Hoofdstuk 5: Onvoldoende-paparazzi vermogen

44 2 0
                                    


~1 jaar later~

'Céline?' Ik kreun en draai me om. 'Céline!'

'Ga weg.', mompel ik. Ik voel hoe het deken verdwijnt en de koude lucht me insluit. 

'AAAH!' Ik kijk verwilderd in het rond en zie Benjamin staan.

'Jij!' Opeens is al mijn moeheid verdwenen en spring ik op hem af om hem te slaan. Ik hoor Willems geërgerde gemiauw, als hij van het voeteneind valt. 'Waag. Het. Niet. Meer. Mijn deken weg te trekken!' Ik weet wel dat het niets uitmaakt, hooguit dat hij nu weet wat hij in het gevolg moet doen om me geïrriteerd te maken. Ik voel alleen de staalharde spieren onder zijn shirt. Uitgeput laat ik me weer op bed vallen.  Opeens bedenk ik dat er iets bijzonders is aan vandaag. Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht.

Ik ben jarig, vandaag ben ik officieel achttien jaar.

'Ik ben toevallig wel degene die zijn eigen kamer op moest geven voor zo'n verwend kind zoals jij.' Au. Die woorden kwamen harder aan dan ik dacht. Mijn glimlach verdwijnt, terwijl ik hem aankijk.

'Wees dan maar blij dat ik vannacht geen oog dicht heb gedaan.'

'Je zag er anders wel uit als iemand die sliep.' 

'Ga mijn kamer uit.', grom ik.

'Dit is mijn kamer.'

'Ga dan deze kamer uit!'

'Zeg je dat altijd wanneer je weet dat je ongelijk hebt?', vraagt hij quasi-benieuwd. 

'Ja, en laat me nu omkleden.' 

'Graag.' Hij loopt de kamer uit en ik ben binnen een minuut klaar voor het geval hij onverwacht terug zou komen. Ik kom beneden, terwijl Olivia, Idioot en Rafaël al aan tafel zaten. Ik pak agressief een boterham uit de zak en smeer hem in met boter. 

'Goed geslapen?', vraagt Olivia. Ik moet al mijn kalmte bij elkaar schrapen om te voorkomen dat ik uit elkaar zou barsten.

'Ja, dankje.' 

'Je kunt bij Benjamin achterop.' Eerst kijk ik even vreemd op, maar dan herinner ik me dat ik mijn fiets heb lekgereden op straat en knik niet erg enthousiast. Ik kijk naar de klok en spuug bijna apathisch mijn brood uit.

'Is het al zo laat?!' De rest kijkt me alleen aan. 'Ik eh- ik ga naar boven.' Het is kwart voor acht en om kwart over gaat de bel. Ik sprint naar boven, wat me alleen brandende longen en een wild kloppend hart opleveren. Ik moet mijn make-up nog doen, mijn haar nog kammen en mijn tanden poetsen. Ik doe alles zo snel dat ik het me nauwelijks kan herinneren. Als Olivia me vanaf beneden roept ben ik al bijna klaar. 

'Mijn jas ligt nog bij Poppy.', bedenk ik opeens. 

'Doe die van mij maar aan dan. Ik haal die van jou ook wel op samen met je fiets.' Ik denk er niet eens aan dat Poppy's ouders bijna nooit thuis zijn en pak haar beige trenchcoat aan. De boeken van vandaag zitten bijna allemaal in mijn kluisje. 

Nu sta ik met mijn tas over mijn schouder in de deuropening, terwijl ik de warme zomerwind in mijn handen en gezicht voel waaien. 

'Kom je nog of loop je liever naar school?' Benjamin staat bij het tuinhekje ongeduldig met zijn vinger te tikken. Ik laat mijn voet even twijfelend over de stenen dwalen voor ik hem verder laat zakken. 'Braaf, en nu mag je hierheen komen.' Ik kijk nijdig op. 

'Ik ben geen hond.'

'Nee, maar je lijkt er wel op.' Ik stampvoet verder tot ik vlak voor zijn neus sta.

'En wie is hier nou bijdehand?' Hij grijnst alleen. 

'Stap op, ik heb geen zin in een theekransje bij van Laren het laatste uur.' 

'Commandeer me dan niet zo.' Maar ik doe wat hij zegt en spring op zijn bagagedrager.

Hij stopt een paar straten voor school en wacht schijnbaar ergens op.

'Waarom stop je?'

'Je kan beter afstappen, je weet hoe het is als iemand mij ziet.'

'Pardon?' Ik kijk naar zijn rug met een opgetrokken wenkbrauw.

'De leerlingen zijn net als paparazzi, weet je.'

'Dus je schaamt je in de buurt van mij?' Dat oneindige ego van hem begon me behoorlijk op de zenuwen te werken. 

'Dat is niet wat ik-'

'Oh, maar je wilde het wel!' Hij draait zijn hoofd half om en lacht scheef wat er nog schattig uit ziet ook.

'Ik wilde je gewoon behoeden voor het onheil.', verdedigt hij zichzelf.

'Denk je dat ik het niet aankan om aangestaard te worden? Ik ga mooi niet die laatste twee straten lopen. Dan maar die vleesetende paparazzi van je.' Hij lacht, niet onaardig. 

'Ze zijn echt gevaarlijk.'

'Ik ook, fiets nu maar lekker door.' Zijn rug schud nog even van het grinniken voor hij weer verder fietst. Ik spring van zijn fiets bij de oprit van school en hij fietst door naar het fietsenhok. Wacht eens even. Ik hoor helemaal niet te lachen met Benjamin Aartsvijand Reynolds. Ik sla mezelf beschuldigend op mijn hoofd. 

'Gaat het goed of moet ik me nu zorgen maken?' Poppy staat achter me, ik heb haar niet eens zien aankomen.

'Nee en ja.', antwoord ik beide vragen beantwoordend. Ze lacht. 

'Oké, wat is er aan het handje? Moet dokter Poppy je even een pilletje tegen gekte geven?'

'Eerder een pilletje tegen arrogante betweters.', mompel ik, maar Poppy hoort het ook.

'Wie dan?' Ik zucht en adem diep in.

'De enige die hier op school rondloopt.' Ze kijkt grijnzend naar me op. 

'Ach, dit is ons examenjaar. Hierna ben je van hem af.' Ik knik, maar dan denk ik terug aan mijn opa en moet moeite doen mijn tranen binnen te houden. Bijtend op mijn onderlip denk ik na over waar hij nu is. 

Een jaar heb ik overal gezocht, een jaar van pure verspilling.



Anywhere For You (dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu