Hoofdstuk 17

1.7K 85 13
                                    

Volgens mij is dit echt heel duf, dit hele verhaal. Wat vinden jullie? Ik moest hierbij wel aan Bambi denken. :D

Ik had nooit gedacht dat je echt kon slapen terwijl de andere helft van je nog wakker is, maar blijkbaar is het mogelijk. Luna heeft tot diep in de nacht rondgerend en ik heb er niks van meegekregen. Ik kijk om me heen en zie het bos. Wacht, het bos? Luke ligt naast me. We liggen op een open vlakte waar ik nog nooit eerder ben geweest. We liggen tussen gigantische bomen en ik kan niet anders dan bewonderend omhoog kijken. Pas na een tijdje besef ik dat ik geen mens ben. Ik zit in Luna's lichaam. Ik stoot Havoc aan met mijn snuit. Hij gaapt en kijkt ons dromerig aan. Ik geef hem nog een stoot met mijn neus. Hij kijkt ons verward aan. Ik wil terug naar mijn eigen lichaam. Ik geef Havoc nog een stoot en hij gromt zachtjes. Ik kijk snel heen en terug tussen ons. Ik probeer zijn aandacht naar Luna te krijgen. Hij houdt zijn kop schuin. Ik zucht, hij heeft geen idee wat ik bedoel. Havoc likt mijn kop. Hij stoot me aan en gebaard met zijn hoofd dat ik hem moet volgen. Onwennig sta ik op en loop onhandig achter hem aan. Ik kijk naar mijn poten om er zeker van te zijn dat ik niet omval. Wanneer ik omhoog kijk loopt Havoc al twintig meter voor me.

Als Havoc nog weer een stuk voor me loopt, laat ik een klagend geluidje horen. Snel draait hij zich om en kijkt gealarmeerd naar me. Zodra hij ziet dat er eigenlijk niets is, kijkt hij me verward aan. Ik loop naar hem toe, maar als ik bijna bij hem ben, struikel ik over een tak. Havoc laat een vreemd geluid horen, alsof hij probeert te knorren en hij ontbloot zijn tanden. Ik krabbel een beetje achteruit en probeer weer op mijn poten te gaan staan. Als ik goed sta, schuift Havoc zijn achterwerk in mijn gezicht en loopt in slow motion. Wanneer ik door heb wat hij aan het doen is, zet ik mijn poten neer op de zelfde manier als hij dat doet. Zo paraderen we het bos een tijdje door, tot hij denkt dat het wel genoeg is en me weer terug brengt naar het packhuis.

Als we naast het packhuis staan, geeft Havoc de controle weer aan Luke. Luke verdwijnt achter een boom om terug te veranderen, als hij achter de boom vandaan stapt, heeft hij alleen een broek aan. Diana gromt en loopt naar hem toe, zodat iedereen kan zien dat Luke van haar is en dat ze niet naar hem mogen kijken, wat compleet overbodig is, aangezien niemand buiten is. Luke lacht om haar bezitterige gedrag. 'Als jij ook terug verandert, dan gaan we iets te eten halen.' Ik houd mijn kop schuin. Hij begrijpt niet wat ik bedoel. 'Luna, hoe moet ik terug veranderen?' 'Hoe moet ik dat weten? Ik ben geen mens.' 'Alle wolven weten toch de basis over weerwolven?' vraag ik haar. 'Ja, misschien kan ik me wel iets herinneren, maar ik heb het niet onthouden, want ik dacht niet dat het ooit nodig zou zijn.' 'Maar hoe moet ik nu terug veranderen dan?' 'Dat is jouw probleem, ik vind het wel prima zo.' En daarmee sluit ze de link af. 'Diana, ga je nog veranderen?' Vraagt Luke. 'Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik wil graag eten, dus of je veranderd nu terug en we gaan samen eten, of ik haal zelf wel iets.' Zegt hij, er duidelijk klaar mee dat ik hier niks sta te doen.

Ik por hem, trek zachtjes aan de pijpen van zijn broek en loop rondjes in een poging hem duidelijk te maken dat ik geen idee heb hoe ik terug moet veranderen, maar als ik een paar seconden later nog geen aanstalten heb gemaakt om terug te veranderen, loopt hij het packhuis in. 'Ik zie je straks wel weer.' Mompelt hij. Ik maak een piepend geluidje, maar hij draait niet om. Ik besluit om in wolvenvorm het packhuis in te gaan, want ik heb wel trek, ook al heeft Havoc niet al te lang geleden nog een konijn voor ons gevangen.

Welke kant moet ik op? Volgens mij is de keuken ergens vlak bij de woonkamer en eetkamer, maar ik heb geen idee waar die zijn. Ik gok op links, maar daar is het trappenhuis. Dan is het rechts, maar welke deur? Achter de derde deur hoor ik de meeste stemmen, dus op goed geluk duw ik tegen de deur, alleen hij gaat niet open. Ik begin voorzichtig aan de deur te krabben. Ik hoor voetstappen dichterbij komen. De deur gaat open, het is de woonkamer, maar wanneer ik naar binnen wil stappen, wordt ik tegengehouden door een vrouw. 'Geen wolven in het packhuis. Eerst terug veranderen.' Met puppyogen kijk ik haar aan. 'Met smeken kom je hier niet binnen, ik zei toch, éérst terug veranderen!' Ik stoot zachtjes tegen haar benen, als teken dat ik er langs wil. 'Éérst terug veranderen!' roept de vrouw nu. Met mijn kop omlaag en hangende oren druip ik af. Ik ga wel naar de kamer, denk ik. Ik loop richting het trappenhuis. 'Naar buiten!' buldert de vrouw. Ik schrik en trek een sprintje naar buiten, waar ik voor de deur ga liggen, die bijna altijd open staat. Ook nu staat de deur nog op een kiertje.

Piepend krul ik me op tot een bolletje, het is 's avonds en het begint koud te worden. Na een tijdje gaat de zon onder en lig ik in het donker. Het is herfst en het is maar één of twee graden boven nul. Ik probeer te slapen om het warm te krijgen.

Ik word wakker door een deur die tegen me aan slaat. Ik piep. 'Oh sorry, ik had je niet gezien. Je ligt ook niet heel handig voor die deur.' Bevend van de kou sta ik op om een paar meter verder op te gaan liggen, zodat de vreemde er langs kan. 'Gaat het wel?' vraagt de persoon. Ik reageer niet. Het gaat perfect. Ik kan niet terug veranderen en mag het roedelhuis niet in! 'Je kunt beter naar binnen gaan, het is te koud om hier te blijven slapen.' Wanneer de persoon ziet dat ik niet reageer, schud hij me heen en weer. 'Jemig, je bent echt koud. Je kunt beter naar binnen gaan.' Ik reageer nog steeds niet. Ik voel een paar armen me optillen en ergens heen lopen. 'Hoe vaak moet ik het je nog zeggen, geen wolven in het packhuis!' roept dezelfde vrouw die mij het huis uit heeft gejaagd tegen mij. 'Ze lag buiten, ze is ijskoud, ik breng haar naar de dokter.' Ik hoor iemand een trap af lopen.

'Is Diana al binnen?' Het is Luke. 'Is dat Diana?' ik hoor de verbazing in zijn stem. 'Kent u haar? Vraagt de persoon die mij vast heeft. 'Ja, ze is mijn mate.' Antwoordt Luke. 'Ik breng haar naar de packdokter.' 'Wat? Waarom? Wat is er gebeurd?' Luke schept me uit zijn armen en beent richting wat ik denk dat de packdokter is. Luna ontspant in zijn armen en dankzij de warmte val ik al snel in slaap.

Werewolf PainWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu