13) hout

89 8 6
                                    

Elin zat onderuitgezakt op haar eeuwige krukje in de keuken van de motte toren.
Kok porde in het vuur.

"Ingmar draait door" flapte Elin eruit.
"Voorzichtig met je woorden Elin. Iedereen kan onbetrouwbaar zijn."

"Gelukkig jij niet hè kok."
Hij lachte wat verbaasd, maar Elin's vriendelijke lach kalmeerde hem.

Daarna draaide ze haar hoofd en keek naar beneden.
Ze had 'de vrouw in maliën' wel gezien. Beter dan de meeste mensen dachten.

"Hoe is het met je moeder?"
"..."
"Elin?"
"Wat!!"
"Elin. Droom je? Hoe is het met je moeder?"
"Ja..."

Kok zwaaide met zijn hand voor haar gezicht.
"Waar denk je aan dat je met je gedachten zo ver zit?"

"Ik hoorde je."
"Nou zo leek het niet."
"Jawel. M'n moeder is in orde..."
"Dat klinkt alsof er nog tekst achter hoorde te komen."
"Winter" fluisterde ze.

Daarop stond ze recht en spurtte ze ervandoor.
"Elin?!"

Ze antwoordde niet.

Ze had Ingmar wel horen roepen, tot bijna schreeuwen toe.

Ze duwde tegen de zware houten deur terwijl die licht krakend open ging ontwaarde ze een rood gloeiende Ingmar.

Zijn ogen waren diep ingevallen en hij was rood van woede. Daarbovenop kreeg ze de indruk dat zijn wangen in begonnen te vallen.

"Eindelijk!" brulde hij.
"Meer hout op het vuur!"
Het was een ongewoon warme herfstdag. Een warme nazomer dag. Maar Ingmar had zijn berenpels om en hij droeg daaronder nog enkele lagen. En hij was razend over wat hem net overkomen was.

"Heer. Het is hier heus warm genoeg..."
"Nonsens! Het is hier koud!"
"Heer..."
"Geen woord!!!"

Kalm liep Elin naar de haard en gooide de laatste blokken die er nog lagen in. Het vuur greep snel om het uitgedroogde hout. Elin bleef even zitten om het vuur te controleren.

"Heer als u wat afstand van het zwaard zou nemen zou u zich snel beter kunnen voelen!"
"Niet waar! Het heeft me sterker dan ooit gemaakt!"
"Heer dat is de vloek die..."
"Vloek. Vloek. Volksverhaaltjes. Een verzinsel van die boeren sukkels om mij bang te maken!"

Elin wachtte even.

"U bent niet bang voor de goden?"
"Goden? Ik lach met de goden!"
Elin rilde ervan.

"Zie je wel! Je hebt het ook koud. Het ligt niet aan mij!"
Elin sloeg haar armen om haar buik terwijl ze een koude rilling over haar rug voelde.

"Het hout is op heer."
"Breng dan het hout van de keuken!"
"Dan heeft u morgen geen brood heer."
"Is hier zo weinig dan?!"
"Ja heer."

Ingmar liet zich als een pasja in zijn stoel vallen. Hij leek na te denken.

"Dat ga ik doen" mompelde hij.
"Heer?"
"Ik kap verdomme het hele bos om!"
"Het bos omhakken? En er is hier al zo weinig!"

Ingmar draaide met zijn ogen.
"Ja het bos omhakken. De mensen halen het nu toch al uit het zuiden. En dan kan ik die teef uit haar hol lokken."

"Teef?"

"Ja die teef die me uitgedaagd heeft!"

"Maar de boeren..."

"Die hadden maar moeten mee werken."

Elin stond recht.
Ze keek met scherpe blik naar Ingmar. Toen die terugkeek draaide ze zich echter om.

"Ik kom zodra u weer roept heer."
"Ja ja" en hij zakte onderuit.

Ze wilde eerst terugkeren naar de keuken maar besliste dat niet meer te doen. In tegenstelling daarvan liep ze naar de stallen.

Ze zocht er de eerste de beste stal jongen. Ze wenkte hem.

"Rij voor mij naar het bos. Zet me daar af en laat me daar dan achter, ik weet prima wat ik doe. Ingmar wil het bos omhakken."

De stal jongen keek haar aan.
In haar buidel vond Elin een zilveren strook. Ze brak er een centimetertje af.
"Als je dat voor me doet, en je verteld het tegen niemand, dan krijg je nog meer."

De ogen van de jongen blonken. Echt hakzilver. En een stukje is voor hem.
"Tot uw dienst!" riep de stal jongen.

"Sjt niet te luid! De muren hebben oren."
De jongen knikte. Nam een paard en vertrok ermee met Elin achter.

Zonder gezien te worden gingen ze ervandoor, naar de rand van het bos.

WalküreWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu