Liesl had het korte moment van Lloyds bewustzijn niet opgemerkt. Ze vond Lloyd's gemoedstoestand erg wisselend. Het ene moment sliep hij rustig, terwijl hij het andere moment gespannen was en ijlde. Liesl bedacht dat de muziek van haar speeldoos misschien zou kunnen helpen om Lloyd te kalmeren. De speeldoos zorgde er meestal wel voor dat zijzelf er rustig van werd. 's Avonds, wanneer ze een moment vrij van dienst was, had ze de speeldoos regelmatig opgewonden om naar de rustgevende klanken te luisteren. Het hielp haar om te kunnen ontspannen, maar deed haar bovenal denken aan haar verloofde Paul. Paul had haar de speeldoos, tijdens een kort verlof, cadeau gegeven, vlak voordat hij ingezet zou worden in de "Slag bij Tannenberg". "Wanneer ik terug kom," had Paul aan Liesl beloofd, "zal ik je ouders vragen of je mijn vrouw mag worden." Liesl was op dat moment dolgelukkig geweest en kon al bijna niet meer wachten op Paul's terugkeer. Dat was nu bijna twee jaar geleden geweest. Maar Paul was nooit meer terug gekeerd uit de strijd. Lang had Liesl nog de hoop gehad dat hij ineens zomaar voor haar zou staan, totdat ze van het ministerie van oorlog, vlak voor kerstmis 1914, een telegram had ontvangen, waarin stond dat haar verloofde vermist was en dat het ministerie haar op de hoogte zou houden indien er meer over Paul's lot bekend zou zijn. Liesl was ontroostbaar. Ze was in die periode niet meer in staat geweest om, als verpleegster in Feldlazarett 92, goed te kunnen functioneren, zodat hoofdarts Ernst Weber zich genoodzaakt zag, om Liesl een paar weken naar huis te sturen. Die paar weken deden Liesl geen goed. Ze had nu ineens veel meer tijd om over Paul en haarzelf na te denken, zodat Liesl zich steeds neerslachtiger begon te voelen. De speeldoos had ze, sinds ze het telegram had ontvangen, niet meer afgespeeld. Het cadeau van haar verloofde deed haar teveel aan hem denken. De klanken uit het toestel deden haar teveel pijn, het leed was nog te groot.
Tijdens en na haar verlof, had Liesl contact gezocht met diverse instanties die haar, eventueel meer zouden kunnen vertellen over het lot van haar verloofde, maar niemand had haar een duidelijk antwoord kunnen geven. Het oorlogsministerie had haar verteld dat ze geduld moest hebben en rustig moest afwachten. Als Paul nog in leven zou zijn, zou hij beslist wel weer ergens opduiken. Ontevreden als Liesl met dit antwoord, en de gehele situatie was, nam ze contact op met ieder Feldlazarett in de buurt van Tannenberg en Oost-Pruisen, maar er was geen enkel veldhospitaal waar ooit een Paul Ziegler was binnengebracht. Ten slotte had Liesl haar allerlaatste hoop gevestigd op het Duitse Rode Kruis, de organisatie waar zij zelf, als verpleegster, deel van uitmaakte. Als haar verloofde krijgsgevangen gemaakt zou zijn, of, in het ergste geval, bij de vijand gewond of zelfs gesneuveld zou zijn, zouden zij daarvan op de hoogte moeten zijn. Tot Liesl's verdriet kon ook het Duitse Rode kruis haar geen uitsluitsel geven over het lot van haar verloofde. De hulporganisatie vertelde haar dat ze geen rechtstreekse contacten met het Russische Rode Kruis onderhielden. Alle gegevens van gesneuvelden en gewonden soldaten in krijgsgevangenschap, werden via het Internationale Rode Kruis in Zwitserland uitgewisseld. Tot groot ongenoegen kreeg Liesl ook van het Duitse Rode Kruis te horen dat ze moest afwachten.
Liesl was ontroostbaar en zag het leven, zonder Paul, niet meer zitten. Om haar gedachten op iets anders te kunnen richten, stortte ze zich weer helemaal op haar werk als verpleegster in Feldlazarett 92. Maria Weiß was in die periode een enorme steun voor haar geweest. Vele uren, wanneer ze een moment voor henzelf hadden, zonderden Maria en Liesl zich even af van de andere verpleegsters om hun harten bij elkaar uit te storten, want hoewel Liesl's hart gebroken was, kende ook Maria haar momenten van verdriet en wanhoop. Voornamelijk vanwege de jonge Duitse soldaten die in grote getale, met de meest gruwelijke verwondingen, bij Feldlazarett 92 werden binnen gebracht om, veel te vaak, nog onder hun handen te bezwijken. Heel was late uurtjes hebben Liesl en Maria samen pratend en huilend doorgebracht. Hoofdarts Ernst Weber vond dat Liesl zich dapper gedroeg, maar probeerde haar ondertussen wel zoveel mogelijk te ontzien. Liesl had niets van deze "voorkeursbehandeling" willen weten. Ze vond het niet eerlijk tegenover de andere verpleegsters, de patiënten deed ze ermee tekort en het zou haar niet verder helpen in het verwerkingsproces van het verlies van haar verloofde. Al snel deed Liesl weer alle voorkomende werkzaamheden, van zwachtels uitkoken tot de meest zware verwondingen behandelen. Hoewel het zware werk Liesl veel moeite kostte, hield ze zich kranig en met hulp van Maria en dokter Weber, wist ze zich door haar moeilijke periode heen te slaan.
Iets meer dan een jaar na Paul's vermissing, had Liesl volledig geaccepteerd dat haar verloofde nooit meer terug zou komen en misschien zelfs wel gesneuveld was. Dat was ook het moment geweest dat Liesl weer naar de speeldoos kon luisteren, zonder in tranen uit te barsten. Hoewel de melodie haar verdrietig maakte, kwamen er ook de vele, mooie herinneringen aan haar verloofde er mee naar boven. En nu Liesl hier aan het bed van de steeds weer onrustig wordende Britse soldaat zat, dacht ze dat de melodie van de speeldoos hem misschien ook tot rust zou kunnen brengen. Nadat ze de speeldoos bij Lloyd's bed had neergezet, wond ze het toestel op en al snel weerklonk de vertrouwde melodie van het patriottische "Die Wacht Am Rhein" door de kamer. Liesl nam Lloyd's hand weer in de hare en begon weer uit haar bijbeltje voor te lezen. De aanraking met Lloyd voelde prettig en Liesl moest tegenover haarzelf toegeven dat ze meer voor de Britse soldaat voelde dan dat haar, als Duitse verpleegster, was toegestaan. De melodie van de speeldoos en de aanraking met Lloyd, kalmeerden haar zodanig dat, voordat Liesl het goed en wel in de gaten had, ze tijdens het lezen in slaap viel.
De aangename klanken van de speeldoos deden Lloyd langzaam ontwaken. Zijn sluimertoestand had hem niet doen beseffen dat "zijn engel" een Duitse verpleegster was. Hij had haar alleen, in een vaag bewustzijn gezien en had vrijwel direct weer het bewustzijn verloren. Maar nu, enkele uren na zijn ontdekking, kwam alles, langzaam weer bij Lloyd boven. Het moment dat zijn eenheid "over the top" ging, de ratelende machinegeweren, de doodskreten van zijn kameraden, het moment toen hij zelf gewond raakte en de twee brancardiers die verder trokken, zonder zich ervan bewust te zijn dat hij nog leefde. Wat er daarna gebeurd was, kon Lloyd zich niet meer herinneren. Zijn geheugen was vanaf dat moment één groot zwart gat, waarin alleen de troostende stem hem nog helder bij stond. De rustgevende stem was verdwenen en nu hoorde Lloyd alleen nog maar muziek. Hij voelde zich verlaten en wilde naar zijn engel op zoek gaan. Langzaam opende Lloyd zijn ogen en zag, in het licht van de gaslamp, dat de engel naast hem zat. Haar hoofd voorover gebogen, terwijl de blonde lok nog steeds voor haar ogen hing. Ze was in slaap gevallen. Haar bijbeltje was uit haar ene hand gegleden, terwijl ze met haar andere hand Lloyd nog steeds losjes vasthield. Lloyd vond haar, hier in de zachte gloed van het zwakke licht, adembenemend mooi. Hij wilde haar beter bekijken en voorzichtig probeerde Lloyd zich iets op te richten. De beweging trok een stekende pijn door zijn lichaam en als reactie daarop, verkrampte hij, zwak maar beslist, zijn handen. Liesl werd, door Lloyds kneep in haar hand, wakker. Ze had geen flauw idee hoelang ze geslapen had. Lang kon het niet geweest zijn, want uit de speeldoos kwam nog steeds muziek. Liesl keek naar Lloyd en schrok toen ze, geheel onverwacht, in zijn bruine ogen keek. Ze had niet verwacht dat hij, zo snel na de behoorlijk zware ingreep, al wakker zou worden. Ook Lloyd schrok, al was zijn reactie er één van een heel andere aard. Hij keek recht in de bedroefde ogen van "zijn engel" en Lloyd voelde hoe hij van binnen week werd. Nog nooit had hij zulke intens blauwe ogen gezien. Liesl's ogen waren indringend mooi. Ze pakte hem nu met beide handen vast. De aanraking bezorgde Lloyd een huivering. Liesl lachte naar hem en riep, in het voor Lloyd onverstaanbare Duits: "Maria! Kom snel! De Britse soldaat is wakker!"
In haar nachtgewaad stormde Maria de ziekenkamer binnen. Haar zwarte haren golfden los over haar schouders. Ze keek Lloyd aan en haar mond viel letterlijk open van verbazing. "Hoe..? Wat..?," stamelde ze, terwijl ze haar ongelovige blik op Liesl richtte. "Ineens was ie wakker," zei Liesl, terwijl ze het zelf nog nauwelijks geloven kon, "en keek ik in zijn bruine ogen." Voorzichtig legde Liesl haar hand op Lloyd's voorhoofd. Hij voelde nog steeds warm aan. De koorts was nog niet gezakt. Lloyd had een vreselijke dorst, maar zodra hij om drinken wilde vragen, kwam er alleen een schor gerochel uit zijn keel. Liesl had hem echter begrepen. Ze nam een schone doek en doopte deze in water, waarna ze de doek tegen Lloyds droge, korstige lippen hield. Direct begon Lloyd op de natte doek te zuigen. Het vocht deed hem goed. Met moeite verscheen er een dankbare glimlach om zijn mond. Heel langzaam begon Lloyd te beseffen waar hij was. "Ik lig in een Duits veldhospitaal," dacht Lloyd, "in een hospitaal van de vijand." Meteen voelde hij zich schuldig over die gedachte. "Ja, ik ben gewond en heb veel pijn," dacht hij, terwijl hij zijn ogen niet van Liesl af kon houden, "maar deze mensen hebben me in leven weten te houden. Daar ben ik ze, en mijn engel in het bijzonder, enorm dankbaar voor. Ik kan ze daarom onmogelijk als mijn vijanden zien." Met een gelukzalig gevoel dacht Lloyd aan zijn ouders en hij herinnerde zich de belofte die hij, enkele dagen geleden, in zijn brief naar huis, aan hen had gedaan: "Misschien heb ik het geluk om de aanval te overleven en ik beloof dat ik dan zo spoedig mogelijk weer een brief zal schrijven." En terwijl Liesl en Maria de zorg van Lloyd alweer op zich hadden genomen, viel Lloyd, vermoeid maar dankbaar, in een rustige, droomloze slaap.
JE LEEST
...en de engel sprak Duits.
Historical Fiction1 Juli 1916. De zwartste dag in de geschiedenis van het Britse leger. Op de eerste dag van de slag aan de Somme, raakt de 20 jarige Engelse infanterist Lloyd Taylor, tijdens het naderen van de Duitse loopgraven, zwaar gewond. Door zijn oprukkende ka...