36. Ontruiming.

161 6 3
                                    

Dokter Weber schrok wakker van het kloppen op de deur van zijn kantoor. Hij wist niet hoelang hij, voorover op de tafel geleund, had liggen slapen, maar aan de pijn in zijn nek en rug te beoordelen, moest het een behoorlijke tijd zijn geweest.
"Binnen!" riep de hoofdarts, terwijl hij zich eens flink uitrekte. Soldaat Wilhelm Schwartz, de vriendelijke bewaker op middelbare leeftijd, kwam het kantoor binnen.
"Herr Doktor?" Wilhelm ging voor de arts in de houding staan. "Zou u zo vriendelijk willen zijn om mij naar de telefoonruimte te volgen? De medische staf heeft zojuist contact met ons opgenomen en Kolonel Leitz wil u graag persoonlijk spreken." Langzaam stond dokter Weber op.
"De jaren beginnen te tellen," dacht hij, terwijl hij moeizaam en met pijn in zijn gewrichten uit zijn stoel overeind kwam, "of misschien komt 't wel door die moeilijke houding waarin ik lag te slapen." In gedachten verzonken en nog steeds vermoeid, sjokte hij achter Wilhelm aan. De Britse artillerie had de afgelopen uren hun beschietingen geïntensiveerd. Het lazarett schudde regelmatig op zijn grondvesten en dus was het nu wel duidelijk dat de granaatinslagen gevaarlijk dichtbij kwamen. Wilhelm opende aan het eind van de gang een deur en liet Dokter Weber voorgaan bij het betreden van de telefoonruimte. Een soldaat met de hoorn in de hand wenkte naar Dokter Weber. De arts nam de hoorn van de soldaat.
"Oberst Leitz?" vroeg de hoofdarts op correcte toon.
"Hallo Weber?" klonk het krakend aan de andere kant van de lijn. Dokter Weber antwoordde bevestigend. "Luister goed, Weber," begon Kolonel Leitz, "de zaken staan er niet al te best voor. De Tommies rukken op in de richting van jouw lazarett."
"Ja, zoiets had ik al begrepen, hoewel er niemand is die me kan vertellen hoe snel hun opmars is."
"Opmars is een te groot woord, Weber. Ze komen maar langzaam vooruit en hun terreinwinst is minimaal."
Dokter Weber zuchtte diep. Het bericht van Kolonel Leitz klonk hoopvol. Die hoop werd echter meteen de grond in geboord.
"Onze grootste zorg betreft hun artillerie, Weber. Nu ze Thiepval ingenomen hebben, komt Feldlazarett .92, binnen hun vuurbereik."
"Ik weet 't Kolonel, de granaatinslagen komen steeds dichterbij."
"Je zult misschien al van de militaire staf uit jouw sector vernomen hebben, dat Feldlazarett .92 geëvacueerd moet worden."
Weer zuchtte Dokter Weber, al was het nu uit pure wanhoop.
"Ik zou die evacuatie met alle plezier willen uitvoeren Kolonel, maar ik beschik gewoonweg niet over de middelen om ruim 500 patiënten, licht,- en zwaar gewond, naar een ander lazarett over te brengen. Daarbij is een groot aantal van de zwaargewonden niet in staat om vervoerd te worden. Die zullen de evacuatie niet overleven, om over de terminale patiënten nog maar te zwijgen."
"Prioriteiten stellen, Weber!"
klonk de stem aan de andere kant door de krakende lijn, "Ik zal voor voldoende ambulances en vrachtwagens zorgen om de gewonden af te voeren. Jouw lazarett loopt, op dit moment, het grootste risico om beschoten te worden, dus krijgen jullie de meeste wagens toegewezen. De chauffeurs worden allemaal, van tevoren, geïnstrueerd, dus daar hoef jij je verder geen zorgen over te maken. Ook zal ik ervoor zorgen dat er een extra ambulancetrein naar Achiet-le-grand komt, zodat alle gewonden zo snel mogelijk uit de Bapaume sector weg kunnen zijn."
"En wat moet ik met al m'n personeel aan?"
vroeg Dokter Weber, oprecht bezorgd.
"Zodra de laatst verplaatsbare patiënt op transport is gegaan, zal ook het personeel geëvacueerd worden, Weber."
"En wie zorgt er dan voor de achtergebleven gewonden en stervenden, die niet geëvacueerd kunnen worden?"
"Vraag maar aan het verplegend personeel, wie er vrijwillig wil achterblijven om voor deze patiënen te zorgen."
De moed zonk Dokter Weber in de schoenen. Wie was er nou zo gek om vrijwillig in een gebouw te blijven zitten, terwijl dat beschoten werd? Dat zou een gewisse dood betekenen. "..en als niemand zich hier vrijwillig voor meldt," ging Kolonel Leitz verder, "dan wijs je er maar een aantal aan. Succes Weber." En terwijl de verbinding door Kolonel Leitz werd verbroken, voelde Dokter Weber hoe het bloed uit zijn gezicht wegtrok.
"Dan moet ik er maar een paar aanwijzen en ze gewetenloos de dood insturen?" blafte de hoofdarts furieus door de hoorn. En hoewel Dokter Weber wist, dat Kolonel Leitz hem toch al niet meer kon horen, schreeuwde hij, in een poging om zijn woede te bekoelen: "Vent, je bent knettergek, weet je dat? Knettergek!"

...en de engel sprak Duits.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu