29) sluipend gevaar

43 4 0
                                    

Ingmar had geen idee hoe veel later het was, maar het voelde als een eeuwigheid.

Hij schrok toen hij het in kap gehulde gezicht van de heks boven zijn hoofd zag hangen met die walgelijke grijns van haar.

"Heks!" schreeuwde hij in halve paniek. Hij was totaal vergeten dat hij hier was.
"Aaaah" zei ze, niet het minst beledigd.

Ingmar moest zichzelf overeind helpen. Hij voelde zich sterker. Alsof hij weer goed geslapen had.

Ze wreef in haar handen terwijl ze ging zitten.
"Goed geslapen?" kwijlde ze.

Ingmar knikte verbaasd.
"Ter zake" brulde ze.

"Jij wilt dat ik jouw dromen lees" zei ze terwijl ze schuin naar hem toe leunde met geheven hoofd, alsof ze alweer vanonder haar kap uit wilde kijken.

"Hoe lang kwellen je dromen je al?"
"Drie weken."
"En welke dag zijn ze begonnen?"
"Wodan's dag."

Daarop lachte haar gezicht, maar ze bewoog niet en er kwam geen lach.

"Wodan's dag" herhaalde ze, "dat zegt al veel."

Ingmar kon niet antwoorden.

Ze boog nog dichter. Zonder schijnbare last te ondervinden van het vuur en de rook.

"Ik herinner me mijn dromen nooit."
Ze knikte heftig en ging door met het slijmerige handen gedoe.
"Maar ik wordt badend in het zweet wakker en ik ben bang. Maar ik weet niet waarvoor."
Hij keek haar vragend aan. Maar het gezicht onder de kap bewoog geen millimeter.

"En ik ben moe. Zo moe."
Ze knikte.

"Alsof..."
Ze onderbrak hem.
"Je zwaard de levenskracht uit je lichaam zuigt."

Ingmar keek haar verbaasd aan.
"Wat?" vroeg hij.
Ze knikte.

"Vill. Het godenzwaard" zei ze zweverig.

"Hoe lang heb je het al?"
"Vier jaar."
"Mmm" zei ze terwijl ze haar hoofd in haar nek liet vallen.

"Dat is lang" zei ze, "je bent heel sterk."
Ingmar voelde zich hoogst ongemakkelijk.

"Je hebt het uit een graf gestolen" zei ze vervolgens. Het koud zweet brak uit bij Ingmar. Hoe wist ze dit alles?

"Gerhart de Gruwelijke. Verslagen met dit zwaard."
Wel dat was het volksverhaal.

"Gerhart de Gruwelijke is overwonnen omdat de Goden niet altijd sterker, maar wel slimmer zijn."

Wat wilde dat zeggen?

"Ingmar" zei ze toen ze vervaarlijk naar voren leunde, "het is niet omdat je geraakt wordt door een zwaard, dat je daarom sterft."
Ingmar keek haar vragend aan.

"Freya's vloek. Is dat het zwaard al het leven uit Gerhard zou halen, opdat geen enkele magie hem ooit weer uit de dood zou terug brengen."

Ingmar keek nu met de gruwel in zijn ogen naar het zwaard dat naast hem lag, want het was te zwaar om het op zijn schoot te houden.

"De vloek werkt ook langs twee kanten. Niemand kan het godenzwaard hanteren."

"Waarom heb ik het dan al zo lang?"
"Je bent sterk Ingmar, maar geen god. Het zwaard doet precies wat de goden het opgelegd hebben. Het zuigt al je levenskracht weg, zodat je niet gevaarlijk meer zal zijn. Niet voor de goden, noch iemand anders."

Ingmar had geen idee wat hij hoorde.

"Laat me het zwaard onderzoeken" zei ze bloedserieus. Tijdens heel de uitleg had ze niets meer gedaan dat Ingmar eerder zo vies vond.

"Nee" riep hij direct.
Met een schuine blik en walgelijke grimas keek ze hem aan.

"Ik heb nooit gezegd dat ik het wil vast houden" versierde ze hem.
"Trek het zwaard. Ik zal het niet eens aanraken."

De laudanum die nog in zijn lijf rond gierde deed hem onvrijwillig het zwaard trekken. Maar hij kon het niet meer ophouden. Enkel voor zich op de grond laten vallen.

Ze strekte haar handen uit, boven het zwaard, wederom zonder zich nog maar te kwetsen aan het vuur.

Ze had haar hoofd iets naar achter getild en leek van alles waar te nemen.

"Vill heeft bloed geproefd" zei ze met zware stem.
Ingmar beet op zijn lip. Hij had het liever niet gehad, maar hij was de helft van de tijd niet meer bij zijn verstand.

"Ragnhild" mompelde ze.
Ingmar liet in schaamte zijn hoofd hangen. Hij wilde het zwaard grijpen en er weer vandoor gaan, maar de laudanum had zijn ledematen zwaar gemaakt. Buiten adem zonk hij weer neer.

Ze grijnsde onoverwinnelijk.
"Jij kan niet vertrekken zonder dat ik het je toelaat. Je bent in mijn macht nu."

Ingmar wreef het zweet weg. De heks ging door met het lezen van het zwaard.

Toen ze klaar was trok ze haar handen razendsnel terug naar zich toe.

"Slecht nieuws" zei ze met trillende stem, "slecht nieuws" zei ze opnieuw.

"WAT DAN?!!!"
Opnieuw trok ze haar hoofd schuin en ze pauzeerde in haar handen wrijven.
"Tsss" zei ze opnieuw.

"De goden proberen het zwaard terug te halen."
Ingmar moest op adem komen na zijn uithaal.

"Heb je enig idee wie" vroeg ze terwijl ze griezelig dichtbij kwam.

"Een vrouw" zei Ingmar, ondertussen kreeg de heks voor hem een Aha-erlebnis, alsof ze de helft zo al wist.

"Ze draagt wapens, maar ze vecht nooit. Ze heeft nog geen vinger uitgestoken naar mij of mijn mannen."
"Is ze dan wel je vijand?"
"JA! Ze doet magie. Ze speelt met mijn brein. Ik had haar hand afgehakt! Met Vill! En er is niet eens iets gebeurd! Zij geeft me die dromen. Ze jaagt op mijn zwaard! Mijn godenzwaard!"

Ze knikte. En dacht na.

"Dit zal een moeilijke opdracht worden" zei ze.
"Ik lees boodschappen die op het zwaard geschreven zijn door de goden."

Die boodschappen waren weer weg gegaan. Hoe kon ze die dan lezen?

"Jouw uren zijn geteld Ingmar."

WalküreWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu