Hoofdstuk 22

159 8 0
                                    

Hoofdstuk 21 nog niet gelezen? Swipe dan twee keer omhoog!
-----------------------------------------------------

"Guys? Het beeld is opeens weg!" Evert kijkt nog steeds vol spanning naar het computerscherm als zijn collega's komen aanlopen. "Wat is er gebeurt?", vraagt Bram bezorgd. Hij is als de dood dat Liselotte iets is overkomen. Evert haalt zijn schouders op. "Geen idee. Ik lette eventjes niet op en toen -floep- was het beeld weg." Fenna zucht. "Waarom lette je nou niet op, man", mompelt ze geïrriteerd. Everts nekharen gaan overeind staan. Zijn collega geeft hem de laatste tijd echt van alles de schuld. "Ja, joh, Kremer", begint hij dan ook geërgerd. "Geef mij lekker de schuld van alles. Als ik echt zo'n blok aan je been ben, dien dan een klacht in bij van Zijverden. Jezus!" Evert slaat zijn armen kwaad over elkaar en kijkt Fenna boos aan. Ook zij begint nu te foeteren. "Jij denkt alleen maar aan jezelf, egotripper. Wedden dat je gewoon lekker aan het googlen was? Liselotte kan jou echt niets schelen." Everts mond valt open om iets heel onaardigs te zeggen. Hij houdt zich in, want hij wil niet te lullig overkomen. Toch voelt de blonde rechercheur zich gekwetst en hij laat het er niet bij zitten. "Doe eens even normaal, Fenna! Liselotte kan mij heel veel schelen. Veel meer dan je denkt." Fenna haalt haar neus op. "Laat dat dan merken", sist ze kwaad.

"KAPPEN!" Fenna en Evert kijken allebei verschrikt op. Van Zijverden staat voor de beide rechercheurs. Hij kijkt ze aan alsof hij een preek gaat beginnen. "Liselotte is weg en jullie doen sindsdien niets anders dan ruziemaken. Op deze manier vinden we haar nooit. Leg dat maar eens uit, aan Bram of Lova later. Kom op zeg!" Evert en Fenna kijken naar grond. Ze vertikken het allebei om excuses aan te bieden, ondanks dat ze weten dat hun baas gelijk heeft.
"Nou?!" dringt van Zijverden aan. "Stik d'r in", mompelt Fenna opstandig. Evert wil net weer beginnen met schreeuwen als Harm binnenloopt. Hij is Liselottes vervanger. Iedereen ergert zich enorm aan de man. Of eigenlijk aan de jongen, want volgens Evert en Fenna is Harm nog maar net van de basisschool af. De jongen is nog maar 21 jaar en heeft geen ervaring op het gebied van forensische recherche. Juist dat maakt hem irritant. Hij -de jongen zonder ervaring- moet Liselotte gaan vinden? Pff! Dat gaat hem dus echt nooit lukken. "Wat is er, Harm?" vraagt van Zijverden vriendelijk. De chef is de enige die de invaller een kans geeft. "Ik zag Bram net wegrijden en ik vroeg me af, moet er niet iemand met hem mee? Hij kan toch niet alleen ergens een inval doen?"

Het blijft stil in de ruimte. Evert is de eerste die zijn mond open trekt. "Je bedoelt dat Bram net is weggereden met zijn auto?" Harm glimlacht wat ongemakkelijk. "Euh", begint hij wat onzeker, "Die zwarte Renault Scenic met het kenteken 76-KHT-5 is toch van hem?" Fenna springt op. "Evert? Jas!" Ze gooit een leren jack naar haar collega toe. Hij vangt de jas met gemak op en trekt het kledingstuk vliegensvlug aan. De rechercheurs zijn de ruzie opslag vergeten. "Hohoho", sust Van Zijverden het duo snel. "Niet zo snel. We bellen Bram eerst wel even." Fenna kijkt even verstoord op, maar Evert heeft zijn mobiel al in zijn handen. Hij tikt Brams nummer in en houdt het toestel bij zijn hoofd. "En?" vraagt Fenna hoopvol na een halve minuut. Evert zucht. "Voicemail."

"Euhm, collega's?" Harm staat nog steeds twijfelend voor van Zijverden, Fenna en Evert. "Wat is er nou weer?" kaatsen de blonde rechercheurs tegelijk terug. Van Zijverden schenkt de jongen daarentegen een geruststellende glimlach. "Vertel, Harm", zegt hij aardig. De forensisch rechercheur wijst naar het beeldscherm. "Er staat een boodschap op." Fenna en Evert draaien zich met een ruk om. En inderdaad, op het computerscherm is een tekst de zien.

HET EINDE IS NABIJ

"Wat wordt daar mee bedoeld?" vraagt Fenna zich hardop af. "Liselottes einde, denk ik", mompelt Harm. Het blijft even stil. Daarna pakt Evert zijn autosleutels. "Fenna, we moeten Bram vinden vóór hij domme dingen gaat doen", zegt hij resoluut. Fenna knikt heftig. De beide rechercheurs kijken van Zijverden nog even vragend aan. Hij knikt. Hij kan zijn ongeleide projectielen toch niet in bedwang houden. 

Nog geen minuut later zitten Fenna en Evert samen in de auto. "Waar zou hij nou toch heen zijn", mompelt Evert geconcentreerd. Terwijl hij praat en denkt, moet hij zijn hoofd ook nog bij de weg houden. Knap lastig. Fenna haalt haar schouders op. "Als ik het wist...", antwoordt ze. Het blijft weer even stil. Het tweetal rijdt door het meest rustige gedeelte van Friesland. Overal staat wat vee te grazen en maar af en toe rijdt er een auto voorbij. Normaal gesproken had Evert het wel mooi gevonden, maar vandaag kan hij de schoonheid er niet van inzien. "Hadden we nou maar beter op Bram gelet." De blonde rechercheur kijkt op uit zijn gedachten. Zijn collega kijkt triest naar buiten. Weilanden gaan aan haar voorbij, maar haar gedachten zijn bij Bram. Zal hij zelf op zoek zijn gegaan naar Liselotte? Zal hij gevaar lopen? "Het is niet onze schuld, Fenna", troost Evert. "We vinden hem vast. We hebben Jackie en Pieter nog."

Na een korte stilte schudt Fenna haar hoofd. "Ik heb er geen goed gevoel over." Evert zucht. Fenna's intuïtie ook altijd. Toch kan hij niet anders dan toegeven dat ze vaak gelijk heeft en vaak komt dat door haar intuïtie. Evert wrijft kort met zijn rechterhand over Fenna's bovenbeen. Zij glimlacht terug. "Ik hoop zo dat we ze allebei vinden", mompelt ze. Evert knikt. Zijn collega neemt hem de woorden uit zijn mond. "Ik ook", fluistert hij.

Moordvrouw: Zingen In De RegenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu