"En Lloyd?" vroeg boer Müller met een geamuseerde glimlach, "Heb je al plannen voor kerstmis? Dat is immers al volgende week." Lloyd keek beduusd naar boer Müller die hem een bord waterige koolsoep opschepte.
"U maakt zeker een grapje." antwoordde Lloyd, die de vraag van boer Müller helemaal niet lollig vond.
"Nee, nee..," antwoordde de oude boer snel, die direct door had dat het onderwerp gevoelig lag bij Lloyd,
"Ik ben heel serieus. Ik begrijp dat je met kerstmis liever thuis bij je ouders zou willen zijn of misschien wel bij Liesl. Het is absoluut niet mijn bedoeling je een rotgevoel te bezorgen, Lloyd."
"Tja, ik denk dat er in het kamp een kerkdienst zal zijn, waarna ik waarschijnlijk de hele dag in m'n barak zal zijn. Proberen om de tijd te doden door wat te lezen of met de jongens een kaartspelletje te spelen."
"Dat klinkt behoorlijk saai. Een beetje als een doodgewone zondag. In ieder geval zeker niet als kerstmis." antwoordde boer Müller.
"Ik zou je willen vragen om kerstmis, samen met Johann, hier door te willen brengen. Ik weet dat jullie in Engeland, net als wij hier in Duitsland, kerstmis met familie en geliefden doorbrengen. Mijn vrouw en ik zijn intussen erg op je gesteld geraakt, dus zouden we het heel fijn vinden als jullie met kerstmis hier aan zouden willen schuiven voor een waar kerstmaal." Boer Müller knipoogde samenzwerend naar Johann.
"Ik slacht een paar kippen en dan maken we er die dag, voor zover dat mogelijk is, een beetje een feestdag van. De geboortedag van Christus mogen we niet als een doodgewone zondag voorbij laten gaan." Lloyd knikte instemmend, maar durfde niet echt op het voorstel van de boer in te gaan. Boer Müller en zijn vrouw hadden het niet makkelijk en moesten telkens weer de eindjes aan elkaar zien te krijgen, door middel van zuinigheid en vindingrijkheid. Twee extra monden te moeten voeden met kip, was voor boer Müller en zijn vrouw een fikse aderlating.
"U bent allen veel te vriendelijk. Zoveel goedheid verdien ik niet." zei Lloyd beschaamd.
"Niet zo bescheiden, Lloyd. Ik heb van Franz Neumann alle verhalen over jou gehoord. Hoe je, met gevaar voor eigen leven, zijn zoon en dochter gered hebt. Voor mij persoonlijk verdien je de status van vijand niet." Boer Müller keek Lloyd met vriendelijke, doordringende ogen aan.
"In dat geval, accepteer ik heel graag uw uitnodiging, Meneer Müller."Het gezelschap aan de keukentafel wilden net aan hun waterige koolsoep beginnen, toen er hard op de voordeur geklopt werd.
"Wie zou dat nu kunnen zijn?" vroeg boer Müller met een geheimzinnige glimlach naar zijn vrouw. Frau Müller stond op.
"Eten jullie maar verder, dan zal ik wel openmaken." Lloyd keek verrast op toen een ouder, hem onbekend, echtpaar en een dominee de keuken binnenstapte. Nadat de onbekende bezoekers iedereen in de keuken begroet hadden, wendde de dominee zich direct tot Lloyd.
"Ik ben dominee Sørensen. Ik neem aan dat u Lloyd Taylor bent?" Lloyd keek de dominee stomverbaasd aan. Dominee Sørensen was een grijze man met een goedverzorgde baard. Zijn helblauwe ogen hadden een vriendelijke twinkeling.
"Hoe..hoe weet u wie ik ben?" stamelde Lloyd.
"Dat hebben deze mensen me verteld." zei Dominee Sørensen, terwijl hij met zijn hand naar het oudere echtpaar wees. Lloyd snapte er nu werkelijk helemaal niets meer van. Hij vond het uitzonderlijk vreemd, dat op het moment dat hij aan zijn bord soep met schamele ingrediënten wilde beginnen, er drie vreemde bezoekers binnen kwamen, die precies wisten wie hij was en waar ze hem konden vinden. De oudere vrouw nam het woord en richtte zich tot Lloyd.
"Laten we ons eerst maar eens aan je voorstellen, Lloyd." De oudere vrouw zag dat Lloyd onrustig op zijn stoel heen en weer schoof. Ze besloot hem direct gerust te stellen.
"Wij zijn Ida en Kjeld Rasmussen. Ik ben de oudtante van Liesl." Lloyd's hart sprong op, toen hij Ida Liesl's naam hoorde uitspreken.
"Dit is Kjeld, mijn echtgenoot." Kjeld gaf Lloyd een ferme handdruk.
"Maar Rasmussen is toch geen Duitse naam?" vroeg Lloyd, wiens interesse in het oudere echtpaar was gewekt.
"Nee. Rasmussen is een Deense naam," vervolgde Ida, "Mijn man is van Deense afkomst. Na ons trouwen heb ik zijn naam aan moeten nemen."
"Weet u hoe het met Liesl is." vroeg Lloyd haastig. Kjeld glimlachte.
"Met Liesl gaat het heel goed, Lloyd. Haar zwangerschap begint inmiddels al wat zichtbaar te worden." Lloyd schrok van de opmerking van Kjeld.
"Maar dan heeft ze een probleem. Thuis in haar dorp zal iedereen haar nawijzen en achter haar rug om roddelen. Ze kan eigenlijk niet meer thuis wonen. Liesl en ik zijn verantwoordelijk voor de schande die we haar familie aandoen." zei Lloyd verdrietig.
"Ze woont daarom ook niet meer thuis, Lloyd," zei Ida in de hoop dat ze Lloyd wat gerust kon stellen, "Liesl woont voorlopig bij ons in Flensburg op de boerderij. Daar kent niemand haar en zal ook niemand haar veroordelen om haar zwangerschap." Lloyd knikte opgelucht.
"Waar ligt Flensburg?" vroeg Lloyd.
"Flensburg ligt in het noorden van Duitsland, zo'n slordige dertig kilometer van de grens met Denemarken verwijderd." De dominee mengde zich in het gesprek.
"Ik leid een gemeenschap in Denemarken, Lloyd. Ida en Kjeld hebben mij, via de dominee uit hun eigen gemeenschap, benaderd om te kijken of er een mogelijkheid is om jou en Liesl voor de ergste vernedering te kunnen behoeden."
"Die van een ongehuwd ouderschap." zei Lloyd. Dominee Sørensen knikte.
"Precies, mijn zoon. Ida, Kjeld en ik hebben een manier bedacht om jullie te kunnen trouwen, nog voordat jullie kindje geboren zal zijn." Lloyd schreeuwde het uit van blijdschap en opluchting, maar hield zich meteen in uit schaamte dat hij zich zo, in het gezelschap van anderen, had laten gaan. Verschrikt keek hij om zich heen en zag tot zijn opluchting dat iedereen lachend naar hem keek. Nadat dominee Sørensen de bedachte constructie had uitgelegd, keek hij Lloyd ernstig aan.
"Schrijf een brief naar je ouders, Lloyd. Leg hen onomwonden uit hoe de zaken ervoor staan. Zij zullen, helaas, niet in staat zijn om jullie bruiloft bij te wonen. Er zal hen geen toegang tot Duitsland verleend worden." Lloyd keek beduusd voor zich uit.
"Ik zou graag willen, dat je die brief vanmiddag nog schrijft Lloyd, zodat ik 'm in Denemarken kan posten. Niks geen gedoe met het Internationale Rode Kruis en de Duitse censuur. Je brief zal vrij snel en zonder problemen in Londen aankomen." Lloyd keek iedere aanwezige dankbaar aan.
"Ik weet niet hoe ik jullie allemaal moet bedanken."
"Dat hoef je ook niet, m'n jongen," zei Dominee Sørensen amicaal,
"Wij moeten eigenlijk Liesl en jou bedanken voor het zoet smakende voorproefje van de vrede. Jullie zijn het bewijs dat de liefde van twee mensen, niet kapot gemaakt kan worden door kanonnen en wrede wereldleiders. Jullie vertegenwoordigen de boodschap van hoop en liefde van Onze Lieve Heer."
JE LEEST
...en de engel sprak Duits.
Historical Fiction1 Juli 1916. De zwartste dag in de geschiedenis van het Britse leger. Op de eerste dag van de slag aan de Somme, raakt de 20 jarige Engelse infanterist Lloyd Taylor, tijdens het naderen van de Duitse loopgraven, zwaar gewond. Door zijn oprukkende ka...