1) de schepping

320 23 9
                                    

"Elin, vertel je nog een verhaal?"
Elin keek van het ene bed naar het andere.

"Wat willen jullie horen?"
"Iets over de goden!"
"Nee een liefdesverhaal!"
"Ie, nee!"

Elin kalmeerde de twee. Ilva wilde een spannend verhaal, dat was duidelijk. Maar Ester niet.

"Zal ik jullie vertellen waar het zwaard van papa vandaan komt?"
"Is dat speciaal dan?"
"Zeker wel. Ken je het niet?"
"Vertel Elin vertel!"

"Wel,...
Toen de eerste goden de aarde, Midgaard zoals we het noemen schiepen, besloten ze dat mensen deze mochten bewonen. Maar de mens was niet gelukkig met het gekregen land en water. De hemelen waren beter.

De goden straften hun voor hun luidheid om het land te bewerken en hun dieren te verzorgen en verbraken hun banden met de hemel.

Maar die eerste mens had nog veel goddelijke kracht. Ze verzamelden zich en zouden hun plaats terugeisen.

Voor hun leider kozen ze de sterkste van hun allemaal. Gerhart de Gruwelijke. Hij had lang geoefend met wapens in de hemelen en had het vervolgens aan zijn mensen geleerd.

Hij daagde de goden uit. Hij was de meester van leugens, verraad en onnoemelijk sterk.

Er kwam oorlog met de goden. En Gerhart had zijn successen. Meer dan de goden konden aanvaarden.

De goden daalden af naar de gangen die door vulkanen waren ontstaan en waar de smidsen van de goden woonden. Ze waren klein geworden om in de gangen metalen te ontginnen, hadden sterke ogen om te kunnen zien en grote oren om het kleinste geluidje in de duisternis op te kunnen vangen.

De Voorvader sprak tot hen:
'Maak voor mij een zwaard uit het zwaarste metaal dat je gedolven hebt! Wij zullen er Gerhart mee verslaan!'

En zo geschiedde.

Een zwaard werd gesmeed uit het zwaarste metaal dat ze hadden. Het werd een lang zwaard. Zo recht als de verre horizon en zo scherp als de waarheid. Het handvat was in goud.

'Ziehier, het zwaard Vill, de Hoop. Wij beloven dat het Gerhart zal verslaan, maar het metaal bevat magische gaven. Enkel degene die de tegenpool is van Gerhart zal het zwaard kunnen heffen en hanteren. Balans is wat er moet zijn.'

En daarop geschiedde.
De voorvader sprak zijn mede goden aan.

'Mijn waarde bondgenoten.
Wie kan het zwaard heffen? Wie zal Gerhart verslaan?'

Elke god kon en mocht proberen. Maar het zwaard was niet te heffen.

En toen tradt iemand naar voren. Het was Freya.
Ze was er zeker van dat het niet makkelijk zou zijn. Maar ze greep het gevest vast..."

Ze wachtte even en keek naar de kinderen die met open mond naar haar staarde. Ze leefde zich nu helemaal in in het verhaal.

"En toen... hief ze het zwaard op. Het woog zo licht als een veertje voor haar."

"En waarom kon zij het wel heffen?"
"Goede vraag. Ze was helemaal het tegenovergestelde van Gerhart. Ze was jong en frêle terwijl Gerhart, zoals zijn naam het zegt: zo sterk als een beer is. En Freya dacht goed na, terwijl Gerhart zijn brute kracht gebruikte."

"En toen!?"

"Freya besloot alleen te gaan. Want ze moest het slim aanpakken. Ze besloot in een hinderlaag te gaan. Ze liet een boodschap bij Gerhart leveren:

'Gerhart de Gruwelijke. Ontmoet mij en mijn leger in de bossen van het Hoogland'."

"Waarom in de bossen?"
"Dat is opnieuw een hele goede vraag. Freya liet hem geloven dat als ze in de bossen zouden vechten, ze zouden vechten als echte helden. Man tegen man."
"Vrouw tegen man!"
"Inderdaad Ester."
"Maar ze had toch geen leger?"
"Nee dat deel komt nu;

Nadat Freya zorgvuldig een boom uitgekozen had klom ze erin met zwaard en al. Daar wachtte ze op Gerhart en zijn mensenleger."

"Spannend!"
"Sjt!"

"Gerhart had zijn hele leger meegenomen. Met lokroepen lokte ze hem tot bij haar. En natuurlijk was hij verbaasd om niemand te vinden. En het maakte hem razend. Heel het bos hadden ze door gelopen. En toen zag Freya haar kans.

Gerhart had zijn helm afgezet en riep uit volle borst.
'Waar zijn jullie?!'

Op dat moment sprong Freya uit de boom, op Gerhart! En nog voor iemand iets kon doen had ze hem overwonnen.

En toen sprak ze een vloek uit over het zwaard."

"Wat dan? En hoe komt papa eraan?"
"Dat ga ik niet vertellen."
"Waarom niet?"
"Omdat dat voor morgen is."
"Ooh ik kan niet wachtten tot morgen avond!"

Elin lachte naar de twee kinderen.
"Goed slapen vanavond. De kaars is bijna opgebrand, laat hem maar uitbranden vanavond."

"Slaap wel Elin! Je bent de beste verhaal vertelster van heel de wereld!"
"Dank jullie wel! Maar nu ogen toe."

De kinderen gingen liggen en ze stond op van haar stoel.
Ze liep naar buiten en sloot de deur.

Het verhaal vervolledigde ze voor zichzelf.

"Ik vervloek jou Gerhart, en al diegene na jou die het durven hun handen te leggen op dit zwaard."

Ze staarde zelfzeker de duisternis in, alvorens er zelf in te verdwijnen.

WalküreWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu