Is het nu "de kerel die de echo maakte" of "de kerel dat de echo maakte"? Veel mensen die hier hun hoofd over breken, Rena gaat het voor één keer allemaal duidelijk uitleggen.
De regel is heel simpel. Als die en dat gebruikt worden als betrekkelijk voornaamwoord, zijn er drie mogelijkheden: je verwijst naar a) een enkelvoudig het-woord, b) een enkelvoudig de-woord of c) meervoudige woorden (zowel voor het-woorden als voor de-woorden).
Optie A (enkelvoudig het-woord) => dat
Optie B (enkelvoudig de-woord)=> die
Optie C (meervoudige woorden) => die
VOORBEELDEN
OPTIE A: Het meisje dat zo vals als een kat zong.
OPTIE B: De kerel die een echo maakte van Niels' been.
OPTIE C: De boeken die Tim besteld heeft. // De bloemen die Lany gekregen heeft.
Wat moet je zeker onthouden?
- de-woord en meervouden: die
- het-woord: dat

JE LEEST
schrijftips met Nette
De TodoZit je met je handen in je haar omdat je niet weet hoe je verder moet met je verhaal? Twijfel je over de grammatica en spelling die je hanteert? Of wil je gewoon je schrijfkwaliteiten beter ontwikkelen? Kijk dan niet verder, want Nette komt je te hu...