Drie uur. De tunnel.
Zenuwachtig schopt Bram tegen een steentje. Voor de zoveelste keer in deze minuut kijkt hij op zijn horloge. De tijd tikt langzaam door. Veel te langzaam door. De minuten lijken uren en de uren lijken dagen.
Drie uur twee.
De man is er nog steeds niet. Ondanks dat het nu lichter in de tunnel is dan 's avonds, is Bram banger dan gisteren. Hij weet niet wat er gaat gebeuren, maar hij weet ook niet of hij dat wel wíl weten. Het liefst wil hij gewoon naar huis.
Drie uur vijf.
Bram ziet opeens een doos liggen. 'Ibrahim' staat erop. Heeft iemand dat daarnet neergelegd? Bram heeft toch echt niemand gezien. Nieuwsgierig en angstig tegelijk loopt hij naar de doos toe. Hij ziet dat hij niet wordt gevolgd, maar hij weet dat hij wordt bekeken. Dat kan haast niet anders.
Voorzichtig maakt Bram de doos open. De doos is helemaal ingetapet, dus het kost wat moeite. Na wat gepruts valt er een telefoon uit. Een telefoon van zo'n vijf jaar oud. Bram checkt de simkaart direct. Misschien kan Liselotte zijn locatie wel checken als hij haar belt. Maar helaas; prepaid. Die gasten zijn slimmer dan Bram van te voren dacht. Hij zucht. Waar is hij aan begonnen...?
De telefoon gaat af. Bram had het al verwacht, maar toch schrikt hij ervan. Angstig neemt hij op.
"Hallo?"
"Volg de instructies."
"Euhm, oké. Wat moet ik doe-"
"Loop naar de zwarte bus, met het kenteken 68-XantippeJorisLiselotte-9. Instappen."
Brams nekharen gaan overeind staan. Alles wat die gasten zeggen, herinneren hem aan Liselotte. Dat bezorgd hem stress en dat is precies wat ze willen. Klootzakken.
Bram loopt op een rustig tempo naar de bus. De deur van het busje gaat automatisch open. De ramen aan de voorkant zijn geblindeerd, dus Bram ziet niet wie er in de auto zit. Even twijfelt hij, maar dan stapt hij toch in. Hij kan niet anders.
"Goed zo."
De deur van de bus sluit. Bram gaat zitten, er zit niemand anders achterin de auto. De auto start. Brams hart bonst in zijn keel. Hij heeft geen claustrofobie, maar voelt zich nu toch echt behoorlijk opgesloten. De jonge rechercheur brengt de telefoon weer naar zijn oor.
"En nu? Waar gaan we heen?"
"Kijk naast je."
Bram kijkt naast zich. Op de stoel ligt een zwarte muts. Hij pakt het ding op.
"Zet de muts op. Trek hem tot over je ogen, totdat je niets meer ziet."
Bram zet de muts op. Hij trekt de onderkant naar beneden tot over zijn ogen. Nu ziet hij niets meer.
De bus stopt. Bram haalt diep adem. De muts belemmert hem in het ademhalen, zeker nu hij zoveel last van stress heeft.
Bram hoort de deur van de bus opengaan. Hij is gelijk alert. "Geen beweging, of ik schiet je kapot", roept iemand buiten de auto. De jonge rechercheur blijft versteend zitten. De man begint weer te roepen: "Handen naar voren!" Bram strekt twijfelend zijn armen uit. Hij voelt dat zijn handen met tie-raps aam elkaar worden gebonden. Het zit strak, doet zelfs een beetje pijn. Maar Bram durft er niets van te zeggen.
Vervolgens controleert de man Brams kleding. Zijn mobiel wordt uit zijn jaszak gehaald en kapotgemaakt. Het zakmes dat Bram in zijn schoen had verstopt, wordt ook ontdekt. Bram zucht. Hij kan geen kant meer op.
De deur van de bus sluit weer en de chauffeur rijdt verder. Bram merkt dat hij in paniek raakt. Rustig ademhalen, rustig ademhalen. Vier tellen in, acht tellen uit. Rustig blijven. Langzaam maar zeker wordt Brams ademhaling rustiger en regelmatiger. Toch is hij nog altijd bang. Hij wil weten waar hij heen wordt gebracht en wat hij daar moet doen.
"Waar gaan we heen?" roept Bram hard. Hij krijgt geen antwoord. "Hallo?! HALLO?!" Het verstikkende gevoel wordt steeds beklemmender. "HALLO?!" Bram schreeuwt de longen uit zijn lijf. Hij wil hier weg. Direct. "WAAR GAAN WE HEEN?", schreeuwt hij weer. Rustig blijven, adem rustig in, adem rustig uit.
Bram trapt met zijn voeten tegen de wand voor zich, in de hoop dat de auto stopt. Maar nee, er gebeurt niets.
He-le-maal niets. "Laat me eruit", snikt Bram. Het wordt hem teveel. Hij wil terug naar huis, naar Liselotte, naar Lova. Hij wil niet vermoord worden door een stel gekken. Hoewel dat laatste niet expliciet tegen hem gezegd is, heeft Bram toch het gevoel dat ze hem gaan vermoorden. Hij wil niet dood gaan.Brams ademhaling versnelt weer. De muts zorgt ervoor dat hij het benauwd krijgt. Rustig ademen. Vier tellen in, acht tellen uit. Rustig blijven. Het werkt niet. Het werkt gewoon echt niet. Bram raakt alleen maar meer in paniek. Hij walgt ervan, hij wil niet bang zijn.
"Alsjeblieft", roept hij nu wat zachter, "laat me eruit!" Bram heeft geen puf meer om harder te schreeuwen. Hij is op. Nu al. Na één kort autoritje. Pas nu kan hij zich indenken hoe Liselotte zich gevoeld moet hebben, toen zij ontvoerd was. Wat zal ze bang zijn geweest.
De bus stopt abrupt. De portier wordt opengetrokken en een gedaante komt naast Bram zitten. "Mond houden", sist hij. "Je weet wat er anders gebeurt." Bram knikt. "Ik houd mijn mond", zegt hij zacht. Liselotte moet hier buiten worden gehouden. Al kost het hem zijn leven.
Opeens trekt het gedaante Brams hoofd naar zich toe. Zijn keel wordt dichtgeknepen. Bram hapt naar lucht. "Niet zo snel schrikken", lacht de man. Bram houdt zich stil. Hij moet zich nu focussen op zijn ademhaling. Rustig blijven. Vier tellen in, acht tellen uit.
"AUW!" Opeens voelt Bram een helse pijn in zijn nek. De greep van de man verslapt, maar in plaats daarvan voelt hij een naald zijn aderen opzoeken. De man gaat hem verdoven! "Niet doen", mompelt Bram zwakjes. De figuur grinnikt. "Ik heb geen zin in dat gejank van jou, nu zal het wel wat stiller worden." Bram snikt. Hij wil niet out gaan, als dat gebeurt verliest hij het laatste beetje controle. Bram vecht tegen de vermoeidheid, maar het mag niet baten; nog geen halve minuut later ligt Bram bewusteloos in de bus.
Jajajajajajaja... Wat vinden jullie van Brams actie?
JE LEEST
Moordvrouw: Zingen In De Regen
FanfictionVervolg op Dansen In De Regen Khalid is dood. Al enkele jaren. Maar geesten uit zijn verleden duiken op. Zij stellen Bram een keuze: meewerken, of ze pakken zijn gezin. Wat moet Bram doen? Wat moet hij zijn vriendin Liselotte vertellen? Hoe kan hij...