H 21

10 2 0
                                    

Ik loop naar mijn kamer. Vincent moest weg naar en balngrijke bespreking. Jammer, ik had nog verder willen praten met hem. En klieren. Ik zucht. Ik hoop dat ik niet word gekozen als koningin, want ik vind hem aardig. Ik ben niet verliefd op hem. Denk ik. Ik laat me op mijn bed ploffen. Mijn kamermeisjes zijn er niet. Ben ik eigenlijk best blij mee. Ik sta op en loop naar de badkamer. Maar dat lukt niet echt, want ik lig nu op de grond. Wie heeft daar nou ook ene doos neergezet?! Ik maak hem open en zie broeken liggen. Geen spijkerbroeken, maar van stof. Beter iets dan niets. Er zit ook een brief bij. Van Vincent. Aahhhh, hij vond het zielig dat ik niet had gewonnen. Hij vroeg wel of ik de broeken alleen op zaterdag en zondag wilde dragen. Ik pak ze uit. Ik leg ze op de kist achter mijn bed. Daarvoor moet ik eerst mijn koffer aan de kant zetten. Er valt iets uit mijn koffer. Ik raap het op en zie dat het de geluksbrenger van Luke is. Die had ik toch niet in mijn koffer gedaan? Dan kwam het besef in een keer binnen. Toen ik er niet was, moet hij via mijn raam naar binnen zijn geslooen en het in mijn koffer hebben gedaan. We spraken wel vaker 's avonds af. Mijn raam zat nooit op slot en alleen als je wist hoe het raam open moest, kreeg je hem open. Ik heb het hem geleerd. Ik leg het op mijn nachtkastje. Ik ga op bed liggen. Wat moet ik nou?

Na een uur naar het plafond te hebben gestaard, ben ik in slaap gevallen. Ik ben maar in bed gekropen. Mijn hoofd leek wel op ontploffen te staan. Zoveel op een dag. Date met Vincent en ik vind het gelukbrengertje van Luke. Ik ben nog steeds verliefd op hem. Maar dat kan niet en dat weet ik, maar het is zo moeilijk. Hopelijk word morgen beter.

Ik word wakker van geklop op mijn deur. Mijn kamermeisjes kijken door de deur. 'Je was gisteren vroeg ik slaap gevallen, we hebben je maar laten slapen' zegt Annebel. Ik knik en gaap. Ik heb echt super geslapen, ondanks mijn gepieker van gisteren. En zoals elke ochtend helpen mijn kamermeisjes me met klaar maken voor het ontbijt. Ik ben er nu gewend aan geraakt.

Het ontbijt was gewoon weer hetzelfde. Vincent keek me weer de hele tijd aan. Ik begin het gevoel te krijgen dat hij me leuk vind. Ik zit nu op school, maar ik kan me niet concentreren. Ik moet steeds denken aan Luke én Vincent. Ik vertrouw mijngedachten niet meer. Ze zijn overhoop gegooid door het gelukbrengertje van Luke. Ik zucht zacht. 'Mevrouw Swann? Wat is het antwoord op mijn vraag?' Vraagt de lerares. Ik kijk op. Ik zat niet op te letten. 'Sorry mevrouw. Ik zat niet op te letten' zeg ik. Ik kijk naar mijn tafel. 'Ik verwacht dat je nu wel oplet, mevrouw Swann' zegt ze streng. Ik knik. Ik probeer op te leten, maar alles gaat het ene oor in en het andere oor weer uit. Ik onthoud niet zoveel. 'Vincent is de eerst geborene van de koninklijke familie....' Ik kijk op. Ineens kan ik me wel concentreren. Dit kan misschien belangrijke informatie zijn.

Ik loop langzaam naar mijn kamer. Iedereen is al weg. Ik had geen zin in lopen. Ik hoor wat stemmen om de hoek. Ik stond op het punt om de hoek om te gaan, maar nu twijfel ik. Ik kijk snel om de hoek. Ik zie Vincent en Esmee staan. Esmee staat heel dichtbij Vincent. Ik kan me niet meer veroeren. Ik blijf kijken. Ik draai me om, maar stoot daarmee tegen een tafel aan. Ik schrik. 'Wie is daar?' Hoor ik Vincent vragen. 'Maak je niet zo druk, waarschijnlijk schoonmakers' hoor ik Esmee met een swoele stem zeggen. Ik begin bijna te kokhalzen. Ik ren snel weg. Mijn voetstappen klinken heel luid door de gang. Ik hoor iemand achter me aan rennen. 'Vincent' krijst Esmee. Als ik net een hoek ben, blijf ik staan om op adem te komen. Ik kijk om de hoek heen en zie nog een boze Esmee omdraaien. Verder niemand. Ik zucht en loop verder. Opeens word ik bij me arm vastgepakt. Ik schrik en draai me met een ruk om. Mijn arm schiet los uit de stevige greep. Ik kijk op in de ogen van Vincent. Ik wil me weer omdraaien, maar Vincent pakt me weer vast. 'Wat is er?' Vraagt hij. 'Was jij degene die weg rende?' 'Sorry, ik weet niet waar je het over hebt' lieg ik. Ik frons mijn voorhoofd om het echter te laten lijken. 'Ik zag je hier de hoek om rennen, ik ben niet gek' zegt Vincent. 'Best, ik was het. Wat nu? Ga je me wegsturen, omdat ik rende door het paleis?' Zeg ik uitdagend. 'Nee, ik wilde weten waarom je wegrende' zegt Vincent fronsend. 'Ik zag jou en Esmee kleffen en wilde jullie niet storen' zeg ik schoudeophalend. 'Mag ik nu gaan?' Vraag ik. Ik wil langs hem heenlopen, maar hij houdt me tegen. 'We waren niet aan het kleffen. Ik kwam Esmee toevallig tegen en zíj ging dicht bij me staan. Ik wist niet wat ik moest doen en was blij dat jij er was' zegt Vincent. 'En waarom dan?' Vraag ik. 'Ik heb nog nooit gezoend' zegt hij zacht, ik kon hem bijna niet horen. 'Echt niet?' Zeg ik verbaasd. Dat wist ik niet. Dit is een ander kant van Vincent.

Mijn GeheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu