I.

1.2K 75 90
                                    

Met een schok komt Lily Potter bij bewustzijn en de paniek begint meteen door haar heen te razen. Ze kan zich niet bewegen, ze kan haar ogen niet openen, ze hoort niks, ze heeft het nog nooit zo koud gehad in haar leven en bovenal krijgt ze geen adem. Uit alle macht probeert ze te spartelen maar er gebeurt niks, tot ze beseft dat iets duns opgloeit in haar handen die op haar borst liggen. Krampachtig spant ze haar vingers om haar toverstok en denkt uit alle macht aan de vloek voor ontploffing. Een luide knal klinkt in haar oren als de vloek boven haar een hele lading zand wegslingert. 

Haar longen vullen zich wanhopig met lucht en Lily's ogen knipperen tegen het licht. Ze krabbelt snel op als ze ziet dat het zand van de randen begint in te zakken en langzaam op haar neer valt. Het duurt niet lang tot ze al tot mijn middel is bedekt en ze begin uit alle macht naar boven te kruipen als er maar meer zand naar beneden blijft vallen. Ze verstijft echter als er herinneringen door haar paniek beginnen te sijpelen. 

Een groene lichtflits. De bonk van het lichaam van James Potter dat de vloer bereikt. Haar gesmeek tegen de genadeloze moordenaar. Ze wil gillen van afschuw maar op dat moment beseft ze dat het zand al bij haar mond is gekomen en die loopt vol met losse aarde. Ze gaat verder met zich een weg naar boven te worstelen. Het wordt weer zwart om haar heen als ze juist wat dieper wegzakt. Ze strekt haar armen en graait om zich heen naar iets om vast te pakken. Ze schopt om zich heen in een laatste poging om uit het zand te komen maar voelt zich alleen maar verder wegzakken. Haar bewegingen worden minder als ze slap wordt van het te kort aan zuurstof. Ze geeft het bijna op als een hand de hare grijpt en haar naar boven begint te trekken. Langzaam komt ze boven de aarde uit en ze hapt naar adem. Ze land op haar knieën op het gras naast het gat en hoest het zand uit haar longen. 

Als ze uiteindelijk tegen het licht knipperend omhoog kijkt denkt ze voor een fractie van een seconde dat haar man op haar neerkijkt maar als haar ogen zijn gewent aan het licht ziet ze dat haar redder een meisje met zwart haar is. Lily kijkt verwilderd om zich heen terwijl het meisje van haar weg deinst. Ze wordt zich opeens bewust van de stekende pijn in een van haar knieën en komt tot de ontdekking dat ze op een stuk afgebroken marmer zit.

"-ames en Lily Po-"

Met een pijnlijke steek door haar hart beseft ze dat dit hun graf was en de laatste gebeurtenissen die ze zich kan herinneren komen in volle toeren terug. Ze klapt dubbel van verdriet en de tranen lopen geruisloos over haar gezicht. Ze is zich er maar vaag van bewust hoe er een cirkel van fluisterende mensen om haar heen wordt gevormd. En het maakt haar bovendien niks meer uit. Op dit moment weet ze niet veel, ze weet niet hoe het kan dat ze leeft, ze weet niet hoe lang ze in de grond heeft gelegen en ze weet niet of haar zoontje nog leeft, maar ze weet wel dat James Potter dood is. Haar James. De vrolijke jongen met de hazel-eyes die haar zo gelukkig maakte, is dood. De liefde van haar leven was gestorven in een poging haar te beschermen en nu is hij weg.

Ze kijkt pas op als ze merkt dat iemand de cirkel, die haar afschermt van de buitenwereld, instapt. Voor haar staat Albus Dumbledore en hij zakt langzaam naast haar neer met een ernstige blik in zijn blauwe ogen.

'Lily?' vraagt hij zacht en vol ongeloof. Ze knikt schokkerig en opent haar mond om iets terug te zeggen maar er komt eerst alleen maar wat gekraak uit. Dumbledore legt geruststellend een hand op haar arm. 'Harry is veilig,' antwoord hij haar ongestelde vraag. Een deel van haar angst verdwijnt en maakt plaats voor opluchting maar het sijpelt vrijwel meteen weer weg.

'James...' huilt ze wanhopig. Albus antwoord niks en haar laatste hoop verdwijnt als sneeuw voor de zon. Hij trekt haar voorzichtig omhoog hoewel haar benen zowat doorbuigen door het gewicht van haar verdriet.

'Hoe kan dit Albus?' vraagt een schorre stem naast hen. Door haar tranen heen ziet ze een man met een gehavend gezicht en een kunstoog staan en ze herkent hem als Alastor Moody.

'Ik heb een theorie,' antwoord Albus kalm. 'Voor nu, breng de overblijfselen van James Potter in veiligheid-'

'Nee!' schreeuwt Lily wanhopig. 'Laat hem met rust! Laat hem met rust!'

'Haal haar hier weg Albus, ze trekt te veel aandacht.'

'Zal ik doen,' knikt Dumbledore. 'Ruim het hier op en kom achter ons aan.'

'Blijf van hem af!' blijft ze roepen terwijl Dumbledore haar optilt. Ze heeft geen eens tijd om zich er over te verbazen terwijl ze zich uit zijn armen probeer te rukken en blijft schreeuwen. Ze ziet niks meer door haar tranen en haar keel brand van de pijn maar ze geeft niet op. Even later verschijnselen ze en valt Lily stil door de druk. Ze voelt zich slap en blijft mompelen dat ze niet aan James mogen komen terwijl ze een huis binnen wordt getild. Verderop hoort ze stemmen en gelach maar ze kan zich er niet op concentreren hoewel ze wel hoort dat de geluiden harder worden ten teken dat ze erop af gaan.

'Maak de tafel vrij,' zegt Albus gehaast als hij een deur opent. Het blijft even doodstil in de kamer, op haar wanhopige snikken na, en dan klinkt er haastig gestommel en wordt ze overgenomen en op een harde ondergrond gelegd.

'Lily?' klinkt een geschokte stem die ze meteen herkent. Haar hoofd vliegt omhoog en ze richt zich tot de plek waar ze weet dat Sirius Black moet staat.

'Sirius! Ze willen James niet met rust laten!' roept Lily hem wanhopig toe. En ze probeert zich weer los te rukken als een paar handen haar er van weer houden van de tafel te rollen.

'Wat is dit, Dumbledore,' klinkt een andere bekende stem. Remus Lupin.

'James!' jammert ze. 'Waarom kan niemand met zijn poten van mijn James afblijven?!'

'Ze is over haar toeren.' Er klinkt wat gestommel. 'Iemand moet haar iets geven om rustig te worden!'

'James!' Ze voelt hoe een van haar voeten iemand raakt en hoe die kreunt van de pijn.

'Lily,' klinkt de stem van Sirius haperend naast haar hoofd en ze voelt hoe hij een van haar handen vastpakt. 'Lils, rustig.'

'Nee, James is dood,' jammert ze terwijl ze zich tevergeefs probeert te focussen op het gezicht van de beste vriend van haar man. 'Hij is weg.'

'Je hebt gelijk,' zegt hij en zijn stem is vervult zich van verdriet. 'Maar hij zal je nooit echt verlaten.'

'Maar dat heeft hij gedaan,' zegt ze wanhopig. 'Hij is weg. Hij is weg! Ik kan niet zonder hem!'

'Dat kun je wel-' maar ze onderbreekt hem alweer.

'Nee! Nee, dat kan ik niet...'

'Dat kun je wel,' herhaalt Sirius. 'Voor Harry.' Door die laatste naam blijft Lily stil liggen en ze voelt hoe iemand zijn toverstok tegen haar pols drukt om haar te verdoven. Ze voelt zich langzaam wegzakken.

'Snuffles,' krijgt ze er nog zacht uit en ze grijpt zijn hand met haar laatste kracht beet. 'Ik hoorde het... ik hoorde zijn lichaam de grond raken...' En dan zakt ze weg.

back for you ~Jily~Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu