back for you ~Jily~

XIX.

James Potter krijgt langzaam een boze uitdrukking op zijn gezicht terwijl Lily hem nog steeds sprakeloos aanstaart. Hij is nog knapper dan in haar herinnering en haar hart hamert wild in haar borst.

'James,' zegt ze ademloos en hij vestigt zijn blik op haar. In zijn ogen zit geen enkele herkenning, geen spoor van de liefde waarmee hij altijd naar haar keek.

'Hoe weet je wie ik ben?' vraagt hij langzaam. 'Ik heb geen idee wie jullie zijn.' Lily knippert verwart met haar ogen.

'Hoe bedoel je, je hebt geen idee wie ze is?' vraagt Sirius die wit is weggetrokken. 'Ze is je vrouw...' James kijkt even tussen Lily en Sirius heen en weer en begint dan te lachen voor hij zich op de verblufte Lily richt.

'Het spijt me om je uit je droom te halen, love,' zegt hij en haar hart maakt een sprongetje bij die bijnaam. 'Maar ik ben niet met je getrouwd. Ik bedoel je bent hot, maar nee...' Sirius richt zijn stok vliegensvlug op zijn beste vriend.

'Wie ben je?' sist hij met zijn ogen toegeknepen.

'En dat vraag je mij?' vraagt James met opgetrokken wenkbrauwen. 'Jullie zijn de gene die in mijn huis zijn!'

'Wie ben je?' herhaald Sirius zijn vraag nu een stuk agressiever.

'Wow relax, dude,' zegt James terwijl hij een stapje terug zet. 'Ik ben James Charles Potter. Ik ben de eigenaar van het huis waar jullie, guys, ongevraagd jullie tea-party houden. Zou een van jullie me misschien kunnen inlichten over wat er hier in Merlin's naam aan de hand is?' James Potter begint nu echt boos te worden en hij haalt zijn toverstok tevoorschijn maar voor hij ook maar iets kan doen wordt hij al ontwapend door Dumbledore. Hij geeft hem een woedende blik terwijl er meer mensen opstaan en hun toverstok op hem richten. Lily is nog steeds verstijfd, haar man staat levend en wel voor haar, of nou ja iemand die eruit ziet als James Potter.

'Hou hem vast,' zegt Albus en hij haalt een flesje uit een van zijn zakken terwijl Remus en Sirius James hardhandig vastpakken. Dumbledore laat een druppel van de heldere vloeistof in de mond van de tegenstribbelende man vallen, die wordt onmiddellijk rustig en er verschijnt een wazige blik in zijn bruine ogen. 'Wie ben je.'

'James Charles Potter.' Lily gaat wat overeind zitten en knippert vol ongeloof met haar ogen.

'Dit slaat nergens op, Dumbledore,' zegt Sirius geschokt. 'Ik bedoel James houd van een grapje maar hij zou nooit doen alsof hij Lily niet kent, zeker niet aangezien de laatste keer dat ze elkaar zagen nou niet bepaald een picknick was.'

'Je hebt gelijk,' zegt Dumbledore langzaam en Lily kan zien dat zijn hersenen overuren maken. 'Laten we hem maar verder ondervragen, misschien komen we er dan achter wat er aan de hand is.' James wordt in een stoel gedrukt.

'Ben je net opgestaan van de dood,' vraagt Sirius droogjes.

'Ik kom van mijn werk op het ministerie af,' antwoord James.

'Ik had zijn overblijfselen naar het ministerie gebracht,' zegt Moody langzaam.

'Oké,' zegt Dumbledore rustig. 'Wat voor werk doe je daar?'

'Ik werk op de muggle afdeling.' Lily staat langzaam op en verschijnt voor hem.

'Wie is je vrouw?' vraagt Sirius met een blik op haar.

'Ik ben niet getrouwd, ik heb een vriendin. Jenna Vernal,' Haar hart breekt een beetje.

'Hij haatte, Jenna,' zegt ze verbluft.

'Nou ja haatte... toen hij met haar uitging kon hij het behoorlijk goed met haar vinden, kan ik me herinneren,' zegt Snape schamper en hij krijgt een woedende blik van Lily toegeworpen.

'Wie zijn je beste vrienden?'

'Severus Snape,' zegt James die nog steeds wezenloos voor zich uit staart. 'En ik kan het de laatste tijd ook erg goed vinden met Peter Pettigrew.'

'Wat?!' wordt er door Sirius en Snape door de kamer geschreeuwd maar in de ogen van Dumbledore begint begrip op te dagen. Lily bijt op haar lip.

'Heb je kinderen?' vervolgt Dumbledore zonder aandacht aan de twee mannen te besteden.

'Nee.'

'Hou je van me,' gooit Lily er dan uit. Hij kijkt langzaam naar haar op en blijft een hele tijd stil terwijl ze in zijn prachtige bruine ogen staart.

'Ik heb je nog nooit in mijn leven gezien,' zegt hij uiteindelijk. Lily deinst achteruit terwijl de tranen in haar ogen springen. Ze voelt zich opeens heel erg duizelig en het lijkt alsof de kamer kilometers ver weg is. Dit is nog erger dan een wereld zonder James erin, dit is een wereld waarin James Potter haar niet eens herkent, waarin hij niet weet dat hij een zoon heeft. Ze denkt aan de brief die op haar kamer ligt. Wat er ook met me gebeurt, waar ik ook beland, er is niks wat ze kunnen doen waardoor ik niet meer van je zal houden. Als hij toen eens geweten had.

'Ik denk dat ik hier een verklaring voor heb,' zegt Dumbledore en Lily kijkt hem op door haar tranen heen. 'Ik denk dat hij geen enkele herinnering meer heeft van de dingen waarvan hij hield en dat zijn leven in zijn hoofd is ingevuld met de dingen en mensen die hij juist haat. Hij is nog samen met zijn ex, hij is bevriend met zijn aartsvijand en de man die zijn gezin heeft overgeleverd aan Voldemort, hij heeft geen idee dat hij een zoon heeft en de baan die hij zo opwindend vond is veranderd in een baan waar hij nog geen minuut zou willen werken.' Sirius staart Dumbledore met grote ogen aan en draait zich dan om naar de zwartharige man in de stoel.

'Hou je van Quidditch?'

'Ik kan nog geen twee seconden op een bezem blijven zitten,' zucht de gehersenspoelde James Potter en Sirius draait zich weer van hem af.

'U hebt waarschijnlijk gelijk,' zegt hij knikkend. 'Maar hoe is dit mogelijk? Waarom is hij zoveel later terug dan Lily en waarom is zij niet alles vergeten?'

'Ik heb een theorie,' zegt Dumbledore langzaam. 'Grote magie, vraagt grote prijzen. De vloek des doods verminkt iemands ziel. Het terugbrengen van iemand uit de dood heeft blijkbaar net zo'n grote prijs. James Potter leeft, maar het is hem niet meer. En ik denk dat dit niet is gebeurt bij Lily omdat James een zelfde soort bescherming over haar uit riep toen hij stierf als Lily voor Harry.'

'Dus hij herinnert zich echt niks meer van zijn leven waar hij van hield?' Lily haar ogen zijn groot en ze staart Dumbledore vol afschuw aan, die knikt triest.

'Ik heb geen idee waarom het zo lang duurde voor hem om terug te komen,' zegt Dumbledore. 'Misschien komt het inderdaad omdat hij je die bescherming gaf, Lily. En is het erger bij hem dan het bij de anderen zou zijn geweest als die het hadden overleeft.' Het blijft een hele tijd doodstil tot Harry de vraag stelt die ze zich allemaal afvragen.

'Is het ongedaan te maken?' Zijn stem is zacht alsof hij bang is voor het antwoord, wat waarschijnlijk ook zo is. Albus blijft even stil en ontwijkt de verwachtingsvolle blikken in de kamer.

'Ik ben bang van niet.'