Hoofdstuk 7

160 14 6
                                    

Het plafond kraakt. De vloer is nat. Het is laat, tenminste dat denkt Bram. Doordat er geen ramen in de cel zitten, heeft hij geen idee of het buiten licht of donker is.

Voor zijn gevoel zit Bram hier al uren. Hij haat deze plek. Hij haat de angst die in zijn buik borrelt. Hij haat de gasten die hem dit aan doen. Hij haat de twijfel in zijn hoofd. Hij haat dit moment. Deze dag. Deze gebeurtenis.

Bram zucht vermoeid. Hij is moe, maar wil niet slapen. Hij moet vechten. Tot het eind, ookal is dat einde nog zo bitter. Bram wil vechten die gasten, maar ook tegen de slaap. Hij moet de controle behouden.

De deur opent zich met een grote vaart. Van Gaal staat in de deuropening, met twee van die idioten achter hem. Van Gaal wrijft in zijn handen. Zijn ogen staan gevaarlijk. Eng. Duister.

Ietwat sloom loopt de crimineel naar Bram toe. Hij blijft even staan en begint dan te lachen. "Je hebt je naam nu al in de muur gekrast? Amateur. We zijn hier nog maar net begonnen." Bram krimpt ineen. Hoezo nog maar met begonnen? Hij is niet van plan dit lang te laten duren, zodra hij weg kan, gaat hij.

Van Gaals gezicht gaat van opgewekt naar vals. Hij wenkt zijn mannetjes en beveelt hen de touwen om Brams polsen los te maken. De rechercheur zucht van verlichting. Op zijn polsen zijn diepe, rode striemen te zien. Veel tijd om blij te zijn, heeft Bram echter niet. Met een ruk wordt hij om hoog getrokken door van Gaal. Bram wordt tegen de muur aan gedrukt. Door de harde klap vallen de potjes die op de kast staan stuk op de grond. Bram draait zijn hoofd weg. Hij hoeft niet te zien hoe afgeknipte vingers over de grond rollen.

"Luister, Ibrahim", sist van Gaal. "Zoals je ziet is dit een van de mooiste kamers die ik in mijn bezit heb." Bram slikt. De mooiste kamer... Die man is niet goed wijs. Deze kamer is de meest gruwelijke plek die Bram ooit heeft gezien. "Ik kan je natuurlijk alle hoeken van deze kamer laten zien", gaat van Gaal verder, "maar daar krijg ik mijn geld niet mee terug." Bram knikt. Hij is het eens met van Gaal, die vent krijgt geen cent.

Van Gaal heeft door dat Bram niet helemaal met zijn gedachten bij zijn verhaal is. Hij haalt keihard uit. Zijn vuist landt in Brams kruis. "GODVER", schreeuwt Bram. Kreunend van de pijn zakt hij neer op de grond. Naast hem ziet hij iets liggen. Als hij beter kijkt, ziet hij dat het een wijsvinger is. Misselijk van het idee dat van Gaal die vinger ooit van iemands hand heeft verwijderd, begint Bram te kokhalzen. Van Gaal lacht, de mannetjes achter hem ook. "Ik zei het toch", zegt de ene. De andere knikt. "Net een wijf."

Een boze blik van van Gaal zorgt ervoor dat de mannen ophouden met lachen. "Trek hem overeind", snauwt hij. Met een ruk staat Bram weer overeind. Hij wankelt wat en kijkt van Gaal wat onnozel aan.

"Waar is het geld?" vraagt van Gaal opeens weer.  Bram slikt. De misselijkheid is nog niet verdwenen. "Ik heb het niet", fluistert Bram. "LUL NIET", schreeuwt van Gaal.

Opeens richt hij met zijn wapen op Brams hoofd. De loop van het geweer voelt koud aan. "Schiet dan", mompelt Bram. "Op die manier krijg je dat geld nooit." Bram weet dat het tricky is om dit te zeggen, maar ja. Wat moet hij anders? Gewoon accepteren dat van Gaal hem vernederd?

Van Gaal begint weer te schreeuwen. "Ik schiet jou ook niet door je kop, maar die bitch van je wel!" Bram wordt wit. "Wat zeg je?!" zegt hij dreigend zacht. Van Gaal glimlacht vals. "Je hebt twee keuzes, Ibrahim. Meewerken, of we pakken je gezin." Bram slikt. Hij weet dat van Gaal het meent. Hij lult niet zomaar wat, hij is écht gevaarlijk. Bram laat zijn schouders hangen en zucht. "Wat moet ik doen?" fluistert hij ietwat onverstaanbaar. "Jij gaat het geld terugbetalen. Dit kan je doen door voor ons te blijven werken. Anderen zullen jou snel vertrouwen, dus ingewikkeld wordt het niet."

Bram fronst zijn wenkbrauwen. "Voor jullie werken? Wat moet ik dan doen?" Van Gaal zucht geïrriteerd. "Een paar opdrachten. Ik heb een lijstje voor je." Hij drukt een verkreukelt papiertje in Brams handen.

Brams ogen worden groot van ontzet als hij de opdrachten leest. Het is een heel A4'tje vol. Krankzinnige opdrachten. Van het vrijlaten tot gevaarlijke criminelen, tot het omleggen van een misdaadjournalist. Stuk voor stuk zijn het gevaarlijke opdrachten. En opdrachten die Bram niet kan uitvoeren. Hij gaat niemand vermoorden en hij gaat geen moordenaars helpen ontsnappen uit de gevangenis. Snel drukt Bram het papier weer terug in de handen van van Gaal. "Ik doe het niet."

Van Gaal kijkt hem woedend aan. "Dan zul je het weten ook!" Hij geeft Bram een klap in zijn gezicht en loopt dan richting de deur. "Jongens", zegt hij tegen zijn handlangers, "haal die chick van hem op." Bram begint te schreeuwen. "NEE! LAAT HAAR MET RUST! ALSJEBLIEFT!" Van Gaal kijkt hem vals aan. "Je hebt zelf gekozen, Ibrahim." Bram slikt. Van Gaal heeft gelijk. Bram hééft gekozen. Hij heeft de meest domme beslissing ooit gemaakt. "Ze is slimmer dan jullie denken", mompelt Bram verbouwereerd. "Jullie krijgen haar niet klein." "Denk je dat?" Van Gaal staat al snel weer bij hem. Bram knikt overtuigend. "Anderhalf jaar geleden dacht zij anders wel dat jij vergeten was om de deur op slot te doen." Brams mond valt open. "Wat bedoel je daarmee?" vraagt hij angstig. Van Gaal lacht. "Ik bedoel dat jij gelijk had. Je hebt de deur toen wél op slot gedaan. Zij had geen gelijk. Ik ben toen binnen geweest." Bram slikt. De wereld begint te draaien en het lijkt alsof de vloer onder zijn voeten wegvalt. Bram begint jammerend te huilen. "Laat haar alsjeblieft met rust", probeert hij nog een keer. Maar het heeft geen zin. Sterker nog, van Gaal gooit er nog een schepje bovenop. "Jullie lagen toen zo lief naast elkaar. Zullen we die mooie situatie anders weer creëeren?" Daarna loopt hij de cel uit. De deur valt in het slot en Bram valt huilend op de grond.

--------------
Oei oei oei... Crisis! Wat nu?

Moordvrouw: Zingen In De RegenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu