Hoofdstuk 1

173 18 7
                                    

"Lies, ik moet je wat vertellen." Liselotte is net Lova een flesje aan het geven, als Bram zenuwachtig de woonkamer binnen loopt. "Vertel op", antwoordt Liselotte. Ze ziet dat Bram ergens mee zit. Het zal wel met werk te maken hebben, de beide rechercheurs zijn namelijk bezig met een heftige zaak. "Niet hier", zegt Bram. Liselotte staat op. Ze loopt met Lova in haar armen naar Bram toe en kust hem op zijn wang. "Zeg het nou maar", moedigt ze haar vriend aan. Bram schudt zijn hoofd. "Buiten." Liselotte zucht. "En zij dan?" vraagt ze, doelend op Lova. De kleine meid is inmiddels alweer anderhalf. Het is woensdag, dus passen de ouders van Bram vandaag op. "We nemen haar wel even mee. Dan brengen we haar daarna naar mijn ouders." Liselotte knikt voorzichtig. Ze pakt Lova's logeertas en trekt een jas aan. Zonder wat te zeggen, loopt ze naar buiten.

Bram loopt achter Liselotte aan naar buiten. De steen op zijn maag wordt steeds groter. Hij moet ervan af. Hij moet het aan Liselotte vertellen.

"Nou?" haalt Liselotte haar vriend uit zijn gedachten. "Wat was er zo belangrijk?" Liselotte klinkt geïrriteerd. Ze snapt er niets van, waarom doet Bram zo moeilijk?

"Ik, euhm", begint Bram onzeker. Zijn vriendin kijkt hem verwachtingsvol aan. "Ik ga een tijdje weg." De steen in Brams maag verdwijnt. Hij is er vanaf. Hij heeft het gezegd! Zijn euforische gevoel verdwijnt als hij Liselottes gezicht ziet. Zij kijkt verschrikt op. "Heb je een ander?" vraagt ze angstig. Ze houdt Lova nog altijd stevig tegen zich aangedrukt. Bram schudt wild zijn hoofd. Het voelt verschrikkelijk dat Liselotte dat denkt. "Ik houd van jou", zegt hij, terwijl de tranen in zijn ogen staan, "en ook van die kabouter." Hij geeft Lova een kus op haar voorhoofd. Het meisje lacht van plezier; ze heeft niet door wat er gebeurt. Liselotte kijkt nog altijd geschrokken voor zich uit. "Waarom ga je dan weg", vraagt ze zacht. Haar stem klinkt gebroken en er loopt een traan over haar lip. Nu houdt Bram het helemaal niet meer droog. "Het moet", zegt hij uiteindelijk. Liselotte kijkt op. "Van wie? Wat ga je doen?" Ze heeft honderden vragen, maar aan Brams toon merkt ze al dat ze geen antwoord gaat krijgen. "Het is beter als je niet weet waar ik heen ga en wat ik ga doen", zegt Bram. Hij staat plots stil en draait Liselotte naar zich toe. Dan trekt hij haar tegen zich aan. "Het is voor je eigen veiligheid", gaat Bram verder. Liselottes schouders schudden op en neer van het huilen. "Is het gevaarlijk?" vraagt ze snikkend. Bram haalt met zijn hand Liselottes tranen weg uit haar gezicht. "Ik weet het niet, schat."

Bram sluit zijn ogen. Liselotte staat nog altijd snikkend tegen hem aan. Lova zit tussen hen ingedrukt. Bram weet dat het misschien wel de laatste keer is dat hij zo staat. Hij weet immers niet wat er gaat gebeuren.

"Lies, je moet weten dat ik van je houd", fluistert de jonge rechercheur. Liselotte kijkt op. "Ik ook van jou, gek", mompelt ze. "Juist daarom moet je me niet alleen laten." Bram slikt. "Zorg je goed voor Lova?" gaat hij verder. Liselotte knikt. "Tuurlijk. Pas jij ook goed op jezelf?" Bram glimlacht geruststellend. Liselotte pakt haar vriend met een hand vast en drukt hem tegen haar aan. "Ik kan niet zonder je", fluistert ze. Bram ziet dat haar neus rood is van het huilen. Als een echte gentleman pakt hij zakdoekje uit zijn jaszak en geeft het aan zijn vriendin. "Ik kom terug", zegt hij vastbesloten. "Ik kom echt terug." Liselotte reageert niet. Ze snapt nog steeds niets van Brams plotselinge actie.

Lova begint te jengelen. Ze strekt haar mollige armpjes uit richting Bram. "Papa!" roept ze blij. Haar vader lacht door zijn tranen heen. Liselotte duwt hun dochter in zijn armen. "Praat met haar", beveelt ze. Bram kijkt liefdevol naar het kleine meisje in zijn armen.  "Lovaatje, papa gaat een paar daagjes weg, maar ik kom weer terug." Liselotte lijkt Bram blij aan. "Is het maar een paar dagen?" vraagt ze opgelucht. Bram haalt zijn schouders op. "Ik hoop het, schat. Ik weet het niet." Liselotte zucht. Waarom weet Bram zo weinig. Ze wil niet dat hij weggaat. Niet nu alles net zo goed gaat.

Bram wendt zich weer tot Lova. "Ik houd van je, meis. Pas je een beetje op je moeder?" Hij drukt een weer een kus op haar kleine hoofdje. "Kus!" roept het meisje. Ze brengt haar lippen naar haar vaders gezicht. Bram ontvangt een slijmerige plakkus op zijn wang. Niet te geloven dat hij dit in de steek laat. 

"Ik bel je iedere dinsdag en vrijdag", zegt Bram tegen Liselotte. "Als ik niet bel moet je me zoeken, goed?" Liselotte mompelt een zachte 'ja'. Ze drukt haar lippen op die van Bram. Bram beantwoordt haar zoen passievol, maar laat vrij snel weer los. "Dag schatten", zegt hij moedig. Hij weet dat hij nu moet gaan. Als hij langer blijft, wordt het alleen maar moeilijker.

Terwijl Liselotte met Lova in haar armen op de straat stil blijft staan, loopt Bram verder. Hij gaat. Met pijn in zijn hart, maar hij gaat.

Reacties vind ik lief!

Moordvrouw: Zingen In De RegenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu