Met het verstrijken van de warme augustusmaand, leek er ook meteen een einde te zijn gekomen aan de zomer. September kondigde zich aan met regen. De eerste dagen waren aanvankelijk nog grijs en fris geweest, maar nu regende het al een paar dagen onophoudelijk. Een eenzame ambulance kwam over de hobbelige, tot modder gereduceerde weg, in de richting van Feldlazarett .92 rijden. Piepend kwam de wagen tot stilstand en Dokter Weber, Käthe en Liesl haastten zich naar de naar de achterkant van het, met modder bespatte voertuig, om de gewonden uit te laden. De hoofdarts opende de deuren van de ambulance en nog voordat de chauffeur en zijn bijrijder bij hen was, waren Dokter Weber en Liesl al bezig om de eerste gewonde uit de wagen te halen.
"Kom Liesl," zei de hoofdarts, "we brengen 'm meteen naar binnen." Liesl knikte. Met dit slechte weer was het onzinnig om de patiënten eerst allemaal uit te laden, alvorens ze naar binnen te brengen. Deze gewonde was een potige knaap, zodat het vooral Liesl veel kracht en inspanning kostte, om deze patiënt in de hal, en uit de regen te leggen. Dokter Weber onderzocht de jongen vluchtig. Een flink bloedende vleeswond aan het bovenbeen. De wond goed schoonmaken en hechten zou voldoende moeten zijn. Weber zou deze man zelf behandelen, zodat er geen chirurg voor nodig zou zijn. Die hadden het al druk genoeg om met deze "onbeduidende" werkzaamheden hun kostbare tijd te verdoen.
"Broeder!" riep Dokter Weber naar een ziekenbroeder, die hem zojuist in de hal passeerde, "Zoek zo snel mogelijk iemand op die jou kan helpen om deze jongen naar mijn behandelkamer te brengen." De ziekenbroeder spoedde zich direct op weg om een collega te halen.
"Deze jongen is onderweg aan zijn verwondingen bezweken," zei de bijrijder treurig, toen hij samen met de chauffeur de tweede gewonde uit de ambulance haalde. De bijrijder was nog maar kort geleden aangesteld als ambulancebroeder en had toch al een aantal keren ondervonden hoe hulpeloos je je kon voelen, wanneer een patiënt, ondanks al je goede zorgen en bedoelingen, de rit naar het Feldlazarett, niet overleefde.
"Ik was er al bang voor," zei de chauffeur, "halverwege de rit hield ie ineens op met kermen."
"Laat 'm hier maar zolang liggen, " zei Weber tegen Liesl en Käthe. "het maakt voor hem toch niets meer uit of ie nou binnen of hier in de regen ligt." Dit waren het soort uitspraken waar Liesl het altijd weer moeilijk mee had. Ze was van mening dat iedere patiënt, dood of levend, altijd met respect behandeld diende te worden. Het in de regen laten liggen van deze gesneuvelde soldaat vond ze tegen haar principes ingaan. Toch sprak ze Dokter Weber er niet op aan, want Liesl was zich er terdege van bewust, dat de tijd die het kostte om deze dode naar binnen te brengen, voor de derde patiënt, het verschil tussen leven en dood kon betekenen.
De derde patiënt was een Franse piloot, die met zijn toestel neergehaald was. De man had de crash, wonderbaarlijk genoeg, overleefd, maar hij was er slecht aan toe. Het zou veel tijd en moeite kosten om de Fransman weer op te lappen, maar aangezien hij nu een krijgsgevangene was, had hij alle recht op een goede behandeling. Dokter Weber vroeg zich terecht af, of de man de komende nacht zou overleven."Waar hebben jullie deze gewonden opgepikt?" vroeg Liesl, terwijl ze de beide ambulancebroeders een emaille kroesbeker met dampende koffie aanreikte.
"Uit een verbandplaats, ergens in de buurt van Thiepval," antwoordde de chauffeur, die voorzichtig aan de beker hete koffie nipte.
"De Tommies proberen daar al twee maanden een doorbraak te forceren, maar onze jongens weten iedere Britse aanval met succes af te slaan." Dokter Weber schudde zijn hoofd. Teveel weerstand bieden betekende veel doden en gewonden. En hoewel het behandelen daarvan zijn werk was, stond het hem inmiddels behoorlijk tegen. Des te meer gewonden er bij "zijn" Lazarett binnengebracht werden, des te meer hij van deze smerige oorlog walgde.
"Het slechte nieuws," ging de chauffeur verder, "is dat de Tommies nu om Thiepval heen trekken. Ze laten het letterlijk links liggen."
"Da's inderdaad niet zo mooi," beaamde Dokter Weber, "hele Duitse eenheden in Thiepval lopen zo het risico omsingeld te worden en ons Lazarett zou binnen het bereik van de Britse artillerie kunnen komen te liggen." Liesl, die van al die tactische praat geen verstand had, had wel door dat de situatie, hier op veilige afstand van het front, nog wel eens hachelijk kon gaan worden.
JE LEEST
...en de engel sprak Duits.
Historical Fiction1 Juli 1916. De zwartste dag in de geschiedenis van het Britse leger. Op de eerste dag van de slag aan de Somme, raakt de 20 jarige Engelse infanterist Lloyd Taylor, tijdens het naderen van de Duitse loopgraven, zwaar gewond. Door zijn oprukkende ka...