"Verdomme, Lies. Word alsjeblieft wakker."
Liselotte ligt nog steeds tegen Bram aan. Haar ogen zijn gesloten, ze zijn sinds ze in slaap is gevallen niet meer open geweest. Hoeveel tijd er voorbij is gegaan, weet Bram niet. Zijn mobiel is afgepakt, zijn horloge is stuk en er valt geen licht de cel in. De jonge rechercheur is doodsbang. Liselotte moet wakkerworden. En wel zo snel mogelijk.
"Lies, schat. Alsjeblieft? Ik kan toch niet zonder je?!"
Brams woorden hebben geen effect. Liselotte hoort het niet eens. Haar hele lichaam is uitgeschakeld. Met een beetje geluk pompt haar hart nog wat bloed door haar lichaam, maar dat is dan ook wel het enige.
116. 117. 118. 119. 120.
Er zijn 120 seconden verlopen. Snel pakt Bram de pols van zijn vriendin. Er is nog een lichte hartslag te voelen. De jonge rechercheur haalt opgelucht adem. Ze is nog niet dood. Liselotte is nog niet dood.
Bram snikt luid en wrijft met zijn vuisten langs zijn betraande ogen. Hij wil niet huilen. Hij moet nu de man zijn, vechten voor zijn vriendin. Haar beschermen als een leeuw. Maar hij kan het niet. Niet nu. De tranen stoppen gewoon niet. Sterker nog, Bram laat zijn tranen uiteindelijk toch de vrije loop. Hij kan niet anders, hoe graag hij ook zou willen. Zijn emoties zijn niet tegen te houden. "Ik wil je nog zoveel vertellen", fluistert de jonge rechercheur. "Over mezelf, over Lova, over ons. Het is gewoon niet eerlijk, Lies. Het leven is zo ongelooflijk oneerlijk. Ik wil niet dat jij dit allemaal moet meemaken. Waarom jij? Je hebt nooit iemand kwaad gedaan!"
Liselotte reageert nog steeds niet. Ze ligt er vredig bij. Het ziet eruit alsof ze geen pijn heeft, dus Bram probeert zich maar vast te houden aan die gedachte. Ze heeft geen pijn. Ze leeft nog. Ze kan nog gered worden. Maar de minuten tikken haastig weg. Veel te snel. En tijd houd je niet tegen. Hoelang Liselotte nog heeft kan Bram alleen gokken, en dan hopen dat hij het goed heeft. Dat ze nog een paar uur de kans krijgt om te vechten voor haar leven. De liefde van zijn leven. Het is zo verdomd oneerlijk.
"Lova kan frikadel zeggen", mompelt Bram. "Evert heeft het haar geleerd. Ze zijn er zo trots op!" De jonge rechercheur ziet zijn dochtertje gelijk weer voor zich, met haar lieve schaterlachje en die ondeugende, maar o-zo-schattige ogen. "Lies, Lova kan niet zonder jou. Jij bent haar moeder. Niemand kan jou vervangen. Hoe moet ik nou in mijn eentje Loov gaan opvoeden? Dat kan ik toch helemaal niet?!"
Bram snikt. Hij praat tegen Liselotte alsof ze al dood is en dat haat hij. Hij haat die van Gaal en z'n bende. Hij haat dat vergif en hij haat deze cel. Maar het meeste haat hij nog zichzelf. Hij had Liselotte moeten helpen. Moeten nadenken. Rustig moeten blijven. En wat doet hij, verdomme? Als een idioot tekeer gaan. Intuïtief handelen. Niet nadenken, maar impulsief reageren. Hij haat zichzelf.
Het blijft stil. De minuten tikken voorbij en Bram zou willen dat hij die verrekte tijd stil kon zetten. Hij leunt met zijn hoofd op Liselottes schouder. Haar schouders zijn zo smal dat het echt niet lekker ligt, maar dat deert de jonge rechercheur niet. Hij wil gewoon dichtbij zijn vriendin zijn. Hij wil haar geur opnemen om het nooit meer te kunnen vergeten. Begon ze maar te praten. Of lachen. Desnoods te huilen. Gaf ze maar een teken van leven.
"Ik houd zo van je, Liselotte. Je bent zo lief, mooi, stoer en niet normaal slim. Damn. Ik weet echt niet wat ik zonder je zou moeten. Blijf alsjeblieft ademen." Bram woelt met zijn vingers door Liselottes haren. Ze zijn moddervet, maar het boeit hem niets. Ze ziet er ondanks alles prachtig uit.
De deur zwaait opeens weer open. Bram schrikt zich kapot. Van Gaal stapt naar binnen, maar blijft in de deuropening staan. Dan schiet hij in de lach. "Ach", mompelt hij, "daar liggen de tortelduifjes". Bram houdt Liselotte stevig en beschermend vast. "Je hoeft niet bang te zijn, hoor. Ik doe jullie niets." De jonge rechercheur zucht. Hij vertrouwd van Gaal voor nog geen één procent, dus hij geloofd geen woord van wat hij zegt. "Ik kwam alleen maar even kijken", gaat de crimineel verder. "Maar zo te zien hebben jullie het wel gezellig. Ik kom vanavond nog wel wat water brengen. Misschien is er hier dan nog maar een levende ziel over." Bram draait zijn hoofd weg. Hij wil dit niet horen. De woorden dringen zijn hoofd binnen en hij realiseert wat van Gaal zegt. Verdomme toch. Liselotte toch.
Van Gaal sluit de deur weer. Bram haalt opgelucht adem. Hij is weg.
Snel geeft de jonge rechercheur zijn vriendin een zoen. "Ik wil je nog iets vragen, Lies", begint hij. Hij twijfelt even, maar pakt dan toch haar handen. "Ik weet dat je nu geen antwoord kan geven, maar misschien hoor je me. Wil je met mij trouwen?"
JE LEEST
Moordvrouw: Zingen In De Regen
FanficVervolg op Dansen In De Regen Khalid is dood. Al enkele jaren. Maar geesten uit zijn verleden duiken op. Zij stellen Bram een keuze: meewerken, of ze pakken zijn gezin. Wat moet Bram doen? Wat moet hij zijn vriendin Liselotte vertellen? Hoe kan hij...