Hoofdstuk 24

137 7 9
                                    

Het is tien uur 's avonds, Evert zit op de bank. Hij heeft zijn dochters al een uur geleden op bed gelegd en buigt zich nogmaals over het dossier Liselotte & Bram. Rustig start hij zijn laptop op. Van Zijverden heeft het team naar huis gestuurd. Een avond niet werken kan geen kwaad, had hij gezegd. De chef vond dat iedereen een avondje rust nodig had. Maar Evert weet zeker dat Fenna niet slaapt en dat rechtvaardigt het om zelf ook nog even door te werken. Het team moet iets over het hoofd hebben gezien en hij gaat het vinden. 

Tegen twaalf uur hoort Evert voetstapjes over de overloop. De blonde rechercheur zucht als hij Brecht in de deuropening ziet staan. "Kon je weer niet slapen, pop", glimlacht hij. Het meisje komt elke avond rond deze tijd Everts slaapkamer binnenlopen, omdat ze niet kan slapen. Dan kruipt ze bij haar vader onder de deken en nog geen kwartier later is ze toch diep in slaap gezonken. Brecht schudt haar hoofd. "Er waren weer monsters, papa", snikt ze. Evert spreidt zijn armen uit en glimlacht. "Kom dan nog maar even hier, schatje", zegt hij zacht. Hij weet inmiddels wel dat monsters wegjagen niet werkt. In Brechts fantasie komen ze toch altijd weer terug. Het meisje loopt naar haar vader toe en gaat tegen hem aanliggen. "Ik houd van je", fluistert Evert. Brecht lacht. "Niet zo gek doen, pap", grinnikt ze. Ze geeft haar vader een por. Hij kreunt, ondanks dat het geen pijn doet. "Wat ben je toch sterk", mompelt hij. Brecht kijkt hem zelfingenomen aan. "Net zo sterk als jij", glundert ze trots.

Evert legt Brecht uit dat hij nog even moet werken. Zijn dochter knikt begrijpend en nestelt zich als een opgerold katje tegen een kussen aan. Na vijf minuten heen-en-weer gedraai, komt ze zuchtend overeind. "Ik heb dorst." Evert zucht. Hij aait Brecht door haar blonde haren. "Ik zal nog een glaasje water halen voor je, maar daarna moet je echt even proberen te slapen." Het meisje knikt blij. Als Evert net naar de keuken wil lopen, gaat de bel. Verbaast kijkt hij op zijn horloge; het is al half één. Wie belt nu nog aan? "Ik ga wel!" Brecht springt energiek op van de bank. Helaas is haar vader net wat sneller. "Niets daarvan", waarschuwt hij streng, "hier blijven". Als rechercheur weet hij maar al te goed dat het niet normaal is als iemand midden in de nacht aanbelt. Daarnaast is hij door zijn werk een beetje paranoïde geworden en ziet hij heel snel gevaar. Evert grijpt zijn zakmes van de kast en loopt naar de voordeur.

"Jezus, Evert!" Evert trekt gauw zijn mes terug. Fenna staat voor zijn neus. Drijfnat van de regen, maar met een bezorgde en triomfantelijke grimas op haar gezicht. "Eh... Sorry", mompelt de blonde rechercheur. Hij zet een stap achteruit en opent de deur wat verder, zodat zijn collega naar binnen kan lopen. Evert vist een oude handdoek van de kapstok. Als vader van twee buitenkinderen heeft hij altijd handdoeken klaarliggen. Dankbaar pakt Fenna het aan. Ze glimlacht en loopt achter hem aan de woonkamer binnen. Brecht zit nog altijd nieuwsgierig op de bank. "Ze kom niet slapen, daarom is ze weer beneden", mompelt Evert beschaamd. Fenna wuift zijn excuses weg. "Joh, je hoeft je niet te verontschuldigen, hoor", verzekert ze. "Ik vind het allang knap dat je met al die gebroken nachten toch fit op het bureau verschijnt." Evert glimlacht dankbaar. Fenna gaat naast Brecht op de bank zitten. Het meisje laat gelijk al haar knutselwerkjes zien en vertelt over school. Evert maakt van het moment gebruik om een kop thee voor Fenna te halen en water voor Brecht en hemzelf. "Thanks", bedankt de vrouwelijke rechercheur. Ze drinkt gulzig de helft van de kop leeg. "Heb je het nog koud?" vraagt haar partner bezorgd. Gelukkig schudt Fenna haar hoofd. Brecht schiet in de lach. "Papa?! Je kijkt hetzelfde naar Fenna als dat Wout naar mama kijkt!" Evert geeft zijn dochtertje een speelse duw. "Het wordt tijd dat jij gaat slapen, dame", grijnst hij. Hij knipoogt naar Fenna, tilt de kleine Numan-telg op en brengt haar naar boven.

"Zo, die slaapt", zegt Evert terwijl hij een kwartier later de woonkamer weer in loopt. Fenna staat op. "Wie is Wout?" vraagt ze nieuwsgierig. "Noors vriend", mompelt Evert beschaamd. Tot zijn opluchting blijkt zijn collega Brechts opmerking wel grappig te vinden. Ze schiet in de lach en geeft Evert impulsief een kus op zijn mond. Hij zet van schrik een stap naar achteren. "Oh.. Sorry, Evert", mompelt Fenna. "Ik wist niet dat je het niet wilde, ik had het moeten vra-." Evert legt zijn vinger op haar lippen. "Ssst. Praat nou maar niet zoveel", glimlacht hij. De blonde rechercheur drukt zijn lippen op de lippen van zijn collega. Zij zoent hem direct terug.

Nog geen vijf minuten later vliegen de kleren door de woonkamer. Als Fenna in haar slipje en bh voor Evert staat, fluistert ze: "Dit is echt heel fout, Numan". Haar partner-in-crime lacht. "Ik ben toch niet anders gewend van je", antwoordt hij. Fenna bijt op haar lip. "Ik bedoel meer, we hebben wel iets beters te doen. Onze collega's zijn vermist en wij duiken met elkaar het bed in." Evert gaat zitten. "Waarom kwam je eigenlijk hier?" vraagt hij. Gelukkig klinkt hij niet boos, maar gewoon nieuwsgierig. "Ik was hier met dezelfde reden als Brecht", bekent Fenna. "Kremer die niet kan slapen?" Evert kijkt verbaast op. Zijn collega wordt rood en kijkt naar beneden. "Al een week niet. De hele zaak laat me niet los." De hele dag hebben Evert en Fenna samen door de provincie gereden. Geen spoor van Bram of Liselotte. Ook Harm heeft niets kunnen vinden, voor zover het team dat van hem had verwacht. Het tweetal is onvindbaar en onbereikbaar. Bram neemt zijn telefoon niet op. Ook Van Zijverden uit zijn zorgen behoorlijk. Iedereen is bang dat de jonge rechercheur zichzelf in de problemen heeft gebracht, door Liselotte te zoeken.

Het blijft even stil. Dan wijst Evert naar zijn laptop. "Ik was er ook mee bezig. We moeten iets over het hoofd zien." Fenna knikt, dat dacht zij ook al.

"Mag ik bij jou slapen vanacht?" Weer kijkt Evert verbaast op. "Natuurlijk", zegt hij. "Ik heb geen logeerkamer, dus je kunt in mijn bed slapen. Ik slaap wel op de bank." Fenna haalt haar schouders op. "Je hebt mij nu al bijna naakt gezien, dus ik vind het geen probleem om bij je in bed te slapen." Ze grinnikt.

"Ook goed", fluistert Evert. Hij zoent Fenna in haar nek. "Maken we dit af, of doen we dat een andere keer?" De blonde rechercheur was al lang verliefd op zijn partner, maar dit had hij nooit verwacht. Als antwoord trekt de vrouwelijke rechercheur haar bh uit. "Waar wacht je nog op, Numan..."

-----------------------------------------------
Het werd tijd voor een beetje Fevert, niet?

Moordvrouw: Zingen In De RegenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu