Hoofdstuk 10

2.2K 95 27
                                    

"I know a thing or two about pain and darkness"

'Wat bedoelde hij daar mee? Je bent geen crimineel, toch? Dat kan gewoon niet. Zeg me dat je geen crimineel bent. Je bent geen crimineel.' Ratelt Bèta Luke, terwijl zijn stemming om de paar secondes omslaat. 'Alsjeblieft, verzeker me dat je geen crimineel bent!' smeekt hij me, hij laat zich op zijn knieën vallen. Wat moet ik antwoorden? Moet ik antwoorden? Ben ik een crimineel? Ik zat wel in de gevangenis. Mijn ouders waren criminelen, maakt dat van mij ook een crimineel? Word hij boos als ik hem vertel dat ik uit de packgevangenis kom? Heeft hij het recht om boos op me te worden? Ik bedoel maar, hij is hier degene wie zijn mate mishandeld heeft. Hoewel, hij heeft niet in de gevangenis gezeten, dus erg veel slechts kan hij niet gedaan hebben. Het is blijkbaar nogal duidelijk dat ik in strijd met mezelf ben, want de Bèta ziet eruit als een smekende puppy. Moet ik de waarheid zeggen en hem ontdaan maken, of liegen, maar dat zal hij waarschijnlijk doorhebben en dan word hij boos én ontdaan.

Ik besluit voor de waarheid te gaan. 'Sorry, Bèta' antwoord ik met een zachte stem. Hij mompelt een reeks woorden die ik eerder heb gehoord. Meestal kregen gevangenen zware straffen nadat ze zulk soort woorden naar de bewakers, Alpha, Bèta of Gamma riepen. De Bèta slaat de muur, waarna een harde klap volgt en zijn vuist in de muur verdwijnt. Al vloekend hoor ik de Alpha de trap op rennen. De Alpha slaat de deur open. 'Luke! Verdomme! Wat ben je aan het doen, man? Er zit een freaking gat in de muur!' schreeuwt de Alpha uit, kokend van woede. Bèta Luke stopt niet met slaan. Het gat in de muur word groter en de muur zit onder bloed spetters. Hij is verblind met woede en merkt niet wat er om hem heen gebeurd.

'Doe jij ook eens iets!' schreeuwt de Alpha. Ik? Ik kijk hem raar en verward aan. 'Ja, jij! Stop hem! Je bent toch zijn mate? Doe dan ook wat!' Zoals wat? De Alpha kijkt me furieus aan en ik word steeds gestrester door zijn dodelijke blik op me. Beelden komen terug, de Bèta die de muur in elkaar slaat en de druppels bloed die overal heenvliegen helpen niet mee. Ik voel hoe een druppel vocht over mijn wang glijd en ik weet gewoon dat het de Bèta's bloed is. Steeds meer beelden komen terug en ik voel hoe het bloed over mijn gezicht stroomt. Mijn ademhaling versnelt en in paniek doorboor ik mijn huid met mijn nagels. Niet schreeuwen, geen geluid maken, niet tegenwerken, laat het over je heen komen, bied geen weerstand, beheers je, stop met bewegen.

Na ongeveer een kwartier, wat leek op een oneindigheid, heb ik het gevoel dat ik wakker word. Alsof ik in een andere wereld ben. Ik deins wat achteruit. Twee hoofden hangen over me heen. De Alpha en de Bèta. De Alpha met een frons op zijn gezicht en de Bèta met een bange en bezorgde uitdrukking. 'Niet helemaal hoe ik bedoelde, maar het hielp wel.' Zegt de Alpha. 'Wat was er? Ben je oké?' 'Gewoon een flashback.' Mompel ik. 'Een flashback? Waarover? Gaat het wel?' 'Geez, dude, doe niet zo dramatisch.' Zucht de Alpha. 'Het gaat wel' fluister ik zacht. 'Uit welke pack kom je?' vraagt de Bèta aan me. 'Ik heb geen pack, maar ik ben ook geen Rogue.' Antwoord ik naar waarheid. De Bèta snuift spottend. 'Als je geen pack hebt, ben je dus een Rogue.' 'Ik heb mijn hele leven in een pack gewoond, maar mijn ouders waren geen echte packleden en ik heb mijn hele leven voor zover ik het kan herinneren in een cel doorgebracht.' antwoord ik met een zachte stem, onhoorbaar voor mensen. De Bèta kijkt me medelevend aan, zijn ogenkleur verandert om de seconde, niet in staat zijn wolf onder controle te houden. Liefdevol kijkt hij me aan. Proberend zijn wolf te controleren. Na ongeveer een minuut vol doodse stilte, lijkt er iets in hem te knappen.

Niet in staat zijn wolf onder controle te houden, slaat hij zijn armen om de Alpha heen en begint hem te knuffelen alsof zijn leven er vanaf hangt. 'Hé, dude, wat ben je aan het doen?' roept de Alpha uit. Ik kan een lach niet onderdrukken. 'Hij is wel onze mate, hij hoort ons te knuffelen!' roept Luna naar me. 'Ze zouden een schattig stelletje zijn.' Plaag ik haar. Luna laat een verontwaardigd geluidje horen, maar daarna zegt ze niks meer. Toch voel ik dat het haar echt raakt dat hij de Alpha knuffelt. 'Laat me los! Koop een teddybeer ofzo, maar laat mij met rust!' beveelt de Alpha. Snel laat de Bèta hem los. De Bèta lacht ongemakkelijk en krabt zich achter zijn oor. 'Nu laat je het klinken alsof hij een hond is!' Luna lijkt echt iets tegen mij te hebben. Ze kiest altijd voor de Bèta. 'Zijn naam is Luke, we zijn mates, we zijn gelijk. De Alpha en de Bèta praten tegen elkaar, maar ik versta er niks van. Luna kletst er door heen.

02:52 AM geeft mijn wekker met lichtgevende cijfers aan. Ik kan niet slapen door Luna, al de hele nacht houdt ze me wakker. Niet dat ze nog wakker is. Nee, ik wist niet dat het mogelijk was, maar ze droomt en alles wat ze droomt laat ze aan me zien. Echt, die wolf is gestoord! Bijna alles gaat over de wolf van de Bèta, Havoc. Bijna zak ik weer in slaap, tot dat Luna begint te huilen, al snel doet droom-Havoc mee. Ik zucht inwendig. Dit gaat nog een lange nacht worden.

Het is nu 8:13 AM, Luna is net wakker geworden en nu is ze enthousiast aan het vertellen over wat ze allemaal gedroomd heeft. Ik let niet op, ik probeer te gaan slapen. Ik heb nog geen oog dicht gedaan. 'Diana, luister je wel?' 'Ja, ja, natuurlijk! Ga verder, je was bij het gedeelte dat jij en Havoc samen aan het huilen waren?' Gok ik, aangezien de helft van haar dromen zo eindigden. Luna begint weer helemaal hyperactief te vertellen en ik droom weer weg.

De deur gaat voorzichtig open, de Bèta komt binnen met een dienblad. 'Ik heb ontbijt voor je gemaakt!' roept hij vrolijk als een klein kind op moederdag. Ik voel me wel echt heel oud. Zijn stemming slaat meteen om zodra hij mij ziet, hij ziet erg overbezorgd uit. 'Heb je wel geslapen?' Ik kijk hem dom aan, niet begrijpend wat hij zo net zei. 'Heb je wel geslapen?' herhaalt hij zijn vraag. Ik schud mijn hoofd. 'Luna hield me wakker met haar dromen.' 'Waarom blokkeer je haar dan niet?' 'Kan dat?' vraag ik, me heel dom voelend. 'Natuurlijk! Heeft ze je dat nooit verteld?' 'Nee, natuurlijk niet! Als ik dat zou doen, was ze me waarschijnlijk al lang vergeten!' roept Luna door mindlink naar mij en de Bèta.

De Bèta grinnikt lichtjes. 'Sluit je ogen en beeld je in dat je een muur aan het bouwen bent om je wolf heen.' 'Ehm, Luna, hoe zie je er ook al weer uit?' Luna begint te lachen. 'Dat vertel ik niet! Anders dan blokkeer je me en dan kan ik niet altijd tegen je praten wanneer ik alleen ben.' Ik zucht, 'Ik weet niet hoe Luna eruit ziet.' De Bèta lacht. 'Mijn wolf zorgt er wel voor dat je een tijdje geen last van haar hebt. Ga jij maar even slapen, je ziet er uit als een lijk. Ondertussen ga ik werken. Ik maak je straks wel weer wakker.' Niet lang daarna val ik in een heerlijk rustige, diepe slaap.

Werewolf PainWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu