25.2

978 80 17
                                    

Het is lastig om vorderingen te bespreken als Arthur en ik niet alleen in een ruimte mogen zijn. We hebben Nevis gevraagd om vanavond in het paleis langs te komen, maar dat vond ze niet verstandig. Ze denkt dat de consuls argwaan zouden kunnen krijgen als ze bevriend is met ons terwijl ze ondertussen Aeneas probeert te versieren.

"Vinny dan?," stel ik fluisterend voor. We zitten op mijn kamer met de deur open. Vanaf de gang staat Marlon nieuwsgierig naar ons te loeren. Dat is het dichtste bij privacy dat we voorlopig zullen komen.

"Als het echt niet anders kan," zucht Arthur. "Maar we moeten ons team zo langzamerhand gaan uitbreiden met personen van onze eigen leeftijd en ouder, niet met kinderen. Wat dacht je van Hera?"

"Denk je dat die mee zou doen?"

"Vast wel. Ze is toch je vriendin?"

Dat klopt, maar die term noem ik liever niet hardop. Ik vind het om de één of andere reden nogal verraderlijk tegenover Bodine dat ik in het even na de arena meer vriendinnen heb dan dat ik had in het leven daarvoor. Zelfs het idee dat ze Nevis en Hera allebei altijd wel aardig vond, helpt daar niet aan.

"We zouden haar kunnen polsen. Ze is in ieder geval sterk, anders had ze de Eliminatie niet overleefd."

"Dat kun je van iedereen in dit land zeggen, uitgezonderd de uitverkorenen," merk ik op. Mijn ouders bijvoorbeeld, en zelfs de zielige hoopjes van wat ooit de ouders van Bodine waren.

Arthur staat op. "Volgens mij hoor ik Nimue roepen dat het eten klaar is. Laten we straks verder praten."

Dat vind ik een goed idee. Ik laat mijn hand in de zijne glijden en laat me door hem overeind trekken. Samen dalen we de trap af en volgen we de gang naar de eetzaal.

"Daar hebben we ons bruidspaar," merkt Nestor op als we binnenkomen. "Jullie twee, na het eten, vergadering over de bruiloft."

Vragend trek ik een wenkbrauw op. "Vergadering?"

"Ja. Aan iemand met jouw hersens hoef ik vast niet uit te leggen wat een vergadering is, of wel?"

Arthur negeert deze opmerking volkomen. "Waar moeten we precies over vergaderen?"

"Over de stand van zaken. Je hoort het vanzelf wel." Met die uitleg moeten we het doen, want na zijn woorden stort Nestor zich meteen op het volscheppen van zijn bord.

Dan zien we het inderdaad straks wel. Zolang hij niet gaat voorstellen dat ik mijn eigen keel doorsnijd ten overstaan van alle gasten vind ik alles prima.

-

Tegen de tijd dat de tafel wordt afgeruimd, begin ik aardig nerveus te worden voor de vergadering. Ik heb helemaal geen verstand van bruiloften. Wat als Nestor me allemaal lastige vragen gaat stellen waar ik het antwoord niet op weet en hij me vervolgens verbiedt om met Arthur te trouwen? Ik sta nergens meer van te kijken.

"Hé liefste." Arthur pakt mijn hand vast. "Er is niets om je zorgen over te maken."

"Weet je dat zeker?" Mijn stem klinkt vreemd, piepend. Het is maar goed dat de consuls de eetzaal al verlaten hebben. Nu horen ze tenminste niet hoe bang ik voor ze ben.

"Heel zeker," houdt Arthur vol. "Laten we maar gaan. Dikke kans dat ze al op ons zitten te wachten."

Ik slaak een zucht terwijl ik mijn stoel naar achteren schuif. Het moet er toch een keer van komen. Met tegenzin hobbel ik achter hem aan de eetzaal uit. Via de trap achter de keuken gaan we naar boven. Ik verwacht dat we naar de werkkamer van Nestor zullen lopen, maar Arthur wandelt die deur straal voorbij. In plaats daarvan houdt hij stil voor een deur verderop in de gang.

(Uitverkoren 2) - De chaosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu