allemaal maar een act. Een manier om mij te doen geloven dat hij het beste met me voor heeft.

Arthur knijpt in mijn hand en glimlacht naar me alsof dit het beste nieuws ooit is. "Dan zullen we alleen maar nog meer tijd samen door kunnen brengen. Lijkt je dat niet geweldig?"

"Absoluut," grijns ik gemaakt. Voor de vorm duw ik mijn lippen vluchtig tegen de zijne.

"Geen geflikflooi aan tafel," waarschuwt Nestor.

Ik negeer hem en blijf Arthurs blik vasthouden. Op dit moment is er maar één ding dat ik zeker weet en dat is dat wij bij elkaar horen. Zolang wij samen zijn, maakt het niet uit wat er gebeurt. We helpen elkaar er wel weer bovenop. Het is fijn om zo iemand te hebben. Het geeft me de kracht en de brutaliteit om mijn volgende vraag te stellen. "Mag mijn vader op de bruiloft komen?"

Nestor trekt zijn wenkbrauwen op. "Dat is zeer ongebruikelijk voor gevangenen."

"Hoe vaak trouwt er iemand wiens vader in de gevangenis zit?," kaats ik terug.

"Bijna nooit, en al helemaal niet op zo een grootse manier als jullie," geeft Nestor toe. Hij slaakt een geïrriteerde zucht. "Goed, ik zal erover nadenken wat ik voor je kan doen. Als je maar weet dat de veiligheid van het volk voorop staat. Ik wil geen enkel risico nemen."

Ja hoor. De veiligheid van het hele volk, behalve die van mij. Natuurlijk vindt hij het geen punt om mijn vader uit te nodigen op de bruiloft. Het hele land mag toekijken hoe ik zal sterven en vooral de mensen van wie ik hou. Als hij maar niet denkt dat ik het hem zo makkelijk zal maken. Mooi niet.

-

Ik stuur Arthur weg als Marlon mijn kamer in komt om te zeggen dat mijn moeder en zusje er zijn. Hoewel ik ook van hem hou, wil ik dit alleen doen. Dit is een familieaangelegenheid. Bovendien heb ik de tijd en ruimte nodig om na te denken. Over mezelf, over mijn familie en over de revolutie die we aan het plannen zijn.

(Uitverkoren 2) - De chaosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu