Hoofdstuk 29: Oeps... Verkeerde kamer

16 2 1
                                    

Ik staar naar het bureau.

'Waar is ze?' Benjamin haalt zijn schouders op.

'Misschien is ze op een vergadering.', oppert Daphne.

'Dan wachten we op haar.' Ik zucht vermoeid en ga op het bureau zitten.

'Je weet dat je hiervoor ontslagen kan worden?', waarschuwt Jenna, maar ik houd een document omhoog met mijn naam erop en lach schamper.

'Dat was ze toch al van plan.' Daphne grijpt het papier uit mijn hand en begint met lezen. Als ze klaar is laat ze het zakken en kijkt me medelevend aan.

'Het spijt me.' Ze wil het teruggeven, maar Benjamin pakt het en de rest begint met lezen.

'Ontslagen wegens geheimhouding van uiterst zeldzame informatie?' Jenna leest het lachend op. 'Ik vraag me af wat voor dingen je hebt uitgehaald.' Ik lach cynisch.

'Als je Céline Alexandra Beckham heet, ben je automatisch een raadsel.' Daphne komt naast me zitten.

'Dat is niet waar-'

'Dat is wel waar, Daf, jij weet dat ook.'

'Ze heeft niet het recht om je daarvoor te ontslaan.'

'Maar ze heeft het wel gedaan of niet?', antwoord ik geïrriteerd. Daphne gaat verzitten. 'Het spijt me.' Ze glimlacht naar me. De deur gaat open en commandant Campbell komt binnen. Ik kijk op en onze blikken kruizen elkaar.

'Beckham? Wat doe jij hier?' Ik heb een seconde nodig om dat te bedenken. Ja, waarom ben ik hier? Het is niet dat ik haar echt iets kan maken.

'Ik kom terughalen wat van mij is. Waar is mijn opa?' Haar gezicht vertrekt zich tot een streep.

'Ik ben bang dat ik niet weet waar hij is.'

'Dat weet je wel, je hebt hem nu lang genoeg gehad. Ik wil hem terug.'

'En je bent erin geslaagd het instituut tegen me op te zetten, knap hoor.' Ze negeert mijn opmerking en kijkt de kamer door. 'Ik zal het door de vingers zien als je nu gaat en je ontslag neemt.' Ik pak het papier en houd het omhoog en scheur het voor haar ogen in tweeën. Haar ogen vlammen op van woede als ik haar een ijzige blik werp.

'Ik denk het niet.' Ik loop naar haar toe en duw mijn onderarm tegen haar keel. 'Waar is hij?', sis ik. Ze begint te lachen.

'Goed, dan arresteer ik je wegens bedreiging en kunnen je vrienden mee.'

'Volgens mij ben je niet in de positie om ook maar iemand te arresteren.' Ze duwt me naar achter en draait mijn arm op mijn rug.

'Oh, maar dat denk ik wel. Ik tolereer geen rebellie in mijn hoofdkwartier en je denkt misschien dat jij dat privilege wel geniet, maar dat is niet zo.' Ik schreeuw, omdat ze mijn arm verder draait.

'Vertel me alleen waar hij is.', knars ik.

'Ik héb hem niet, begrijp je dat?' Ze schud me door elkaar en mijn haren worden uitgetrokken doordat ze vast komen te zitten achter haar arm. 'We hebben een jaar gezocht naar die opa van je en we zijn er alleen achter gekomen dat hij een leugenaar is. En jij wist er vast alles van?' Ze schud me weer door elkaar.

'Nee, echt niet!' Niemand verzet een stap en ik voel me verraden. Misschien is het, omdat bij Benjamin alle stukjes in elkaar vallen en de rest gewoon te verbaasd is om iets te doen.

'Weten zij ook dat je grootvader ons voorgelogen heeft over zo ongeveer elke drugsbende in het land? En dat er doden zijn gevallen door zijn toedoen, hm? En dat het mooie paleisje van jullie helemaal zwart is?' Er stromen tranen over mijn wangen en ik durf niets meer te zeggen. Ze laat mijn arm los en duwt me weg. Ik zie dat ze op een knopje drukt en even later komen er twee agenten binnen die ik weleens met de training heb gezien en daarachter loopt Brandon. Hij kijkt me ijzig aan en ik krimp ineen. De boeien voelen als bevroren ijzers om mijn polsen.

Anywhere For You (dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu