Toen ik klein was werd ik misbruikt. Geslagen, geschopt maar vooral, gekleineerd. Eerst door mijn vader, daarna door mijn oom toen mijn vader in de gevangenis kwam. Ik werd uit huis geplaatst en stond altijd onder toezicht van jeugdzorg. Ik heb al veel gastgezinnen meegemaakt. Vanaf mijn zestiende woonde ik in een opvang. Maar ik voelde me nooit echt veilig bij die gastgezinnen. Nooit voelde ik me gewild of geliefd.
Mensen vertrouwen is erg moeilijk voor mij. Ik ben vaak gepest en kon er met niemand over praten. Daarom was het ook lastig om een baantje te vinden. Maar gelukkig heb ik er nu één. Ik werk in een Italiaans restaurant. Ik vind het geweldig om daar te werken. Zo heb ik iets te doen.
Ik ben na mijn vwo gestopt met school. Waarom? Ik had echt geen idee wat ik kon worden. En het liefste wilde ik een beetje geld verdienen zodat ik later mijn studie makkelijker kan betalen.
Ik werk al een tijdje in het restaurant nu. Maar ik heb de baas nog nooit gezien. Alleen de manager. Zij nam me aan. Nu staat er opeens een man voor het kantoor van de baas. 'Pardon' vraag ik, 'kan ik u helpen?'
Hij kijkt me aan met zijn felblauwe ogen. 'Nee hoor' zegt hij, 'jij moet de nieuwe zijn dan. Milena toch?'
'Ja, hoe weet u mijn naam?'
'Ik zal mezelf even voorstellen. Mijn naam is Moretti, Ruggero Moretti. Ik ben je baas.'
'Oh. Het spijt me meneer. Ik vertrouw mensen niet zo heel erg snel. En ik had u nog nooit gezien.'
'Ik weet dat je mensen niet snel vertrouwd. Dat zag ik in je dossier.'
Ik knik langzaam. 'Ben je klaar met werken' vraagt hij.
'Ja' zeg ik, 'ga nu naar huis toe.'
'Blijf nog even, ik wil je iets vragen.'
'Oké.'
Ik hoop niet dat hij de twijfel in mijn stem hoord. Maar het maakt toch niet uit, hij weet dat ik mensen niet snel vertrouw. 'Alleen iets vragen' zegt hij, 'niets meer.'
Ik knik. 'Kom binnen' zegt hij terwijl hij de deur opent, 'ik moet nog wel even een telefoontje plegen. Dus wacht heel even binnen.'
Ik loop zijn kantoor in en kijk rond. Er staat niet veel in de kamer. Alleen een bureau met een stoel erachter, twee stoelen ervoor en erop een heleboel papieren. Verder is er alleen nog maar een archiefkast.
Buiten hoor ik hem zacht praten. Maar wat hij zegt kan ik niet verstaan. Ik ga voorzichtig op de stoel zitten. Na een paar seconden hoor ik de deur achter me. 'Sorry dat je moest wachten' zegt hij, 'dit moest ik echt even afhandelen.'
'Maakt niet uit' zeg ik zacht.
Hij gaat aan het bureau zitten. 'Hoe vind je het hier werken Milena?'
'Ik vind het leuk om hier te werken, in het begin was het wennen. Maar nu kijk ik er iedere keer weer naar uit. Waarom wilt u dit weten?'
'Ik ben je baas. Jouw welzijn is erg belangrijk voor mij. Ik ben erg gesteld op al mijn personeel.'
'Dus u vraagt dit ook aan Lauretta?'
'Ja.'
'Oké.'
'Heb ik al je vragen beantwoord.'
Ik knik. 'Mooi' zegt hij, 'jij hebt nog niet al mijn vragen beantwoord. Hoe oud ben je ook alweer?'
'Twintig.'
'Waar woon je nu?'
'In een appartementje.'
'Zou je met me uit willen gaan een keer?'
Ik staar hem verbaasd aan. 'U wil... met mij...? Maar u bent mijn baas.... Dat word toch heel.. awkward.'
'Oh zo bedoel ik het niet Milena, ik wil gewoon een keer praten met je. Maar ik moet nu aan het werk en jij bent lekker vrij dus die tijd neem ik je niet af. Zou je het willen?'
JE LEEST
my boss, the Italian
General FictionMilena is als klein meisjes mishandeld door haar vader en oom. Ze is toen ze acht was uit huis geplaatst en heeft zich nooit echt geliefd gevoeld. Bij de gastgezinnen werd ze vooral genegeerd en mensen vertrouwen vind ze ook erg moeilijk daardoor. Z...