A/N: It's bad. Don't say I didn't warn ya.
Wanneer Luke en ik de volgende ochtend door de gangen van het packhuis lopen, hij met een arm om me heen en ik half verborgen onder zijn arm, kijken een hoop mensen mij raar aan. Sommige mensen zelfs gemeen. 'Waarom kijken ze zo?' fluister ik zacht naar Luke. 'Gewoon negeren.' Fluistert hij terug en geeft me een kus op mijn kruin. Ik luister naar hem en kijk naar hem in plaats van de mensen, maar ik voel hun blikken op me branden. 'Ze zijn gewoon nieuwsgierig. Ze hebben je nog niet eerder hier gezien.' Verzekert Luke me. 'Wat als ze me niet aardig vinden?' 'Dan is dat hun probleem.' 'Maar wat als ze niet aardig doen?' 'Dan heeft die persoon een probleem met mij.' Luke maakt alles heel simpel klinken. 'Diana, je bent aardig, als iemand jou niet aardig vindt, dan weet jij beter.' Ik verberg me in zijn oksel. Ik heb vannacht heerlijk geslapen, maar zijn geur maakt me zo rustig dat ik bijna in slaap kan vallen.
'Wat wil je eten?' vraagt Luke. 'Wat is er aan eten?' 'Wat is er niet?' lacht hij. 'Er is brood en een kast met broodbeleg, ik kan toast maken, tosti's, pannenkoeken, eieren, bacon. Wat is er nog meer?' hij denkt even na. 'Ik kan ook wentelteefjes maken, fruit, er zijn ontbijtgranen, yoghurt.' 'Kies jij maar.' 'Dan maak ik pannenkoeken voor je, daar heb ik zelf ook wel zin in.'
Ik stond achter Luke, met mijn armen om hem heen, terwijl hij pannenkoeken aan het bakken was. Van Luke moest ik ovenwanten aan, omdat hij zeker wou weten dat ik me nergens aan zou verbranden. Ik kan niets zien. Het lukt me niet om over Luke heen te kijken. 'De pannenkoeken zijn klaar.' Hij pakt een bord met een hoge stapel pannenkoeken en potten en flessen en samen lopen we naar het aanrecht. Hij gaat zitten en zet mij op zijn schoot neer. 'Wat wil je op de pannenkoek?' Ik kijk naar alle dingen die op het aanrecht staan. 'Ik heb geen idee.' Luke pakt een fles van het aanrecht, gooit wat op de pannenkoek, rolt hem op en snijdt hem in stukjes. Hij prikt een stuk pannenkoek op zijn vork en brengt het naar mijn mond. Om en om eten we, tot ik vol zit. 'Ik hoef niet meer.' 'Je moet meer eten.' 'maar ik zit vol.' 'Je bent te licht.' 'Ik ben ook klein.' 'Nog een paar stukjes.' 'Nee, ik hoef echt niet meer.' Hij dwingt me nog een paar stukjes te eten, maar stopt wanneer ik echt niet meer op kan.
'Vandaag laat ik je de pack zien. Eerst het packhuis, dan gaan we naar het dorp, dan de trainingsvelden en grote gebouwen en als laatst kunnen we nog een rondje door de bossen maken.' Zegt Luke, terwijl we de keuken opruimen. Ik knik en laat hem me meenemen naar de ruimtes waar ik nog niet ben geweest, waaronder de bibliotheek, de vergaderzalen, de prachtig gedecoreerde balzaal, de sportzalen, het zwembad, de kinderopvang, die momenteel heel rustig was, aangezien het weekend is, de bioscoop, game kamer, slaapzalen en logeerkamers en de bovenste verdieping, die gereserveerd is voor hogere rangen. Hij heeft me zijn huis laten zien. Luna was er niet blij mee dat hij ons niet bij hem had laten overnachten, maar hij legde uit dat hij niet wist of wij dat fijn zouden vinden. Vanaf nu zullen we bij hem blijven. Gelukkig zijn er niet alleen trappen, maar is er ook een lift. "De lift is eigenlijk alleen bedoelt om zware en grote ladingen naar boven en beneden te brengen, maar ik zal een pasje voor je regelen."
"Waar gaan we nu heen?" Vraag ik aan Luke. "We lopen eerst een rondje door het dorp richting de markt, dan langs de trainingsvelden. Daarna gaan we langs de kas en de school. Als laatst kunnen we nog even naar het bos, maar als je wilt kunnen we daarvoor nog even bij de dieren kijken." Ik knik als bevestiging.
De huizen in het dorp zijn niet heel groot, maar ook niet klein en het ziet er heel gezellig uit. Overal zitten gezinnen, te praten, thee te drinken en te lachen. Ik ga wat dichterbij Luke lopen. 'Wat is er?' Ik kijk hem aan en haal mijn schouders lichtjes op. "Ik heb dat nooit gehad." Luke kijkt me medelevend aan, voordat zijn uitdrukking veranderd naar vastberaden. "Maar nu ben ik er en ik zal ervoor zorgen dat jou niets overkomt." Hij kijkt me lief aan, voordat hij er zachtjes aan toe voegt: "We zijn bij de markt aangekomen." De markt is niet heel groot en staat vol met stalletjes. "De bewoners kunnen hier spullen halen of ruilen. Een aantal stalletjes kun je je voor inschrijven, zodat je spullen die je niet meer gebruikt door anderen hergebruikt kunnen worden."
Verbaasd kijk ik naar de trainingsvelden. Ik had verwacht dat het groot was, maar niet zo groot. De velden zijn ongeveer net zo groot als het halve dorp. Er zijn verschillende voetbal, basketbal, korfbal, hockey, volleybal, badminton en atletiek banen. Ook is er een lang behendigheidsparcours. Eromheen loopt een lang rentraject waarlangs packleden als mens of in wolf vorm kunnen rennen. Er is zelfs een skeelerbaan en langs de rand van de velden, buiten het rentraject, verschuild zich een klimpark tussen de bomen. "Wow" Is alles wat ik uit kan brengen. "Hier trainen we vooral in de zomer. Voor de meeste sporten is er wel een veld. Binnenkort zal ik je wel een keer meenemen naar een training. Vanaf zes moet elk packlid dat daartoe in staat is minstens één sport kiezen en vanaf twaalf is het verplicht om met de pack te trainen. Vanaf veertien trainen ze ook in wolf vorm en vanaf zestien mogen de beste vechters patrouilleren en de pack helpen verdedigen. Vanaf achttien moet iedereen in staat zijn om zichzelf én de pack te verdedigen."
Na de trainingsvelden zijn we naar de kas gegaan, waar bloemen, planten en vruchten groeien die niet goed groeien op het veld. Het zag er mooi uit, met allemaal planten die aan het bloeien waren, maar we bleven niet lang. Al snel liepen we door richting de school. De speeltuin is te zien vanaf de school, maar we zijn er niet naar toe geweest. We hebben even bij de school gekeken en we zijn in één lokaal geweest, voordat we weer verder gingen. We zijn het ziekenhuis niet in geweest, maar we hebben even snel gekeken. Tegelijkertijd keken we even naar de velden waar planten worden verbouwt, maar vrij snel draaiden we ons weer om, om naar de dieren te gaan. De meeste dieren worden gehouden vanwege de zuivel, het vlees of hun vacht, maar sommige dieren zijn er puur voor vermaak, zoals paarden, konijnen en cavia's.
Voordat we terug gingen naar het packhuis, hebben we nog een klein wandelingetje gemaakt door het bos. We zijn niet heel ver gekomen, maar het was fijn om er eventjes te zijn. Het was helemaal stil. De pack heeft wel laptops en mobieltjes, maar het meeste werk wordt nog steeds met de hand gedaan, waardoor er een stuk minder machines zijn die altijd aan staan en de lucht schoon is en het enige dat je hoort zijn de dieren in het bos.
"Ben je moe?" Vraagt Luke. Ik knik. De lange rondleiding heeft me uitgeput. "Ik zal ervoor zorgen dat iemand iets voor je kookt, dan maak ik ondertussen een plekje vrij in mijn huis, zodat jij er ook bij past. De naaisters hebben een aantal kledingstukken klaar, die je tijdelijk kunt dragen, totdat we een keer naar de stad buiten het territorium kunnen." Ik knik. Luke tilt me op en draagt me naar boven, naar het Bèta huis. Met mij in zijn armen verschoont hij de lakens. Zodra hij klaar is, klopt er iemand aan met het eten. Na het eten trek ik een pyjama aan en val ik naast Luke in slaap.
JE LEEST
Werewolf Pain
WerewolfBest: #9 in weerwolf Diana, zo heet ik. Mijn wolf heet Luna. Al bijna elf jaar zit ik in een cel in de kelder van "The Lunar Shadows", door mijn ouders, ze waren spionnen van een andere roedel, dat is het antwoord wat ik kreeg toen ik acht was en de...