Hoofdstuk 2: Waartoe klopgeesten in staat zijn

45 2 0
                                    

Why would you go, while you had everything in the world?

Walter kwam blaffend  aangerend. 'Wallie!' Zijn zwart met bruine oren flapperden enthousiast heen en weer. Ik slaakte een zucht van opluchting. 'Ben je terug? Het was niet leuk bij de dierenarts, hé? Nee.' Ik besefte dat ik tegen een hond praatte op die typische manier waarop mensen nou eenmaal tegen hun huisdieren praatten. 'Waar is opa?' Hij rende weg, hij liet me geen keus. Ik sprintte achter hem aan het huis door. We renden door de keuken waar ik mijn lege glas met limonade zag staan, door de serre, de salon, de woonkamer en ten slotte de eetkamer.

'Walter!', hijgde ik na een tijdje. 'Stop! WACHT!' Ik stopte met rennen en legde mijn handen op mijn knieën om uit te rusten. Willem kwam loom langs lopen. Rot kat, ik liet hem nog eens door Walter opeten. Toen ik op de zolder aankwam zag ik de dozen staan die ik een week geleden had beloofd op te ruimen. Zuchtend liet ik me op de grond zakken en greep naar een kartonnen box met het opschrift: Beckham familie. Ik legde me erbij neer dat mijn opa wel kwam wanneer hij me nodig had. Walter kwam piepend naast me zitten. 'Sst!' Ik maakte de doos open; een stamboom van mijn overleden familieleden, een paar kleutertekeningen van mijn neef, zwart-wit foto's, zo te zien uit de oorlog en een dossier waarop niet de mis te verstane tekst stond; Nina, Daniël Beckham, top secret. Mijn ouders.

Als er een ding was dat je niet op een dossier moest zetten als je niet wilde dat erin gekeken werd was: Top secret. Hoogstwaarschijnlijk was er niet erg goed over nagedacht.

Op dat moment hoorde ik gestommel beneden. De map en mijn haast onbestuurbare nieuwsgierigheid zouden moeten wachten. Walter bleef met zijn staart tussen zijn benen zitten. Ik keek hem streng aan. 'Walter, komen.', commandeerde ik. Hij bleef koppig waar hij was. 'Nu.' Ik zuchtte. Hij ging mijn liefde voor schattige puppy's niet verpesten. 'Walter.' Ik keek hem dwingend aan. Met mijn ogen tot spleetjes geknepen probeerde ik hem nog een keer aan te zetten tot beweging.

Zonder resultaat uiteraard.

Ik draaide me geïrriteerd om en stampvoette de trap af. 'Ik ga wel alleen. Opa?.... Willem?' Hoe vaak had ik al niet voor mijn opa moeten roepen, omdat het huis simpelweg te groot was? En hoe vaak was ik huilend op de trap gaan zitten, omdat ik dacht dat mijn opa door monsters was ontvoert? Ik duwde de zware eikenhouten deur naar het kantoor van mijn grootvader open. Eigenlijk was ik verboden hier te komen, maar ik had een vreemde buikpijn in mijn maag die maakte dat ik de hendel vastpakte en hem naar beneden duwde. De deur ging krakend open. Er was niemand.

Gebonk aan het eind van de gang. Plotseling bonkte mijn hart zowat uit mijn borst en plaste ik bijna in mijn broek van angst, wat als er een moordenaar achter de deur stond? Het einde van de gang had nog nooit zo dichtbij geleken. 'Opa?' Het kwam er nogal schokkerig en piepend uit. Waar was mijn opoe? Ik was zeventien en was bang in mijn eigen huis, ik vroeg me af of iedereen dat had gehad in mijn positie. Mijn hand vibreerde zo hard dat ik dacht dat ik Parkinson kreeg. Er galmde een fel geluid door de ruimte en ik gilde het uit.

Mijn telefoon.

Ik was hem in mijn paniek helemaal vergeten. Ik werd gebeld door "Doornroosje", anders gezegd Poppy. Ik had lang geleden al mijn contacten veranderd in Disneyfiguren, omdat ik het grappig vond gebeld te worden door tekenfiguren. 'Poppy.', beantwoordde ik opgelucht de telefoon. 'Wat is er, want eerlijk gezegd is dit niet echt een goed moment om te praten.' Het bleef even stil aan de telefoon.

'Oh, Cilly. Ik heb gewoon ge-wel-dig nieuws!' Cilly? Dat leek verdacht veel op silly en dat betekende dom. Ge-wel-dig.

'Nou, vertel dat ge-wel-dige nieuws dan maar.', antwoordde ik sarcastisch.

'Ik. Heb. Een. Vriendje!' Wauw, had ze me daarvoor opgebeld? Ik had dood kunnen gaan door de seriemoordenaar-klopgeest achter de deur. En eerlijk gezegd had ik het niet eens zo op vriendjes.

Maar goed, Poppy was blij dus was ik ook blij.

'Ik ben zo super blij voor je!', zei ik enthousiast.

'Het is Samuel Meyer!', riep ze blij. Mijn mond zakte open.

'Wacht wat? Dé Samuel Meyer?', vroeg ik geschokt. 

'Ja, duh.'

'Maar- maar, je weet toch- Poppy?', hakkelde ik. 'Hoe heb je dat gedaan?'

'Nou, we hadden een project samen en ik vertelde dat ik voor mijn verjaardag een auto krijg en hij vertelde dat dat echt heel cool was en ik zei dat hij echt heel slim was en hij zei dat hij mij ook slim vond-'

'Waarom?', antwoordde ik ontdaan. Ik voelde gewoon dat ze verstoord keek.

'Nou, hij is toch ook slim?'

Ik schudde mijn hoofd. 'Van alle jongens die je had kúnnen uitkiezen, koos je voor Samuel. Samuel Méyer. De beste vriend van Benjamin.' Ik zuchtte. 'Gaat er niet ergens een belletje rinkelen? Bijvoorbeeld over het feit dat ze lijsten maken over welke meisjes ze hebben gedatet?' De deur piept weer en ik loop een stukje naar achter met de telefoon in mijn hand. 

'Jij hebt geen idee wie hij eigenlijk is, Céline. Hij is echt aardig.'

'Aardig irritant.', mompel ik.

'Cel!'

'Oké, sorry, jeez.' Ik rolde mijn ogen.' Maar je zult zien dat ik gelijk heb.'

'Ik dacht dat je het leuk zou vinden, maar blijkbaar niet.' Ze zucht luidruchtig en hangt dan de telefoon op. Ik doe hem weg en kijk behoedzaam naar de deur. Ik schud mijn hoofd.

Oké, Céline. Focus. Het enige wat nu nog door mijn hoofd spookte was mijn opa vinden en de vreemde geluiden traceren. Ik liep de gang door. Walter zat piepend in de keuken. Ik sloeg mezelf voor mijn kop, omdat ik niet eerder naar hem geluisterd had. 'Opa?'

Er was geen antwoord.

Walter zou hem misschien kunnen opsporen? Nee, natuurlijk niet, die pup kon nog niet eens een schoen van een bal onderscheiden. Ik zuchtte gefrustreerd. 'OPA!', riep ik uit pure wanhoop. Ik voelde dat er tranen opkwamen. Ik was nog softer dan ik had gedacht. De deur maakte weer een hard piepend geluid en ik maakte rechtsomkeert en stoof de gang uit. Ik schreeuwde mijn opa's naam, zonder noemenswaardig resultaat. Waar was mijn verdomde opa? 

Ik kwam hijgend en de wanhoop nabij bij de kamer van mijn opa. Zijn kamer lag naast de mijne. Toen ik de deur opende gebeurde er van alles tegelijk.

Ik gilde. Zo hard ik kon. Ik hoorde dat beneden de deur open werd getrapt en dat er zware voetstappen klonken als een beton blok dat met kracht steeds opnieuw op de grond wordt gesmeten. Walter blafte hard en sprong verdwaasd om me heen.

Maar het beeld was al in mijn ogen gebrand.

Anywhere For You (dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu