'Word wakker, Sunshine.' fluistert de Bèta. Ik mompel iets onverstaanbaars, niet willend om wakker te worden. Ik val bijna weer in slaap, totdat ik voel dat iemand mijn schouder aanraakt. Ik schrik en schiet overeind. 'Hé, rustig! Ik ben het maar.' Grinnikt de Bèta. Ik ontspan en adem opgelucht uit.
We zijn nog maar net klaar met eten of ik verveel me, alweer. Er is hier erg weinig te doen. 'Bèta' zijn gezicht trekt pijnlijk samen wanneer hij me hoort praten. Lekker dan, het ene moment zegt hij dat ik zijn mate ben en het andere moment mag ik niet eens tegen hem praten. Ik besluit het gewoon maar te negeren, niet dat ik veel keuze heb. 'Wat gaan we vandaag doen?' verbaasd en verward kijkt hij me aan. 'Hoe bedoel je?' 'Gewoon, zoals ik het zeg. Wat gaan we doen?' 'Ik weet het niet, wat wil jij doen? Wat deed je vroeger altijd?' vraagt hij me. 'Of ik werd gemarteld, of ik at. Soms sprak ik met andere gevangenen. Wat doe jij normaal?' 'Dat doet er niet toe, wat er wel toe doet, is wat jij wil doen.' Houd hij vol. 'Mogen Laurel en Russel komen? Met hen was het leuk.' De Bèta snuift. 'Best, als dat is wat je wil. Laurel komt er zo aan.' Zegt hij, waarna hij de deur achter zich dicht slaat. Door de klap word het gat in de muur alleen maar groter en er valt een stuk uit de muur. Ik kan er door heen kijken en zie dat ik nu een perfect uitzicht heb op de trap. Wat is het hier druk zeg! Mensen met hun handen vol papierwerk lopen af en aan.
Een meisje loopt de trap op, zij heeft geen stapel van papieren en mappen vast, Laurel. 'Hallo' groet ik haar. 'Heyhey' groet ze terug. 'Kon Russel niet komen? Ik vond het leuk de vorige keer.' 'Ik weet het niet, ik denk niet dat de Bèta dat goed vind. Russel heeft zijn mate nog niet gevonden.' Antwoord ze. 'Heb jij je mate al gevonden?' vraag ik haar. 'Nee, nog niet.' 'Nou, dan maakt het toch niks uit. Wil je hem halen? Alsjeblieft.' 'Oké' zucht ze. 'Ik mindlink hem wel.' Haar ogen worden wazig en even later loopt een jongen de kamer in. 'Wil je me dood hebben ofzo?' roept hij uit. 'Ik niet, zij wou dat je kwam!' verdedigd Laurel haarzelf. 'Nou, oké, ik ben er. Ik word straks echt zo erg vermoord! Heb je de Bèta net niet gezien? Hij was pisnijdig!' Russel zit letterlijk met zijn handen in zijn haar. 'Oh, ja, dat is waarschijnlijk mijn fout.' Lach ik zachtjes. 'Jij wordt mijn dood.' Zegt hij doodserieus. Laurel knikt instemmend.
We gingen monopoly spelen. Leuk, als je het spel snapt. Er staan overal rare letters, Laurel en Russel rekenden van alles uit en ik snapte er niks van. Toen zij dat ook beseften gingen we een ander spel spelen. Nu spelen we een ander spel waar ik tenminste al meer van snap. 'Hé, Diana, je moet Zabo ontmoeten!' roept Laurel ineens uit. 'Ja, je zal hem geweldig vinden! Zal ik hem halen?' stemt Russel in. 'Wacht even, ik vraag de Bèta om toestemming.' 'Ja, misschien is dat wel handig.' Laurel haar ogen worden weer wazig en een paar secondes later knikt ze naar Russel. 'Ga hem maar halen.' 'Mooi, ik ben zo terug.' En daarmee rent Russel weg. 'Wie is Zabo?' vraag ik aan Laurel. 'Wacht maar af, ik denk echt dat je hem geweldig vindt.' Antwoordt ze enthousiast. Vol spanning kijkt ze door het gat in de muur naar de trap. 'Dat gat moet eigenlijk ook een keer gemaakt worden.' Mompelt Laurel. Ik knik ter bevestiging. 'Volgens mij hoor ik Russel en Zabo al' zegt Laurel.
Twee figuren sprinten in een rotvaart de trap op. 'Wacht, blijf!' hoor ik Russel zeggen. Russel loopt de kamer in. Een donker gedaante springt door het gat in de muur de kamer in. Het gedaante land op vier benen. Het is een wolf. Een weerwolf. Ik schrik en begraaf mezelf dieper in de dekens. 'Rustig. Hij zal je niks doen.' Stelt Laurel me gerust. Langzaam kalmeer ik. Om een of andere vreemde reden vertrouw ik haar. 'Eh, hallo, Zabo. Fijn u te ontmoeten.' Als teken van respect buig ik mijn hoofd omlaag. Laurel en Russel lijken er niet veel van te snappen, want ze lachen. 'Eh, Zabo, zou u alstublieft terug naar mensenvorm kunnen veranderen? U bent nogal intimiderend?' na dat gezegd te hebben, ligt Laurel op de grond, lachend houd ze haar buik vast. Russel zit voorovergebogen op het bed en komt niet meer bij van het lachen. 'Wat is er? Heb ik hem beledigd? Zeg niet dat ik hem beledigd heb! Sorry, Zabo!' Het helpt niet. Laurel rolt ondertussen over de vloer. Wild spartelt ze in het rond. Zabo gromt. 'Oh, sorry, het spijt me zo.' Vernederd sluit ik mijn ogen.
'Laurel, stop, nu. Je maakt hem bang!' waarschuwt Russel. Laurel stopt meteen met lachen en blijft stil op de grond liggen. 'Als Zabo bang is, bestaat er een kans dat hij aanvalt, maar hij waarschuwt ruim van te voren, dus als hij je aanvalt is het je eigen schuld.' Legt Russel uit. Verbaast kijk ik op. Zabo, agressief? Erg agressief ziet hij er niet uit. 'Schat, Zabo is een hond.' Zegt Russel alsof elke idioot dat kan zien. Ik frons. Zabo, een hond? Hij lijkt op- mijn gedachten worden onderbroken door een deur die ruw open word getrokken en met een harde knal dicht geslagen word.
De Bèta staat in de kamer. Hij kijkt de kamer door, wanneer zijn blik op Russel valt worden zijn ogen groot. 'Jíj' sist de Bèta. 'Ik had toch gezegd dat je uit haar buurt moest blijven!' schreeuwt hij naar Russel. Zabo kruipt voorzichtig naar Russel toe en gaat tussen zijn benen liggen. Zonder zijn ogen van de Bèta af te wenden aait Russel de hond voorzichtig om hem te kalmeren. 'En? Zeg dan wat! Waarom ben je hier? Hoe durf je in haar buurt te komen?' Schreeuwt de Bèta. Zijn ogen zo zwart dat ik mijn eigen reflectie er in zie. 'Nou? Zeg op!' sist de Bèta op een dreigende toon. Zabo gromt diep. 'Zorg dat dat beest van je stil blijft!' beveelt de Bèta. Deze keer gromt Zabo harder. Hij zet zich schrap, klaar om aan te vallen. 'Rustig.' Laurel legt haar hand op de schouder van de Bèta en kijkt hem recht in zijn ogen aan. 'Kalmeer, je wil toch niet dat de hond gaat aanvallen?' de Bèta schud zijn hoofd. 'Nou dan, wees rustig.' De Bèta knikt en zijn ogen worden weer bruin. 'Ik neem Zabo weer mee naar huis. Dan kan u met Russel praten, maar weet wel: Diana was degene die wou dat hij kwam.' Met dat verlaat ze de kamer en slaat ze de deur dicht. Hoewel dat vrijwel zinloos is, aangezien je makkelijk door het gat in de muur kan stappen. De Bèta duwt Russel de kamer uit en daarna is het stil. De rest van de dag lig ik alleen in bed door het gat in de muur te kijken naar alle mensen die de trappen oplopen.
A/N: Zabo is een Saarloos herdershond, deze hondensoort lijkt op een wolf, daardoor denkt Diana in eerste instantie dat Zabo een weerwolf is in wolf vorm. Zabo is een tikkeltje schichtig, maar verder lief etc. Aangezien Laurel en Russel weerwolven zijn, weten ze beter hoe ze voor de hond moeten zorgen en daardoor is de hond niet overdreven angstig en valt hij niet aan.
JE LEEST
Werewolf Pain
WerewolfBest: #9 in weerwolf Diana, zo heet ik. Mijn wolf heet Luna. Al bijna elf jaar zit ik in een cel in de kelder van "The Lunar Shadows", door mijn ouders, ze waren spionnen van een andere roedel, dat is het antwoord wat ik kreeg toen ik acht was en de...